Wednesday, August 05, 2020

De macht om de macht te breken.




Macht is een raar ding. Momenteel zien we heftige voorbeelden van machtsstrijd - neem de #metoo- en daarna de Black Lives Matter-bewegingen, de demonstraties tegen de Corona-maatregelen, de scholieren die strijden tegen klimaatverandering. En tegelijk zien we de laatste jaren grover machtsmisbruik, we zien dictators opkomen zoals Putin, Trump en Bolsonaro. En subtieler zien we dat bijvoorbeeld maatschappelijke of politieke bewegingen steeds meer onder druk komen te staan.

Het was voor mij het moment om eens een boek te herlezen dat ik al bijna dertig jaar in de kast heb staan: Ring of Power, van Jean Shinoda Bolen. Het boek beschrijft macht en onmacht in menselijke verhoudingen, aan de hand van de operaserie "Der Ring des Nibelungen", van Richard Wagner.

Over het thema 'de ring van macht' is natuurlijk op andere plekken geschreven (bijvoorbeeld in de trilogie "In de Ban van de Ring"), maar nergens is zo magnifiek uitgewerkt wat macht, en het streven naar macht met iemand doet, als in de Ring der Nibelungen. En Bolen duidt dat vaardig. Ja, je bent feministe en Jungiaans analyst of niet.
De Ring der Nibelungen beschrijft de tanende macht van Wodan, gezeteld in zijn burcht Walhalla, en zijn machinaties om de macht in de wereld voor zich te herwinnen. Daarbij spaart Wodan de levens van zijn naasten niet, waaronder dat van Brunnhilde, zijn schitterende dochter.


Macht als onkwetsbaarheid.

Bolen laat zien dat er achter machtsmisbruik en de zucht naar macht meestal woede en krenking zit, en geldingsdrang en de zucht naar revanche. Zoals ik ooit tegen iemand zei: "Macht is ten diepste: niet kwetsbaar willen zijn". Onder die woede zit inderdaad iets wat men niet wil voelen: schaamte, pijn, verdriet, eenzaamheid uit de vroege jeugd, die wordt getriggerd door situaties in volwassenheid. Niemand van ons komt zonder kleerscheuren door de jeugd heen, iedereen loopt littekens op. En om dat niet te hoeven voelen, nemen we onze toevlucht tot macht, in vele vormen: manipulatie, pesten, vernederen, anderen de wet voorschrijven, ja zelfs onmacht, in de vorm van slachtofferschap, kan een manier zijn om macht uit te oefenen. En het zijn niet alleen de mensen die hiërarchische posities bekleden, die dit doen. We doen het allemaal. When we find that we are not loved or are loved only for what we do or what we own, power in some form becomes the substitute, the means by which we seek the acceptance and security that love provides freely. Thus we seek to be noticed or needed, to be indispensable or in control.”, schrijft Bolen.



De Ring der Nibelungen laat zien wat de uitweg is uit deze strubbelingen, de dans van macht en onmacht, het gevecht en de verstrikkingen. En dat is: de waarheid spreken. Aan het eind van de Ring spreekt Brunnhilde de waarheid uit. Dat is niet een 'iemand eens even de waarheid zeggen', dat is niet met een spandoek op het Malieveld gaan staan. Brunnhilde spaart zichzelf niet in haar waarheid. Ze spreekt uit wat haar is aangedaan, en wat dat met haar heeft gedaan. Maar ze ziet ook haar eigen aandeel, haar eigen falen, haar eigen onmacht. Haar minnaar en man, Siegfried, was de "meest waarachtige minnaar, maar ook de meest trouweloze", zegt ze - maar zijzelf was dat ook. En het is dat moment, letterlijk het moment van de (heilige) waarheid, waar ze ziet wat ze moet doen: ze werpt zichzelf en de Ring in het vuur waarin Siegfried's lichaam verbrand wordt,  daarbij de Ring weer teruggevend aan de Dochters van de Rijn en aan zichzelf.

Het is geen klein ding, wat Brunnhilde daar doet. Ze ziet de waarheid onder ogen over haar eigen leven, haar pijn, haar moed, haar falen, haar liefhebben en daar waar ze verraad gepleegd heeft. Ze neemt alles. Ze is waarachtig naar zichzelf. En brengt dan het ultieme offer. En met dat offer en die waarheid accepteert ook Wodan dat zijn macht teloor zal gaan en wordt het Walhalla en daarmee de oude wereldorde, vernietigd.


De macht van de onmacht.

