Wednesday, April 06, 2022

Omgaan met complotten



De afgelopen tijd ben ik gefascineerd geraakt door complottheorieën. Rondom COVID kwamen er heel veel langs. Soms met de vreemdste conclusies, zoals bijvoorbeeld dat de Verenigde Naties de wereld overnemen. Nu heb ik in mijn werk al 20 jaar te maken met de Verenigde Naties, en ik kan je vertellen dat je daar nog niet een gummetje kunt krijgen zonder drie formulieren in te vullen, dus de wereld overnemen, nee dat zit er niet in.


Maar ik werd dus nogal door geraakt, alle complottheorieën die langs kwamen op de social media. En ik begon er een beetje op te studeren, en ook een beetje op te voelen. Ik bespreek eerst even de samenzweringstheorie rondom COVID, maar ga zo even door op de situatie in Rusland.


De samenzweringstheorieën rondom Covid dan. Er zijn boeken volgeschreven over de kwalijke rol van de farmaceutische industrie, die de medische wetenschap verregaand gecorrumpeerd heeft. Maar dat was niet het punt, dat de aanhangers van samenzweringstheorieënbrachten. Wat in een samenzweringstheorie gebeurt, is dat er een ‘ander’ wordt aangewezen die vervolgens zeer negatieve motieven wordt toegeschreven. Er wordt verondersteld dat er een groep mensen is die door en door slecht is, en die tot doel heeft om de wereld, of een groep mensen, ten val te brengen en te vernietigen. Dat gebeurde hier: het World Economic Forum, een op zich vrij nietszeggende organisatie, werd grote macht toegeschreven en de ambitie tot wereldheerschappij. En als het het WEF niet was, was het Bill Gates. Of de WHO. 

De gevolgtrekking is dan dat het gerechtvaardigd is om zich met alle mogelijke manieren te verzetten tegen de veronderstelde samenzweerders. 


Een ander aspect van samenzweringstheorieën is slachtofferschap. De ander is door en door slecht, en je eigen groep is het slachtoffer. De ander wordt in wezen ontmenselijkt. Er is geen oog meer voor het eigen geweld, en als men wordt gewezen op het feit dat men toch geweld gebruikt, wordt het goed gepraat. Want “wij” zijn toch slachtoffer en “hullie” hebben zulke verschrikkelijke bedoelingen. Terwijl de aanhangers ze die bedoelingen in samenzweringstheorieën eerst zelf hebben toegedicht. 


Het effect daarvan is inmiddels te merken. Het online geweld is sterk toegenomen. Het idee van tribunalen heeft inmiddels postgevat, wat weer leidt tot bedreigingen: jíj gaat straks door een tribunaal veroordeeld worden, dus ik mag je nu alvast in elkaar meppen. Of online bedreigen. Of met een fakkel intimiderend voor je huis staan zwaaien, foto’s van je nemen, je adres publiceren met allerlei vervelende suggesties er bij.



Trauma’s.


Maar het raakte me ook ergens. We hebben er zelden oog voor, maar in heftige politieke en maatschappelijke controverses spelen vaak collectieve psychische dynamieken. Je kunt dat herkennen aan de fikse emotionele lading die er aan hangt. Dat gebeurde ook bij mij. Ik merkte dat ik me regelmatig enorm opwond over mensen die samenzweringstheorieën verspreidden. Ik kon er zo boos over worden, dat het met me op de loop ging. Totdat ik er een keer in ging zakken, en voelde, dat het bij mij een behoorlijk trauma zat over niet geloofd worden. Niet geloofd worden terwijl er echt iets ergs aan de hand was. Pas toen ik dat voelde, met alle emoties erbij, zakte de lading daarop weg. En toen kon ik weer redelijk rustig omgaan met alle samenzweringstheorieën op internet. 

Misschien verklaart dat wel de (emotionele) aantrekkingskracht van samenzweringstheorieën, en waarom mensen zich er zo in vast kunnen bijten. Dat er ergens oude trauma’s geraakt worden. En dan is denk ik het werk wat ons te doen staat: voelen wanneer je typisch heftig reageert, en dan daarmee liefdevol aan de slag gaan. Je afweer tegen mensen, of groepen mensen, bijvoorbeeld kan simpelweg afweer zijn tegen iets dat in jezèlf leeft.




Vanmorgen las ik een stuk over de samenzweringstheorieën die al jaren door Poetin en consorten de Russische samenleving in worden gepompt. En het effect daarvan zie je nu in de Oekraïne. Het is een prachtig stuk.


To do.

Dus ik heb een beetje zitten nadenken, over hoe als simpel individu, als krantenlezer zal ik maar zeggen, maar ook als deelnemer op de social media, om te gaan met samenzweringstheorieën. En ik vond een aantal dingen in mijn psychologie opleiding, die hielpen. Ze zijn niet makkelijk. Ze creëren spanning in jezelf. Want je kunt niet meer je ongenoegen naar buiten projecteren, maar je moet het aangaan.


Ten eerste: benoem zo specifiek mogelijk gedrag, en ook wat het emotioneel met je doet in plaats van de hele mens negatief te beoordelen. Dus nog niet dat iemand een… Is, maar precies wat hij doet, en wat dat met jou doet. En niet de schuld dan bij iemand anders leggen, maar de verantwoordelijkheid nemen voor je eigen emotie. En dan kom ik er achter, dat het bully-gedrag van Poetin mij eigenlijk bang maakt, en geneigd om van alles te doen om hem maar te pacificeren. En ik heb daar geen oordeel over. Ik trek er ook nog geen conclusies uit over wat dan de politieke lijn moet zijn. Ik ben er alleen maar bij.


Ten tweede: dicht mensen geen motieven toe. Nooit. Ik heb in mijn opleiding geleerd, dat je nooit in moet vullen voor mensen. Je moet juist vragen: waarom doe je dit, wat ligt er achter? En dan komt een dialoog op gang, en merk je dat je eigen aannames niet klopten. Je hoeft het niet met die ander eens te zijn, maar je begrijpt het wel beter. Het vereist een bepaalde kwetsbaarheid en bereidheid je eigen aannames ter discussie te stellen. Maar je komt wel verder. Irshad Manji heeft hier een heel boek over geschreven: “Don’t label me”.


En ten derde, gebruik het woord “en”, in plaats van “maar”. Neem bijvoorbeeld Willem Engel, en zijn recente arrestatie. Hij werd opgepakt met een vermoeden dat hij over de grens was gegaan van vrijheid van meningsuiting, richting opruiing en aanzetten tot geweld. Daarachter lag dat het in dit gepolariseerde politieke klimaat, goed is als een rechter zich uitspreekt over wat precies de grenzen zijn van vrijheid van meningsuiting, en daarvoor is een proces nodig. Bovendien repen Engels uitspraken veel maatschappelijke onrust op, te oordelen aan de vele malen ondertekende aangifte tegen hem. Tegelijk zagen we dat niet alles in het proces rondom Willem Engel klopte. De eis bijvoorbeeld, dat hij zich zou onthouden van uitingen op de social media, is ongrondwettelijk, want mag iemand de vrijheid van meningsuiting niet ontzeggen. Dus dat hij met die vereiste vrijgelaten werd, klopt niet. Nu ontstaat hier vaak een polariteit in de discussie. Die uit zich vaak in het woordje “maar”. Willem Engel wordt verkeerd behandeld, máár hij heeft ook mensen aangezet tot geweld. Met het woordje “maar” ontken je meteen wat daarvoor gezegd is. Eigenlijk zou je hier het woordje “en” moeten gebruiken. En dat is soms moeilijk. Twee verschillende waarheden accepteren die elkaar tegen lijken tegen te spreken, brengt altijd iets van spanning met zich mee. En toch is het hier nodig, omdat anders de waarheid geweld wordt aangedaan.


