De economie van de verbinding.
Maar toch... ze heeft ons niet verbonden. De verbinding, met onszelf, onze omgeving en de wereld, heeft ze ons juist ontnomen. En als we ons daar bewust van zijn, kunnen we diezelfde economie weer gebruiken om ons wel met elkaar te verbinden.
Globalisering van winstbejag.
Nu moet je weten dat de geglobaliseerde economie is gebaseerd op zogeheten ketenmanagement. Het productieproces wordt opgeknipt in allemaal kleine stukjes. En al die onderdelen van het productieproces worden stuk voor stuk uitbesteed aan de leveranciers die dat het allergoedkoopst doen. Heel vaak in lage lonen landen, waar ook milieuregels nauwelijks gelden. Al die onderdelen worden dan met “just-in-time” logistiek aangeleverd en in elkaar gezet en hup naar de consument.Wat je nu voor het eerst ziet, door de Corona crisis, is dat die toeleveringsketens moeizamer functioneren of zelfs aan het breken zijn. Dat heeft gevolgen voor complexe producten zoals bijvoorbeeld beademingsapparatuur of auto's. Het loopt her en der al spaak: fabrieken komen stil te liggen door tekort aan onderdelen. Ik voorspel twee dingen: dat complexe producten moeilijker leverbaar worden de komende tijd (en dus ook duurder). En dat we gaan kijken of we meer dingen regionaal kunnen produceren, bijvoorbeeld binnen Europa.
Heel veel apparaten zijn tegenwoordig ook niet meer repareerbaar. Je iPhone bijvoorbeeld, kun je niet eens fatsoenlijk open maken. Sterker, veel apparaten worden tegenwoordig zo gemaakt dat ze niet meer zo lang mee gaan. Ze willen niet dat je ze laat repareren, want daar verdienen ze niets aan. Ze willen dat je snel weer een nieuwe koopt. Een gloednieuw type van precies het zelfde apparaat. Bij welke IPhone zijn we nu, nummer zeventien of zo?
De toeleveranciers worden intussen verschrikkelijk tegen elkaar uitgespeeld. En het is weer de kledingindustrie die ons dat laat zien. We weten inmiddels hoe verschrikkelijk mensen daar uitgebuit worden voor ons t-shirtje. Nu de markt instort worden alle orders gecanceld. Sommige kledingmerken weigeren zelfs te betalen voor wat al gemaakt is. Binnen een paar weken zijn duizenden textielarbeiders zonder werk komen te zitten.
Wat ook gebeurt is dat de industrie, met name de multinationals, hun macht gebruiken om subsidies te eisen van overheden. Dat gebeurt op verschillende manieren. Neem de luchtvaartindustrie. Die betaalt -wereldwijd- geen belasting op kerosine. Ze sluit lucratieve belastingdeals zodat ze vrijwel geen belasting betaalt over haar winst. En doet niets aan haar enorme CO2 uitstoot. En klopt nu natuurlijk aan voor miljardensteun.
Ja, wij vliegen voor paar tientjes een weekendje naar Rome of Barcelona. Maar wie betalen eigenlijk die spotgoedkope tickets? Jij en ik, via de belasting. En onze kleinkinderen, vanwege de klimaatverandering.
En de clou is: de winst van dit alles.... gaat naar de aandeelhouders. Daarom zijn een paar mensen heel erg rijk geworden.... en wordt de rest niet rijker, maar juist armer. De ongelijkheid neemt wereldwijd al jaren toe.
Economie van de troep....
En nu de andere kant. Wat mij ontzettend schokt, is dat diezelfde kleding, die op deze manier gemaakt wordt, .... die dragen we gemiddeld maar zeven keer (7!) voordat die weggegooid wordt.What the fuck? Wat is er met ons aan de hand, dat wij dit normaal zijn gaan vinden?
Wij leven niet in een anderhalve-meter-economie, hoor. Wij leven al jaren in een economie van troep.
Wat doet het met ons? Wat doet het met ons om in goedkope budget vluchten als vee vervoerd te worden, om in elkaar geflanste goedkope kleding te dragen, om junkfood te eten, om electronica te gebruiken of schoenen te dragen die eigenlijk met slavernij in elkaar gezet zijn? Wat doet het met ons om bij wat we gebruiken, steeds onze ogen en ons bewustzijn te moeten sluiten voor de uitbuiting die er voor heeft plaatsgevonden aan de andere kant van de wereld?