Ik heb hier een tijdje over lopen mijmeren. Ik moest denken aan de momenten dat ik zelf mijn eigen macht had weggegeven. En wat dat doorbroken had. Een voorbeeld. Ik wilde ooit heel graag meedoen aan een training die heel veel voor mij betekende. Keer op keer werd ik afgewezen. Het werd een uitermate pijnlijk proces waarin ik degene die mij afwees, niet meer kon horen in haar motieven, maar haar motieven aanwreef die mijn vader en moeder tegen mij hadden geuit. "O, ik ben zeker niet goed genoeg omdat.... ". En ik vergat om zelf te voelen of het voor mij al tijd was om mee te doen of niet. Dat was op een gegeven moment natuurlijk ook heel moeilijk geworden, omdat het inmiddels erg beladen was.
Wat ik niet zag, was dat ik daarmee ook de trainer veel macht gaf. De macht om mij heel erg af te wijzen. En blijf daar maar eens uit, als trainer zijnde. Er ontstaat, om het in psychologische termen te zeggen, overdracht en tegenoverdracht. Pas toen ik zelf een heldere beslissing kon nemen over wanneer het voor mij tijd was om mee te doen, en de pijn doorleefde van de verwijten van mijn ouders, verdween dit en werd ik ook gehoord in mijn besluit.
En dan was dit iemand die zich best bewust was van overdracht en tegenoverdracht. Maar hoe vaak geven wij onze macht uit handen aan mensen die zich daar niet van bewust zijn? Bijvoorbeeld doordat wij anderen laten bepalen wat goed voor ons is? En die anderen gaan, juist daardoor, ook geloven dat zij dat kunnen en mogen bepalen, en zelfs dat hun besluiten onfeilbaar en rechtvaardig zijn. We kunnen lachen om het opgeblazen ego van Trump - maar dat ego wordt ook zo gemaakt. Doordat wij onze macht weggeven. Zijn oordeel accepteren, zijn wereldbeeld, zijn middelen hanteren.

Tegenkracht

En wat is dan de tegenkracht? Met spandoeken staan te demonstreren? Nee, niet altijd. Soms, vaak, staan we daar eigenlijk te vechten tegen onze eigen onmacht. Het is pas, als we die helemaal doorvoeld hebben, met alle herinneringen aan vroeger, aan eerdere pijn, en ons eigen aandeel, dat we vrij zijn, en ons werkelijk vrij kunnen uitspreken. Dan treedt er een waarheid en waardigheid in, die ons op een bepaalde manier onkwetsbaar maakt. The truth will set you free.


Maar dan. Hoe ga je hier nu mee om in het maatschappelijk leven? Wat betekent dit voor de maatschappelijke transformaties die we juist nu willen bewerkstelligen? Is het ons huiswerk om enkel onze eigen dingen onder ogen te zien?

Nee. Er is meer.
De laatste tijd ben ik gefascineerd door mensen die maatschappelijke veranderingen kunnen bewerkstelligen daar waar in de wereld de diepste pijn zit. De diepste polarisatie ook. En ik zie een factor steeds opnieuw terugkeren in wat ze doen.


Niet één kant.


Ik zie het bij iemand die ik zeer bewonder, Sangdeaun Lek Chailert. Ze runt een park in Thailand waar olifanten worden opgevangen. Olifanten in Thailand moeten vaak werken in houthakkampen, waar ze vaak vreselijk mishandeld en verwaarloosd worden, of ze moeten de hele dag toeristen dragen. Om hun wil te breken worden ze als jong dier afschuwelijk gemarteld. Het gaat je door merg en been om dit te zien. Lek vangt olifanten op, maar eerst moet ze de eigenaren ervan overtuigen om hun olifant, hun bron van inkomen, op te geven. Dat doet ze altijd respectvol en vriendelijk, nooit een opgeheven vinger of een beschuldiging, nooit een onvertogen woord. Soms doet ze er maanden over. Ik zou het niet kunnen. Zij doet het.

Voorbeeld nummer twee, schrijfster en activiste, Irshad Manji. Een lesbische zwarte moslima die zojuist een boek heeft geschreven dat ze dus níet zo betiteld wil worden: “Don’t label me”. Daarin betoogt ze dat je je politieke tegenstanders niet politiek moet wegzetten, maar juist moet bevragen. Vragen stellen in de trant van: “waar kom je vandaan, wie ben je, welke ervaringen hebben jou gebracht tot deze mening, dit wereldbeeld?”