Nou ja, en ten vierde dus: als ik merk, dat ik erg geraakt wordt door iets dat in de wereld, politiek of maatschappelijk, of militair gebeurd, ga ik dus voelen waarom het me zo raakt. Het maakt me geen beter mens, maar ik geloof wel dat er op deze manier emotionele ruimte komt, ontbeten met de conflicten en crisissen in deze wereld om te gaan. Mijn kleine bijdrage.


Tuesday, January 26, 2021

Het individuele en het collectieve.


Het is een vreemde tijd momenteel.

Al een tijdje probeer ik te plannen te maken voor een sabbatical. Ik wil graag naar Peru. Ik wil heel graag langs de Amazone reizen en praten met de mensen die daar het water en het bos beschermen, vaak met gevaar voor eigen leven. En tegelijk wil ik zelf aan den lijve ondervinden hoe mensen leven met de rivier, met het regenwoud: voedsel en vooral medicijn maken uit de planten - de Medicina.
Maar plannen maken lukt niet. Niet voor Peru, niet voor alle plannen die ik heb voor mijn werk. Werk loopt stroef. Alles is te onzeker. 
 
En alle tekenen wijzen er op dat ik te buigen heb. Ideeën over mijn toekomst los te laten. Ja, er komt iets nieuws aan - dat gebeurt altijd. Maar wat en wanneer weet ik niet.
Ik ervaar in het klein wat we allemaal ook in het groot ervaren. Langzaamaan daalt het besef in, dat COVID een blijvertje is. En dat de Lockdown nog wel eens heel lang kan duren. Omdat er steeds nieuwe varianten opduiken van het virus. Dit is niet eventjes de schouders er onder. Dit is veel meer. En mijn irritatie over Diederik Gommers die dat vorige week uitsprak, en die ik in mijn vorige post beschreef (die over het 10 punten plan), slaat langzamerhand om in het besef dat er in onze samenleving misschien ook iets aan het sterven is, gedachten over hoe het was, hoe het nooit meer zal worden. Rouw, die nog niet kan plaatsvinden omdat het nog niet is uitgesproken.
 
En ik ervaar onrust in mijn lijf, aan dit loslaten van plannen en ideeën, aan gedachten hoe het hoort te zijn, aan hoe het zal zijn. Dat er ‘s nachts onrust is buiten op straat en dat er helicopters over het huis vliegen helpt ook niet. En ik kan me niet aan de gedachte onttrekken dat zij, de relschoppers, ook de onrust weerspiegelen in onze samenleving. Onrust over wat tot nog toe niet duidelijk wordt uitgesproken door de regering, maar wat iedereen wel voelt. Het wordt tijd om dit wel uit te spreken. En die taak ligt niet alleen bij Diederik Gommers, die taak ook en vooral bij de regering en bij politici.
Zouden ze het durven, in verkiezingstijd?

Sunday, January 24, 2021

Tien punten voor gezondheid.

 


Ik weet niet hoe het met jullie is, maar hij viel niet zo best bij mij, de avondklok. Ik zat te denken over iets wat ik had gelezen. Het zat de hele tijd een beetje pijnlijk te zeuren in mijn achterhoofd, dus ik zei: kom maar. Nou, wat er zat te zeuren was dat Diederik Gommers afgelopen week een paar keer in de krant suggereerde dat de Lockdown nog gaat duren tot in de zomer. Het was duidelijk, hij was de geesten alvast rijp aan het maken. Want met alle nieuwe varianten van COVID-19 die ons om de oren vliegen, en het trage tempo van de vaccinaties, kunnen we nog even niet “los”. 



Emoties.

Ik was eerst boos toen hij dat zei. Want ik maak me vreselijk zorgen om alle kleine winkels waar ik zo graag kom, die voor mij de stad levend maken, en die nu al weken dicht moeten. Overleven ze wel? Mijn boekhandel, Savannah Bay. De kledingwinkel, de kapper, mijn favoriete schrijfwarenwinkel BureauBewust; en ook Swaak, de geweldige winkel met teken- en schilderbenodigdheden. Mijn favoriete restaurants. Zijn ze er straks nog, als de lockdown over is? Dat was het eerste wat in mij opkwam. 

Maar ik voel ook mezelf. Verzet, verdriet, onmacht. Omdat ik voel dat mijn lijf en wezen hunkert om weer te knuffelen met mensen, samen met mensen in een groep te zijn, te eten, te kletsen. Iets in mij staat droog, iets verhardt, en kan daar echt niet goed tegen.

En ik weet helaas hoe het is, om op te groeien in een situatie waarbij er alleen maar steeds meer strengheid en steeds strengere regels komen waardoor je van alle menselijkheid wordt ontdaan. En waar geen eind aan zit. Net zoals hier geen eind meer aan lijkt te zitten.....

Dus ja, het tweede wat gebeurde, was dat ik de neiging kreeg om dat hele OMT dictatoriale neigingen toe te schrijven. “Hup weer een nieuwe variant in Groot Brittannië. En o, weer een nieuwe variant in Zuid-Afrika. Sjips, weer een nieuwe variant in Brazilië”. Klinkt als oneindige rotsmoezen, niet dan? En ik begrijp dus ontzettend goed waarom zoveel mensen enorm achterdochtig worden richting de regering en denken dat dit één grote opzet is tot dictatuur. Het is makkelijker om wantrouwig te zijn, dan om te accepteren, hoe enorm onzeker deze situatie is, terwijl het zó diep ingrijpt. Want COVID-19 muteert, en probeer steeds opnieuw ons afweersysteem te omzeilen. En dat maakt het leven dus uiterst onzeker de komende tijd. En dat is níet leuk.

En hier heeft Rutte, oppervlakkig als hij is, geen enkel antwoord op. Hij begrijpt het simpelweg niet. Bevoorrecht als hij is, kan hij niet invoelen, wat dit met mensen kan doen. Mark Rutte is een uiterst ongeschikte premier in tijden van crisis. 


Gekrakeel.

Dus ja, ik snap begrijp het, dit gekrakeel van voor en tegenstanders op de social media. Ik snap het, de mensen die woedend staan te demonstreren in illegale demonstraties. En even goed snap ik het relletje dat ik gister meemaakte in mijn biologische supermarkt, omdat een oudere mevrouw demonstratief zonder mondkapje lekker dicht boven op iemand ging staan in de rij voor de kassa. Want we zitten er allemaal een beetje doorheen. Of nee, het is meer dan alleen erdoorheen zitten. Ik zal niet de enige zijn bij wie herinneringen aan een heel slechte jeugd hierdoor getriggerd worden. Nog afgezien van de stress die de situatie zelf al met zich mee brengt. Mensen die moeten werken, terwijl ze hun kinderen les moeten geven of terwijl er naast hun heftig verbouwd wordt. Mensen die alleen zitten.