Wat doet het met ons om steeds een stukje van iets te maken en ons niet verbonden te voelen met het eindproduct? Wat doet het met ons om geen kwaliteit meer te maken, noch te gebruiken? Wat doet het met ons om inwisselbaar te zijn als werknemer, om slechts aangesproken te worden op gehoorzaamheid en ijver, niet op inventiviteit of idealisme?
Verbinding en waarde.
Iemand die hier heel veel over geschreven heeft, is de beroemde socioloog Richard Sennett. Ik heb zijn boek "The Culture of New Capitalism" er nog eens op nageslagen (hier een samenvatting die ik ooit gemaakt heb). Hij legt het heel goed uit. Dit leidt, schrijft Sennett, tot een enorm verlies aan verbinding. We voelen ons niet meer verbonden aan iets groters, iets mooiers. Aan een ideaal om iets te maken van echt goede kwaliteit. Het betekent ook dat mensen zich niet meer gewaardeerd voelen, schrijft hij, want we zijn geneigd onze waarde voor de maatschappij voor een belangrijk deel te ontlenen aan wat we doen. En het is niet erg inspirerend om ergens aan de lopende band een stukje troep te maken. En een verlies aan vakmanschap, je ontwikkelen in wat je doet, leren, met vallen en opstaan. Dat rare proces van fouten maken, wanhopig zijn, onverwachte successen, ergens lang en hard voor werken en dan: bevrediging. Weten dat je iets kunt. Daarin kunnen rusten. Het door kunnen geven aan anderen.Dat de ongelijkheid groeit, heeft ook zijn effect. Sociale vangnetten zijn ook wegbezuinigd, waardoor we minder vertrouwen hebben. We sluiten ons af en leven meer in angst. Het grappige is (dat is onderzocht): als sociale vangnetten wegvallen, blijken we ook vervolgens minder bereid te zijn tot solidariteit. Vertrouwen dat voor ons gezorgd wordt, kweekt juist solidariteit en zorg voor elkaar. Hoe meer we daarop kunnen vertrouwen, hoe meer we dat ook aan anderen gunnen.
Het is niet voor niets dat heel veel mensen uit de banencarrousel stappen en voor zichzelf te beginnen. En dat er nieuwe vormen van solidariteit ontstaan zoals broodfondsen. Elk mens heeft een diepe behoefte om verbonden te zijn, authentiek te zijn, en om waarde toe te voegen aan de maatschappij. En voor wat we kopen is er net zoiets. Er ligt grote waarde en bevrediging in het ruilen, repareren, en laten maken van dingen. Verbinding, met de dingen om je heen. Rust. Niet meer najagen. Genieten van het genoeg.
Gek he. Die Globalisering. We lijken wel verbonden, met al die goedkope vluchten en wereldwijde productieketens - maar we zijn het niet. En nu we toch een wereldwijde pandemie hebben, hebben we een mooie gelegenheid om ons opnieuw te verbinden.
Verbinden aan de lokale economie.
Verbinden aan wat we maken en hoe we het maken.
Verbinden aan wat we kopen.
Kleine boeren - vaak vrouwen- verdienen een fatsoenlijke prijs. |
We schijnen momenteel al veel aan het consuminderen te zijn. Minder kleren bijvoorbeeld en minder witgoed. Veel mensen zijn ook anders gaan kopen. Ik ook.
Hoe kun je je geld inzetten om te verbinden?
Het zijn misschien kleine stapjes maar het kàn.
Ik kocht biologische (bijen-)planten voor in de tuin bijvoorbeeld. Omdat ik graag de biologische kwekers wil steunen. Omdat -nogal schokkend- de zogenaamd bijvriendelijke planten in het tuincentrum gewoon met gif geteeld blijken. En ik gun de bijen in mijn tuin hartstochtelijk een goed leven. Verbinding.
Ik heb ook biologische boeren gesteund door producten te kopen die over een paar weken rijp zijn. Begin mei wordt bijvoorbeeld een kistje biologische citroenen afgeleverd. Verbinding.
Fair Trade koffie en chocolade, zodat mensen een waardig bestaan hebben van de producten waar ik van geniet. Verbinding.
Mijn kleine pakketje aandelen in Triodos fondsen laat ik intussen gewoon staan, ook al daalt het in waarde. Verbinding.
En ik heb heel bewust boeken gekocht bij een kleine plaatselijke boekhandel. Die ze per fiets kwam brengen - over verbinding gesproken! Smaakt naar meer, Savannah Bay!
Kopen, dat is wat wij zelf doen. Geld is een machtig instrument om die liefde en verbinding te creëren die we zo zoeken, elke dag weer. Naast dat we de politiek bewerken om het roofkapitalisme te stoppen, maar daarover een andere keer. Let's do it.
|