Dat is soms oncomfortabel, schrijft ze. (Het kan zelfs ronduit pijnlijk zijn, vind ik). Maar je kunt leren je veilig te voelen in je eigen oncomfortabel voelen. In wat het raakt in je. En misschien verandert je gesprekspartner van mening door de dialoog. Misschien ook niet. Misschien eerst niet maar later wel. Ze noemt een voorbeeld: een man die een paar weken na een gesprek met haar de vlag in zijn tuin van de Confederate States (een vlag met zeer racistische connotaties) weghaalde. 
Veel mensen kijken neer op mensen die het in hun ogen slecht doen. Ze willen simpelweg het gevoel hebben aan de goede kant te staan, schrijft Manji. Ze willen zich goed voelen, of beter dan een ander. Ook dat is machtsmisbruik. Het leidt er toe dat de ander zich vernederd voelt. En we weten uit de neuropsychologie dat dat één van de moeilijkste en pijnlijkste emoties die er bestaan.
Dus, zegt ze, ga bevragen. Op een gegeven moment, als er naar mensen geluisterd wordt, komt er ruimte in het gesprek voor dialoog. Dus wees nieuwsgierig. Luisteren, schrijft ze, dat kun je altijd.



Vandaag las ik nog zo'n verhaal. Anika Altaf, die de situatie van de allerarmsten probeert te doorbreken. Armoede -en degenen onder ons die arm zijn geweest weten dat- is niet alleen materieel, maar ook immaterieel. Het is vaak uitsluiting, zelfs uitstoting. Armoede is ook sociaal en zelfs psychisch. Het is niet alleen een kwestie van geld, het is ook vaak niet gezien worden, of letterlijk niet aangeraakt.

Daarom vind ik dit interview fascinerend. Anika Altaf tekende zeventig levensverhalen op van de allerarmsten in drie landen. Ze zegt: ‘Zonder uitzondering kampten de allerarmsten met de gevolgen van verstoting, mishandeling, sociale uitsluiting, kortom: met een gebrek aan waardevolle relaties. Het begint vaak bij de eigen familie, die een warm nestje hoort te vormen. Maar als je familie jou niet steunt, loop je grote kans dat de gemeenschap jou ook vergeet, of je bewust gaat buitensluiten. Dit leidt tot een totaal gebrek aan eigenwaarde. En die eigenwaarde is een voorwaarde voor zelfontplooiing.’

Altaf doorbrak dat isolement zelf af en toe bij heel schrijnende gevallen. Zo gingen zij en haar assistent een vrouw, die ziek was en alleen in een hutje woonde, wassen. Ze was al twee jaar niet meer gewassen. ‘De mensen uit het dorp kregen dit in de gaten en ze reageerden er heel positief op. (...) De vrouw zei: “Jullie hebben me letterlijk uit de aarde gehaald.’
‘Het werd in de gemeenschappen altijd opgemerkt dat wij met die geïsoleerde armen gingen praten. Vaak leidde dit ertoe dat ook anderen weer naar hen gingen omkijken, dat ze weer begroet werden.’ 


Empathie is ook voor machtigen.


En weer komt hetzelfde punt langs: mensen die echt verandering brengen, werken niet alleen maar met één kant en reserveren hun sympathie niet alleen maar voor de underdog. Anika Altaf: “Je moet wel een bewuste manier vinden om zowel de elite aan te spreken als de mensen die normaal gesproken niet meedoen. Dat hoeft niet heel ingewikkeld te zijn. In de gemeenschappen waar ik ben geweest, hadden de elites een groot eergevoel. Als je hen daarop aanspreekt en zorgt dat het ook voor hen een succes is als het lukt om mensen erbij te betrekken die doorgaans buiten de boot vallen, dan is dat een goede tactiek.”

En als ik het boek van Bolen lees, is dat logisch. Ook degenen die hun macht misbruiken, en die zelfs, naar het ons schijnt, vreselijke klootzakken en misdadigers zijn, hebben hun eigen trauma. En zoals Wodan laat zien in het verhaal van de Ring der Nibelungen is het soms een hele lange weg om de macht op te geven en te kiezen voor de waarheid, de kwetsbaarheid. Verbinding helpt. De machtigen verdienen even goed empathie. 

En je hebt zelf altijd macht, ook al denk je van niet. De macht om je eigen waarheid onder ogen te zien, je waarheid uit te spreken en verantwoordelijkheid te nemen voor je eigen leven en je eigen pijn, zoals Brunhilde. De macht om te luisteren, nieuwsgierig te zijn en empathie te hebben, zoals Irshad Manji. En macht om de machtigen mee te nemen in het verbinden met hen die er het ergst aan toe zijn, zoals Anika Altaf en Lek Chailert.

De macht om de macht te breken.