En wat mij betreft, kan deze situatie niet meer door zonder dat er een minstens even groot en belangrijk beleid wordt opgetuigd om gezondheid, en óók geestelijke gezondheid, te bevorderen.
We zien signalen van meer en ernstiger psychische problematiek bij jongeren. Lang hebben de GGZ instellingen gezegd dat het aantal aanmeldingen nauwelijks hoger was dan vóór COVID. Maar we weten dat het aantal aanmeldingen voor professionele geestelijke gezondheidszorg altijd het topje van de ijsberg vormt. En bovendien, gezien de lange aanmeldprocedures, komen ze altijd met vertraging. 

En deze situatie gaat nog wel een tijd duren. De tijd is voorbij dat we konden zeggen ach, even doorbijten, nog een paar weken, en dan is het over. Dat leek vorig jaar zo. Maar de wereld is groot, mensen reizen veel, en het virus muteert. Dat is waar Gommers op doelde met: de lockdown kan nog maanden duren, als het geen jaar is. En daarna zullen we met COVID-19 moeten leren leven. Deze ziekte gaat niet meer weg.


Gezondheid en verbinding.

Ik deed even een gedachtenoefening. Stel je voor, ik was Minister President. Een fatsoenlijk politicus heeft altijd een tienpuntenplan. Ik dus ook. Komtie!

1.  als eerste moet er natuurlijk geld bij in de gezondheid zorg. We moeten misschien ook plekken hebben, waar we specifiek mensen met COVID-19 kunnen verzorgen. En die moeten snel opgetuigd worden. En omdat deze ziekte nog lang bij ons zal blijven, moet echt structureel meer geld naar gezondheidszorg.

2.  Voeding: ik zou graag zien dat de BTW met onmiddellijke ingang van groente en fruit afgaat. Groente en fruit moet goedkoper worden, gezond eten is immers essentieel voor ons immuunsysteem.

3.  Bewegen is eveneens enorm belangrijk en we kunnen nu alleen nog maar naar buiten. Je ziet dat de mooiste groene wandelroutes in de stad momenteel bomvol zijn. Gemeenten moeten nieuw groen en beweegroutes aanleggen en investeren in wandel-en fietsroutes naar natuurgebieden. En natuurgebieden moeten natuurlijk niet ingeperkt worden zoals bijvoorbeeld door een snelweg door Amelisweerd, nee ze moeten uitgebreid worden! Als er ergens een file staat is de VVD er als de kippen bij om te roepen dat de weg verbreed moet worden - we hebben nu behoorlijke files in natuurgebieden dus er moeten snel natuurgebieden bij.

4.  Er moet stevig geïnvesteerd worden in speeltuinen en sport- en spel mogelijkheden op straat in de stad voor de jeugd, zodat zij buiten kan komen en kan spelen en plezier hebben op een relatief veilige manier. Alles wat braak ligt, mag wat mij betreft subiet worden omgevormd tot voetbalkooi, tafeltennistafel, speeltuin et cetera. Schoolpleinen worden vergroend en opengesteld om te spelen tot acht uur ‘s avonds. Bankjes op straat en veel meer groen -zelfs plantenbakken helpen al- om mensen de straat op te lokken.

5.  Omdat de aanmeldingen bij de geestelijke gezondheid zorg, de GGZ, zoals gezegd altijd het topje zijn van de ijsberg, omdat het toelatingsbeleid heel streng is en toelatingsprocedure maanden duurt, moeten verzekeringsmaatschappijen de kortingen op vergoedingen voor alternatieve gezondheidszorg, die ze de afgelopen jaren hebben doorgevoerd, snel ongedaan maken. Er wordt altijd veronachtzaamd hoe belangrijk zij zijn voor ons welzijn. De isolatie waartoe COVID-19 ons dwingt, is heel confronterend voor onszelf. Mensen moeten snel terecht kunnen als zij steun nodig hebben. Het is nu echt alle hens aan dek.

6.  Daarnaast zou ik graag zien dat alle professionele lichaamswerkers en masseurs meteen weer aan het werk mogen, want zij weten hoe ze met risico’s om moeten gaan. We weten maar al te goed dat aanraken en aangeraakt worden essentieel is voor je welzijn en daarmee ook voor je immuunsysteem. 

7.  We draaien de schoolvakanties om. De grote schoolvakantie komt in de winter, als het besmettingsgevaar groter is, en in de zomer gaan we juist naar school. 

8.  Maatregelen die tot doel hebben om COVID-19 in te dammen, gaan we beoordelen op hun impact op het welzijn van mensen. En dat betekent dat we bijvoorbeeld werkgevers die verplichten om hun mensen toch naar kantoor te laten komen, hard aanpakken. Maar dat we zachter worden op de bezoeken die mensen met elkaar afleggen. Want juist de diepe persoonlijke contacten zijn wat betekenis geeft in het leven. Grootschalige festivals doen we dus voorlopig niet, het eerst gaan we weer werken aan dat er meer mensen bij elkaar op bezoek kunnen komen. Bezoeken en groepen mogen weer mits men drie dagen is thuisgebleven van te voren.

9.  Kleine winkels en bedrijven mogen per direct weer open, met hooguit twee personen tegelijk binnen, en een soort afhaalloket. Cafés en restaurants voorlopig helaas nog even niet.  

10.  Er komt een voorlichtingscampagne voor gezond eten, extra vitamines, elke dag buiten bewegen, zorgen voor lichaamscontact. Maar daarnaast, in plaats van dat lege “zorg goed voor elkaar”, gaat er ook extra geld naar jongerenwerk voor sport en ontmoeting in de zomer, tv-programma’s over hoe je elkaar kunt steunen, naar groen in en om de stad, naar buurtwerk en welzijn. Een voorlichtingscampagne doet niets, als de overheid niet zelf ook boter bij de vis geeft. Dat pikken mensen niet meer, en terecht.

11.  En ja, er wordt wel gevaccineerd, mensen. Marion Koopmans (mijn favoriete viroloog) mag van mij avond aan avond op tv, om uit te leggen hoe dat zit met die vaccins. Ik zelf heb het meest aan de Correspondent momenteel, die onvermoeibaar uitzoekt wat er waar is van de verdachtmakingen aan het adres van testen en vaccinaties, die alert is op belangenverstrengeling. Soms snap ik de helft niet van de artikelen over vaccins, maar ik weet dat daar iemand zit, die het naadje van de kous wil weten en voor mij kan opschrijven, omdat ze onafhankelijk is omdat ze door mij en zestigduizend anderen wordt betaald. En niet door de overheid of het bedrijfsleven.
Maar echt. Er wordt wèl gevaccineerd.

Thursday, January 21, 2021

Pieter Omtzigt maakt zich boos: macht en tegenmacht.



Pieter Omtzigt maakt zich boos over precies dat wat ontbreekt in onze democratie: checks & balances, ofwel: macht en tegenmacht.


Politiek is gebaar bij wat we noemen “checks and balances”, krachten en tegenkrachten. Voor elke macht moet je tegenmacht hebben. Die corrigeert de macht en houdt hem in balans. Want macht corrumpeert en absolute macht corrumpeert absoluut. Wetenschappelijke experimenten laten elke keer weer zien dat naarmate iemands macht toeneemt, de kans groter wordt dat die persoon minder rekening houdt met anderen en vaker de regels overtreedt. Daarom heb je àltijd een systeem van macht en tegenmacht nodig, van machtsdeling. Omtzigt slaat de spijker op de kop. Het is de absolute plicht van de machtigste partij, in dit geval het Kabinet, om de positie van de tegenkrachten te respecteren, te bewaken en te hoeden.


Rechters en wetgeving zijn bij ons bijvoorbeeld een belangrijke tegenmacht. Vrije, onafhankelijke pers, die onafhankelijk wordt gefinancierd, is ook essentieel! Daarom steun ik bijvoorbeeld de Correspondent en Follow the Money, nadat de publieke omroep door de afgelopen rechtse kabinetten is uitgehold. Die twee clubs, Correspondent en FtM worden betaald door donateurs en doen onderzoeken naar misstanden, waar de omroepen en kranten geen geld meer voor hebben en ook geen zin meer in hebben. Vinden de lezers niet interessant. Denken ze.

En het belangrijkste: de Kamer hoort het Kabinet te controleren. Zoals Omtzigt zei tijdens het debat:”Ik ben niet in dienst van partijleider Hoekstra, ik controleer minister Hoekstra.” In plaats daarvan is er al jaren lang steeds meer fractiediscipline. Voor lastige vragen is geen plaats. Zeker in regeringspartijen. En zeker óók in mijn eigen partij, GroenLinks. Dat begon met Femke Halsema, en is onder Klaver geperfectioneerd. En GroenLinks is bepaald niet de enige. Het CDA weet niet beter, de PvdA gedraagt zich, ook al is ze gedecimeerd, nog steeds als een machtsmachine. Het is simpelweg een voorwaarde om ooit mee te mogen regeren. Anders word je geen regeringspartij.


Dat evenwicht, het principe van macht en tegenmacht, wordt nu steeds meer uitgehold. De neoliberale politiek die we wereldwijd zien sinds de jaren tachtig, heeft daar een grote rol in gespeeld. Je ziet machtsconcentraties waar die niet moeten zijn. De politiek is steeds bezig om meer macht naar zich toe te trekken. Ze hoort brede steun te hebben in de samenleving, ze hoort zich te laten corrigeren, ze hoort open te zijn in haar afwegingen, inhoudelijke argumenten te voeren en naar breed draagvlak te zoeken. Maar het tegendeel gebeurt. Ze raakt nu steeds meer losgezongen en probeert dat op te vangen door nog meer controle. En de Corona crisis helpt niet (understatement).


En als een partij -de VVD bijvoorbeeld- te lang zit, begint zij zich oppermachtig te wanen. Altijd gevaarlijk, als een partij te lang zit. Dat de VVD de partij is met de meeste en de ernstigste corruptiezaken is een symptoom daarvan (link in de comments). En je ziet dat nu in het regeren de grenzen van de wet worden overschreden - de toeslagenaffaire bijvoorbeeld. Wat mij verontrust, is dat diezelfde VVD momenteel verreweg de grootste partij is in de peilingen, met ongeveer 35 zetels. Er komt dus precies hetzelfde kabinet terug dat er al zat..... Ik ben niet optimistisch over wat dat zal betekenen.

.

Wednesday, August 05, 2020

De macht om de macht te breken.




Macht is een raar ding. Momenteel zien we heftige voorbeelden van machtsstrijd - neem de #metoo- en daarna de Black Lives Matter-bewegingen, de demonstraties tegen de Corona-maatregelen, de scholieren die strijden tegen klimaatverandering. En tegelijk zien we de laatste jaren grover machtsmisbruik, we zien dictators opkomen zoals Putin, Trump en Bolsonaro. En subtieler zien we dat bijvoorbeeld maatschappelijke of politieke bewegingen steeds meer onder druk komen te staan.

Het was voor mij het moment om eens een boek te herlezen dat ik al bijna dertig jaar in de kast heb staan: Ring of Power, van Jean Shinoda Bolen. Het boek beschrijft macht en onmacht in menselijke verhoudingen, aan de hand van de operaserie "Der Ring des Nibelungen", van Richard Wagner.

Over het thema 'de ring van macht' is natuurlijk op andere plekken geschreven (bijvoorbeeld in de trilogie "In de Ban van de Ring"), maar nergens is zo magnifiek uitgewerkt wat macht, en het streven naar macht met iemand doet, als in de Ring der Nibelungen. En Bolen duidt dat vaardig. Ja, je bent feministe en Jungiaans analyst of niet.
De Ring der Nibelungen beschrijft de tanende macht van Wodan, gezeteld in zijn burcht Walhalla, en zijn machinaties om de macht in de wereld voor zich te herwinnen. Daarbij spaart Wodan de levens van zijn naasten niet, waaronder dat van Brunnhilde, zijn schitterende dochter.


Macht als onkwetsbaarheid.

Bolen laat zien dat er achter machtsmisbruik en de zucht naar macht meestal woede en krenking zit, en geldingsdrang en de zucht naar revanche. Zoals ik ooit tegen iemand zei: "Macht is ten diepste: niet kwetsbaar willen zijn". Onder die woede zit inderdaad iets wat men niet wil voelen: schaamte, pijn, verdriet, eenzaamheid uit de vroege jeugd, die wordt getriggerd door situaties in volwassenheid. Niemand van ons komt zonder kleerscheuren door de jeugd heen, iedereen loopt littekens op. En om dat niet te hoeven voelen, nemen we onze toevlucht tot macht, in vele vormen: manipulatie, pesten, vernederen, anderen de wet voorschrijven, ja zelfs onmacht, in de vorm van slachtofferschap, kan een manier zijn om macht uit te oefenen. En het zijn niet alleen de mensen die hiërarchische posities bekleden, die dit doen. We doen het allemaal. When we find that we are not loved or are loved only for what we do or what we own, power in some form becomes the substitute, the means by which we seek the acceptance and security that love provides freely. Thus we seek to be noticed or needed, to be indispensable or in control.”, schrijft Bolen.



De Ring der Nibelungen laat zien wat de uitweg is uit deze strubbelingen, de dans van macht en onmacht, het gevecht en de verstrikkingen. En dat is: de waarheid spreken. Aan het eind van de Ring spreekt Brunnhilde de waarheid uit. Dat is niet een 'iemand eens even de waarheid zeggen', dat is niet met een spandoek op het Malieveld gaan staan. Brunnhilde spaart zichzelf niet in haar waarheid. Ze spreekt uit wat haar is aangedaan, en wat dat met haar heeft gedaan. Maar ze ziet ook haar eigen aandeel, haar eigen falen, haar eigen onmacht. Haar minnaar en man, Siegfried, was de "meest waarachtige minnaar, maar ook de meest trouweloze", zegt ze - maar zijzelf was dat ook. En het is dat moment, letterlijk het moment van de (heilige) waarheid, waar ze ziet wat ze moet doen: ze werpt zichzelf en de Ring in het vuur waarin Siegfried's lichaam verbrand wordt,  daarbij de Ring weer teruggevend aan de Dochters van de Rijn en aan zichzelf.

Het is geen klein ding, wat Brunnhilde daar doet. Ze ziet de waarheid onder ogen over haar eigen leven, haar pijn, haar moed, haar falen, haar liefhebben en daar waar ze verraad gepleegd heeft. Ze neemt alles. Ze is waarachtig naar zichzelf. En brengt dan het ultieme offer. En met dat offer en die waarheid accepteert ook Wodan dat zijn macht teloor zal gaan en wordt het Walhalla en daarmee de oude wereldorde, vernietigd.


De macht van de onmacht.

Ik heb hier een tijdje over lopen mijmeren. Ik moest denken aan de momenten dat ik zelf mijn eigen macht had weggegeven. En wat dat doorbroken had. Een voorbeeld. Ik wilde ooit heel graag meedoen aan een training die heel veel voor mij betekende. Keer op keer werd ik afgewezen. Het werd een uitermate pijnlijk proces waarin ik degene die mij afwees, niet meer kon horen in haar motieven, maar haar motieven aanwreef die mijn vader en moeder tegen mij hadden geuit. "O, ik ben zeker niet goed genoeg omdat.... ". En ik vergat om zelf te voelen of het voor mij al tijd was om mee te doen of niet. Dat was op een gegeven moment natuurlijk ook heel moeilijk geworden, omdat het inmiddels erg beladen was.
Wat ik niet zag, was dat ik daarmee ook de trainer veel macht gaf. De macht om mij heel erg af te wijzen. En blijf daar maar eens uit, als trainer zijnde. Er ontstaat, om het in psychologische termen te zeggen, overdracht en tegenoverdracht. Pas toen ik zelf een heldere beslissing kon nemen over wanneer het voor mij tijd was om mee te doen, en de pijn doorleefde van de verwijten van mijn ouders, verdween dit en werd ik ook gehoord in mijn besluit.
En dan was dit iemand die zich best bewust was van overdracht en tegenoverdracht. Maar hoe vaak geven wij onze macht uit handen aan mensen die zich daar niet van bewust zijn? Bijvoorbeeld doordat wij anderen laten bepalen wat goed voor ons is? En die anderen gaan, juist daardoor, ook geloven dat zij dat kunnen en mogen bepalen, en zelfs dat hun besluiten onfeilbaar en rechtvaardig zijn. We kunnen lachen om het opgeblazen ego van Trump - maar dat ego wordt ook zo gemaakt. Doordat wij onze macht weggeven. Zijn oordeel accepteren, zijn wereldbeeld, zijn middelen hanteren.

Tegenkracht

En wat is dan de tegenkracht? Met spandoeken staan te demonstreren? Nee, niet altijd. Soms, vaak, staan we daar eigenlijk te vechten tegen onze eigen onmacht. Het is pas, als we die helemaal doorvoeld hebben, met alle herinneringen aan vroeger, aan eerdere pijn, en ons eigen aandeel, dat we vrij zijn, en ons werkelijk vrij kunnen uitspreken. Dan treedt er een waarheid en waardigheid in, die ons op een bepaalde manier onkwetsbaar maakt. The truth will set you free.


Maar dan. Hoe ga je hier nu mee om in het maatschappelijk leven? Wat betekent dit voor de maatschappelijke transformaties die we juist nu willen bewerkstelligen? Is het ons huiswerk om enkel onze eigen dingen onder ogen te zien?

Nee. Er is meer.
De laatste tijd ben ik gefascineerd door mensen die maatschappelijke veranderingen kunnen bewerkstelligen daar waar in de wereld de diepste pijn zit. De diepste polarisatie ook. En ik zie een factor steeds opnieuw terugkeren in wat ze doen.


Niet één kant.


Ik zie het bij iemand die ik zeer bewonder, Sangdeaun Lek Chailert. Ze runt een park in Thailand waar olifanten worden opgevangen. Olifanten in Thailand moeten vaak werken in houthakkampen, waar ze vaak vreselijk mishandeld en verwaarloosd worden, of ze moeten de hele dag toeristen dragen. Om hun wil te breken worden ze als jong dier afschuwelijk gemarteld. Het gaat je door merg en been om dit te zien. Lek vangt olifanten op, maar eerst moet ze de eigenaren ervan overtuigen om hun olifant, hun bron van inkomen, op te geven. Dat doet ze altijd respectvol en vriendelijk, nooit een opgeheven vinger of een beschuldiging, nooit een onvertogen woord. Soms doet ze er maanden over. Ik zou het niet kunnen. Zij doet het.

Voorbeeld nummer twee, schrijfster en activiste, Irshad Manji. Een lesbische zwarte moslima die zojuist een boek heeft geschreven dat ze dus níet zo betiteld wil worden: “Don’t label me”. Daarin betoogt ze dat je je politieke tegenstanders niet politiek moet wegzetten, maar juist moet bevragen. Vragen stellen in de trant van: “waar kom je vandaan, wie ben je, welke ervaringen hebben jou gebracht tot deze mening, dit wereldbeeld?”

Dat is soms oncomfortabel, schrijft ze. (Het kan zelfs ronduit pijnlijk zijn, vind ik). Maar je kunt leren je veilig te voelen in je eigen oncomfortabel voelen. In wat het raakt in je. En misschien verandert je gesprekspartner van mening door de dialoog. Misschien ook niet. Misschien eerst niet maar later wel. Ze noemt een voorbeeld: een man die een paar weken na een gesprek met haar de vlag in zijn tuin van de Confederate States (een vlag met zeer racistische connotaties) weghaalde. 
Veel mensen kijken neer op mensen die het in hun ogen slecht doen. Ze willen simpelweg het gevoel hebben aan de goede kant te staan, schrijft Manji. Ze willen zich goed voelen, of beter dan een ander. Ook dat is machtsmisbruik. Het leidt er toe dat de ander zich vernederd voelt. En we weten uit de neuropsychologie dat dat één van de moeilijkste en pijnlijkste emoties die er bestaan.
Dus, zegt ze, ga bevragen. Op een gegeven moment, als er naar mensen geluisterd wordt, komt er ruimte in het gesprek voor dialoog. Dus wees nieuwsgierig. Luisteren, schrijft ze, dat kun je altijd.



Vandaag las ik nog zo'n verhaal. Anika Altaf, die de situatie van de allerarmsten probeert te doorbreken. Armoede -en degenen onder ons die arm zijn geweest weten dat- is niet alleen materieel, maar ook immaterieel. Het is vaak uitsluiting, zelfs uitstoting. Armoede is ook sociaal en zelfs psychisch. Het is niet alleen een kwestie van geld, het is ook vaak niet gezien worden, of letterlijk niet aangeraakt.

Daarom vind ik dit interview fascinerend. Anika Altaf tekende zeventig levensverhalen op van de allerarmsten in drie landen. Ze zegt: ‘Zonder uitzondering kampten de allerarmsten met de gevolgen van verstoting, mishandeling, sociale uitsluiting, kortom: met een gebrek aan waardevolle relaties. Het begint vaak bij de eigen familie, die een warm nestje hoort te vormen. Maar als je familie jou niet steunt, loop je grote kans dat de gemeenschap jou ook vergeet, of je bewust gaat buitensluiten. Dit leidt tot een totaal gebrek aan eigenwaarde. En die eigenwaarde is een voorwaarde voor zelfontplooiing.’

Altaf doorbrak dat isolement zelf af en toe bij heel schrijnende gevallen. Zo gingen zij en haar assistent een vrouw, die ziek was en alleen in een hutje woonde, wassen. Ze was al twee jaar niet meer gewassen. ‘De mensen uit het dorp kregen dit in de gaten en ze reageerden er heel positief op. (...) De vrouw zei: “Jullie hebben me letterlijk uit de aarde gehaald.’
‘Het werd in de gemeenschappen altijd opgemerkt dat wij met die geïsoleerde armen gingen praten. Vaak leidde dit ertoe dat ook anderen weer naar hen gingen omkijken, dat ze weer begroet werden.’ 


Empathie is ook voor machtigen.


En weer komt hetzelfde punt langs: mensen die echt verandering brengen, werken niet alleen maar met één kant en reserveren hun sympathie niet alleen maar voor de underdog. Anika Altaf: “Je moet wel een bewuste manier vinden om zowel de elite aan te spreken als de mensen die normaal gesproken niet meedoen. Dat hoeft niet heel ingewikkeld te zijn. In de gemeenschappen waar ik ben geweest, hadden de elites een groot eergevoel. Als je hen daarop aanspreekt en zorgt dat het ook voor hen een succes is als het lukt om mensen erbij te betrekken die doorgaans buiten de boot vallen, dan is dat een goede tactiek.”

En als ik het boek van Bolen lees, is dat logisch. Ook degenen die hun macht misbruiken, en die zelfs, naar het ons schijnt, vreselijke klootzakken en misdadigers zijn, hebben hun eigen trauma. En zoals Wodan laat zien in het verhaal van de Ring der Nibelungen is het soms een hele lange weg om de macht op te geven en te kiezen voor de waarheid, de kwetsbaarheid. Verbinding helpt. De machtigen verdienen even goed empathie. 

En je hebt zelf altijd macht, ook al denk je van niet. De macht om je eigen waarheid onder ogen te zien, je waarheid uit te spreken en verantwoordelijkheid te nemen voor je eigen leven en je eigen pijn, zoals Brunhilde. De macht om te luisteren, nieuwsgierig te zijn en empathie te hebben, zoals Irshad Manji. En macht om de machtigen mee te nemen in het verbinden met hen die er het ergst aan toe zijn, zoals Anika Altaf en Lek Chailert.

De macht om de macht te breken.

Tuesday, June 23, 2020

De anderhalve meter wet.



Hier is hij dan, de “consultatieversie” van de anderhalvemeter-wet die op 1 juli zou moeten ingaan: 
Ik vind het nogal wat. Het is een hele stap, om dit in een wet vast te leggen, in plaats van het aan mensen zelf over te laten. Zelfs al ga je misschien niet met een wapenstok op straat staan.

En dat terwijl nu langzamerhand duidelijk wordt dat besmetting in de open lucht slechts zeer sporadisch voorkomt. De wetenschappelijke onderbouwing van de anderhalve meter is wankel: de WHO hanteert bijvoorbeeld 1 meter. De wetenschappelijke basis onder de wet is overigens per definitie wankel, want het onderzoek over COVID-19 is volop in beweging.

Ik blijf bereid om zo veel mogelijk anderhalve meter afstand te houden, zodat ouderen, mensen met chronische ziekte enzovoort óók veilig over straat kunnen. Dat is gewoon fatsoen. Je mag niet jouw risicoafweging opleggen aan iemand anders.

Maar deze wet is wat mij betreft buitenproportioneel en psychisch uiterst ongezond. En bovendien ondemocratisch.

  • Buitenproportioneel. Ik wandel momenteel veel met vrienden, knuffel met sommigen. Dat gebeurt natuurlijk met wederzijds consent. Maar als ik even niet op anderhalve meter afstand sta ben ik nu strafbaar. Heb ik zelfs een strafblad! Waanzin. Een knuffel-maatje hebben mag niet, als iemand niet tot je huishouding behoort. De politie mag je huis binnenvallen om te checken op mogelijke coronafeestjes. Een dergelijke inbreuk op de private levenssfeer hebben we nooit eerder goedgevonden. Het wetsvoorstel grijpt verregaand in in een keuze die mensen ten diepste zelf moeten maken: die tussen risico en kwaliteit van leven.
  • Psychisch ongezond. De lading die aan iets alledaags, namelijk aanraking, wordt gegeven, vind ik heel ongezond. Nu al lijkt fysieke nabijheid en warmte een negatieve en angstige emotionele lading teweeg te brengen, terwijl het een eerste levensbehoefte is. Als aanraking en nabijheid letterlijk verboden zijn, wordt dat effect alleen maar sterker. Dat contact, verbinding, aanraking en nabijheid van levensbelang zijn, wordt nergens in beleid meegenomen of zelfs maar genoemd. Het is helemaal geen afweging! Ik vind dat onbegrijpelijk. Dit mag nooit het nieuwe normaal genoemd worden.
  • Ondemocratisch. De Orde van Advocaten schrijft: “Het wetsvoorstel maakt het mogelijk vergaande beperkingen van grondrechten en vrijheden voor een onbepaalde periode normaal te maken. Dergelijke ingrijpende beperkingen van bewegings- en vergadervrijheden zijn niet normaal, en behoren dat ook niet te zijn in een democratische samenleving.’” Heldere taal. Bewegingsvrijheid, vrijheid van vergadering, vrijheid van levensovertuiging, vrijheid van demonstratie, vrijheid van onderwijs worden bijvoorbeeld aangetast en verregaande inbreuk op de persoonlijke levenssfeer is opeens toegestaan. Ook Hoogleraar Staatsrecht Gerrit Voerman betoogt dat, lees ook het betoog van Hoogleraar Recht en Samenleving Jan Brouwer.



Ten diepste is het voor mij van belang om mijn eigen keuze te kunnen maken, met wederzijds consent. Ik heb mij maandenlang keurig aan de regels gehouden, maar op een gegeven moment heb ik de keuze gemaakt om af en toe weer te knuffelen, ondanks het verhoogde risico dat ik dan loop. Aanraking en nabijheid zijn essentieel. Dat heb ik de afgelopen maanden zelf kunnen ervaren. Dat bijvoorbeeld oudere mensen nu maanden in eenzaamheid hebben moeten leven en soms zelfs zijn gestorven, terwijl zij dat níet zo wilden, is niet acceptabel. Die afweging, tussen risico en kwaliteit van leven, is uiterst persoonlijk. Mensen moeten de mogelijkheid hebben die afweging te maken. Je mag jouw risico-afweging niet opleggen aan anderen. Maar onder consent (wederzijds goedvinden) moet je je eigen afweging kunnen maken, en daar mag een overheid niet in treden. Zeker niet met deze zware middelen.

Inzetten op testcapaciteit (wat lang is nagelaten); zorgen voor voldoende beschermingsmateriaal in verpleeghuizen (wat is nagelaten), dat zijn maatregelen die het welzijn van de bevolking dienen. Strafbaarstelling en dwang zijn altijd een “last resort”-maatregel. Het welzijn van mensen (en niet welvaart en economie) moet uitgangspunt zijn van beleid. Deze wet dient dat welzijn niet.

Tuesday, May 05, 2020

Hoe kom je uit een lockdown?



Dit stuk van Follow the Money is het beste stuk over hoe uit de lockdown te komen dat ik in weken heb gelezen. En het grappige is, het gaat niet eens erg over lockdown. Het gaat over hoe om te gaan met onzekerheden.


Bij twijfel niet inhalen.

Er is nog heel erg veel onbekend over Corona. Heel veel dat we niet weten. Maar het is een gevaarlijke ziekte, dat weten we wel. wat moet je dan doen? Dan ga je uit van het voorzorgsbeginsel: Bij twijfel niet inhalen. Niet versoepelen als je bijvoorbeeld nog niet weet of kinderen besmettelijk kunnen zijn of niet. We leven nog een tijd in onzekerheid. Wat we wel weten, is dat dit een virus is, en virussen groeien exponentieel. In het begin gaat het schijnbaar langzaam, daarna razendsnel. Dat ziet er zo uit:

Dag 1: 1 besmetting
Dag 2: 2 besmettingen
Dag 3: 4 besmettingen
Dag 4: 8 besmettingen
Dag 5: 16
Dag 6: 32
Dag 7: 64
Dag 8: 128
Dag 9: 256
Dag 10: 512
Dag 11: 1024
Dag 12: 2048
Dag 13: 4096
Dag 14: 8192
Dag 15: 16384
Dag 16: 32768 besmettingen.
Na 17 dagen zit je al op 65536, na drie weken op een miljoen.

Dat gaat echt te snel om niet heel voorzichtig te zijn. Dat geldt zeker als je nog heel veel niet weet over de ziekte - behalve dan dat de ziekte ernstig is. Als je bijvoorbeeld nog niet weet of mensen anderen kunnen besmetten als ze geen symptomen hebben, kun je er maar beter van uit gaan dat dat wèl zo is. Die cruciale fout maakte het RIVM in het begin (ze gokte: geen symptomen, geen besmettingen), en daardoor greep de ziekte om zich heen. Onbegrijpelijk eigenlijk. Want wat is een symptoom? Als ik een enorme bikkel ben, zal ik rond blijven lopen en vinden dat er niets aan de hand is, maar intussen wel hele volksstammen besmetten.


Stappenplan.


1. Eerst moet je het aantal besmettingen heel erg terugdringen. Nog veel verder dan nu, zodat je de besmettingen terug kunt voeren op individuele gevallen. Dat betekent dat we nog een paar weken onder lockdown zouden moeten, totdat de R, de besmettingsgraad, heel dicht bij 0 zit.

2. En dan kun je individuele gevallen die toch nog opduiken, testen en isoleren. De testcapaciteit bij de GGD moet dus omhoog. Goed contactonderzoek doen. En dat doe je gewoon door mensen te vragen wie ze hebben gezien en gesproken. Die app werkt niet, is niet wenselijk en niet nodig. En zeker als je niet test, is een app gewoon onzin zoals Karin Spaink helder uitlegde. Je moet wel de gevallen heel goed registreren, zodat je real time overzicht hebt van de aantallen en ontwikkelingen.

3.  Pas bij kleine aantallen besmettingen heb je de ziekte min of meer zo onder controle dat je kunt gaan kijken of en hoe je de lockdown kunt versoepelen. Dan pas kun je stap voor stap de versoepeling van ingestelde maatregelen verkennen. Het is belangrijk om daarbij de effecten scherp te blijven monitoren, om nieuwe golven te voorkomen. Dus je moet genoeg kunnen blijven testen en contactonderzoek doen. Daar staat of valt het mee.

“Flattening the Curve” moet dus niet gaan over het terugbrengen van het aantal besmettingen totdat de intensive care afdelingen het aan kunnen. Flattening the Curve moet gaan over dat er voldoende testcapaciteit is om de besmettingen te kunnen traceren. En dàn kunnen ze in de zorg ook weer even met een gerust hart ademhalen. Dat hebben ze wel verdiend.



Kudde-immuniteit? Gevaarlijk.


Nederlandse regering lijkt nog steeds te streven naar “kudde-immuniteit”, waarbij er dus veel mensen besmet rondlopen. Dat terwijl we nog heel weinig weten over de manier van besmetten. Met veel potentiële besmettingen en zieken zit je meteen weer op een enorme pandemie. Kijk naar het cijferreeksje van de exponentiële groei hierboven. En het vervelende is: de tijd van besmetting naar ziekte, oftewel de incubatietijd, lijkt twee weken te zijn. Pas twee weken later worden mensen ziek- dus voordat je het echt doorhebt, heeft de besmetting al stevig om zich heen gegrepen. Dat is dus echt spelen met vuur, alleen maar om nu een paar weken eerder uit lockdown te kunnen. Daar komt bij, dat we niet weten of je immuun blijft, als je de ziekte gehad hebt. De eerste berichten geven aan dat immuniteit niet langdurig is, maar slechts een paar maanden. Zoiets als griep. Dat krijg je ook gewoon volgend jaar weer.


Welke versoepeling eerst?


Dus we moeten verder terug, met de aantallen besmettingen. En dan moet je stap voor stap gaan kijken welke versoepeling je toestaat. Daarbij moet je uitgaan van wat de grootste impact heeft op het welzijn en welbevinden van mensen. De horeca mag nu wel het hardste schreeuwen, maar is het essentieel voor de samenleving om de horeca als eerste open te gooien? Of willen we eerst versoepeling in de verpleeghuizen en ouderenzorg? Ik vind zelf het laatste. En die keuzes moet je helder communiceren.



Duitsland onder Merkel werkt via het stappenplan hierboven. En Merkel is niet dom. Ze is gepromoveerd natuurkundige, dus zij snapt cijfers. Deze aanpak is doorbijten, zeker. Maar beter doorbijten dan jaren aanmodderen. Het liefst zou ik aansluiten bij de Duitse aanpak. Merkel for President.

Monday, April 27, 2020

De economie van de verbinding.

Het is heel apart. We dromen al decennia, vanaf de twee wereldoorlogen, van een wereld die een wordt. De globalisering leek dat ideaal te vervullen. Ze zou alles met iedereen  verbinden. En dat heeft ze gedaan. Internet. Goedkope vluchten naar overal, goedkope producten vanuit overal. Je kon overal wonen en werken, hoera! 

Maar toch... ze heeft ons niet verbonden. De verbinding, met onszelf, onze omgeving en de wereld, heeft ze ons juist ontnomen. En als we ons daar bewust van zijn, kunnen we diezelfde economie weer gebruiken om ons wel met elkaar te verbinden.

Globalisering van winstbejag.

Nu moet je weten dat de geglobaliseerde economie is gebaseerd op zogeheten ketenmanagement. Het productieproces wordt opgeknipt in allemaal kleine stukjes. En al die onderdelen van het productieproces worden stuk voor stuk uitbesteed aan de leveranciers die dat het allergoedkoopst doen. Heel vaak in lage lonen landen, waar ook milieuregels nauwelijks gelden. Al die onderdelen worden dan met “just-in-time” logistiek aangeleverd en in elkaar gezet en hup naar de consument.

Wat je nu voor het eerst ziet, door de Corona crisis, is dat die toeleveringsketens moeizamer functioneren of zelfs aan het breken zijn. Dat heeft gevolgen voor complexe producten zoals bijvoorbeeld beademingsapparatuur of auto's. Het loopt her en der al spaak: fabrieken komen stil te liggen door tekort aan onderdelen. Ik voorspel twee dingen: dat complexe producten moeilijker leverbaar worden de komende tijd (en dus ook duurder). En dat we gaan kijken of we meer dingen regionaal kunnen produceren, bijvoorbeeld binnen Europa.

Heel veel apparaten zijn tegenwoordig ook niet meer repareerbaar. Je iPhone bijvoorbeeld, kun je niet eens fatsoenlijk open maken. Sterker, veel apparaten worden tegenwoordig zo gemaakt dat ze niet meer zo lang mee gaan. Ze willen niet dat je ze laat repareren, want daar verdienen ze niets aan. Ze willen dat je snel weer een nieuwe koopt. Een gloednieuw type van precies het zelfde apparaat. Bij welke IPhone zijn we nu, nummer zeventien of zo?

De toeleveranciers worden intussen verschrikkelijk tegen elkaar uitgespeeld. En het is weer de kledingindustrie die ons dat laat zien. We weten inmiddels hoe verschrikkelijk mensen daar uitgebuit worden voor ons t-shirtje. Nu de markt instort worden alle orders gecanceld. Sommige kledingmerken weigeren zelfs te betalen voor wat al gemaakt is. Binnen een paar weken zijn duizenden textielarbeiders zonder werk komen te zitten.

Wat ook gebeurt is dat de industrie, met name de multinationals, hun macht gebruiken om subsidies te eisen van overheden. Dat gebeurt op verschillende manieren. Neem de luchtvaartindustrie. Die betaalt -wereldwijd- geen belasting op kerosine. Ze sluit lucratieve belastingdeals zodat ze vrijwel geen belasting betaalt over haar winst. En doet niets aan haar enorme CO2 uitstoot. En klopt nu natuurlijk aan voor miljardensteun
Ja, wij vliegen voor paar tientjes een weekendje naar Rome of Barcelona. Maar wie betalen eigenlijk die spotgoedkope tickets? Jij en ik, via de belasting. En onze kleinkinderen, vanwege de klimaatverandering.

En de clou is: de winst van dit alles.... gaat naar de aandeelhouders. Daarom zijn een paar mensen heel erg rijk geworden.... en wordt de rest niet rijker, maar juist armer. De ongelijkheid neemt wereldwijd al jaren toe.




Economie van de troep....

En nu de andere kant. Wat mij ontzettend schokt, is dat diezelfde kleding, die op deze manier gemaakt wordt, .... die dragen we gemiddeld maar zeven keer (7!) voordat die weggegooid wordt.
What the fuck? Wat is er met ons aan de hand, dat wij dit normaal zijn gaan vinden?

Wij leven niet in een anderhalve-meter-economie, hoor. Wij leven al jaren in een economie van troep.

Wat doet het met ons? Wat doet het met ons om in goedkope budget vluchten als vee vervoerd te worden, om in elkaar geflanste goedkope kleding te dragen, om junkfood te eten,  om electronica te gebruiken of schoenen te dragen die eigenlijk met slavernij in elkaar gezet zijn? Wat doet het met ons om bij wat we gebruiken, steeds onze ogen en ons bewustzijn te moeten sluiten voor de uitbuiting die er voor heeft plaatsgevonden aan de andere kant van de wereld?
Wat doet het met ons om steeds een stukje van iets te maken en ons niet verbonden te voelen met het eindproduct? Wat doet het met ons om geen kwaliteit meer te maken, noch te gebruiken? Wat doet het met ons om inwisselbaar te zijn als werknemer, om slechts aangesproken te worden op gehoorzaamheid en ijver, niet op inventiviteit of idealisme?

Verbinding en waarde.

Iemand die hier heel veel over geschreven heeft, is de beroemde socioloog Richard Sennett. Ik heb zijn boek "The Culture of New Capitalism" er nog eens op nageslagen (hier een samenvatting die ik ooit gemaakt heb). Hij legt het heel goed uit. Dit leidt, schrijft Sennett, tot een enorm verlies aan verbinding. We voelen ons niet meer verbonden aan iets groters, iets mooiers. Aan een ideaal om iets te maken van echt goede kwaliteit. Het betekent ook dat mensen zich niet meer gewaardeerd voelen, schrijft hij, want we zijn geneigd onze waarde voor de maatschappij voor een belangrijk deel te ontlenen aan wat we doen. En het is niet erg inspirerend om ergens aan de lopende band een stukje troep te maken. En een verlies aan vakmanschap, je ontwikkelen in wat je doet, leren, met vallen en opstaan. Dat rare proces van fouten maken, wanhopig zijn, onverwachte successen, ergens lang en hard voor werken en dan: bevrediging. Weten dat je iets kunt. Daarin kunnen rusten. Het door kunnen geven aan anderen.



Dat de ongelijkheid groeit, heeft ook zijn effect. Sociale vangnetten zijn ook wegbezuinigd, waardoor we minder vertrouwen hebben. We sluiten ons af en leven meer in angst. Het grappige is (dat is onderzocht): als sociale vangnetten wegvallen, blijken we ook vervolgens minder bereid te zijn tot solidariteit. Vertrouwen dat voor ons gezorgd wordt, kweekt juist solidariteit en zorg voor elkaar. Hoe meer we daarop kunnen vertrouwen, hoe meer we dat ook aan anderen gunnen.

Het is niet voor niets dat heel veel mensen uit de banencarrousel stappen en voor zichzelf te beginnen. En dat er nieuwe vormen van solidariteit ontstaan zoals broodfondsen. Elk mens heeft een diepe behoefte om verbonden te zijn, authentiek te zijn, en om waarde toe te voegen aan de maatschappij. En voor wat we kopen is er net zoiets. Er ligt grote waarde en bevrediging in het ruilen, repareren, en laten maken van dingen. Verbinding, met de dingen om je heen. Rust. Niet meer najagen. Genieten van het genoeg.

Gek he. Die Globalisering. We lijken wel verbonden, met al die goedkope vluchten en wereldwijde productieketens - maar we zijn het niet. En nu we toch een wereldwijde pandemie hebben, hebben we een mooie gelegenheid om ons opnieuw te verbinden.
Verbinden aan de lokale economie.
Verbinden aan wat we maken en hoe we het maken. 
Verbinden aan wat we kopen.

Kleine boeren - vaak vrouwen- verdienen een fatsoenlijke prijs.

We schijnen momenteel al veel aan het consuminderen te zijn. Minder kleren bijvoorbeeld en minder witgoed. Veel mensen zijn ook anders  gaan kopen. Ik ook. 
Hoe kun je je geld inzetten om te verbinden?
Het zijn misschien kleine stapjes maar het kàn.

Ik kocht biologische (bijen-)planten voor in de tuin bijvoorbeeld. Omdat ik graag de biologische kwekers wil steunen. Omdat -nogal schokkend- de zogenaamd bijvriendelijke planten in het tuincentrum gewoon met gif geteeld blijken. En ik gun de bijen in mijn tuin hartstochtelijk een goed leven. Verbinding.
Ik heb ook biologische boeren gesteund door producten te kopen die over een paar weken rijp zijn. Begin mei wordt bijvoorbeeld een kistje biologische citroenen afgeleverd. Verbinding.
Fair Trade koffie en chocolade, zodat mensen een waardig bestaan hebben van de producten waar ik van geniet. Verbinding.
Mijn kleine pakketje aandelen in Triodos fondsen laat ik intussen gewoon staan, ook al daalt het in waarde. Verbinding.
En ik heb heel bewust boeken gekocht bij een kleine plaatselijke boekhandel. Die ze per fiets kwam brengen - over verbinding gesproken! Smaakt naar meer, Savannah Bay!


Kopen, dat is wat wij zelf doen. Geld is een machtig instrument om die liefde en verbinding te creëren die we zo zoeken, elke dag weer. Naast dat we de politiek bewerken om het roofkapitalisme te stoppen, maar daarover een andere keer. Let's do it.