Sunday, October 16, 2005

Vrijheid als ideaal (bijdrage in het kader van het weekendintellectualisme)


Ziezo, we zijn sinds afgelopen dinsdag weer een partij met een up-to-date ideologisch verhaal. We, da's GroenLinks natuurlijk. Na me de afgelopen week ongeveer 24 uur per dag (tot in mijn slaap toe) met de aardbeving in Pakistan te hebben beziggehouden, heb ik gister gauw ons nieuwe ideologische pamflet aangeschaft: Vrijheid als ideaal. De bundel bevat bijdragen van onder meer Sjoerd de Jong, Dick Pels, Baukje Prins, Bart Snels, Jantine Oldersma, Herman van Gunsteren en Pieter Hilhorst.

Wat is vrijheid?
En ik moet zeggen: het is een leesbaar boek. Helemaal niet rechts, zoal sommige media beweren. Het bevat vooral een verkennning van wat vrijheid voor links moet zijn. Paul Kalma, directeur van de Wiardi Beckman Stichting, voerde een vergelijkbare verkenning al eerder uit. Rechts stelt vrijheid in toenemende mate gelijk aan keuzevrijheid. De vrijheid, als het ware, om in de supermarkt te kunnen kiezen tussen vijfendertig soorten erwtensoep. Maar er is ook zoiets als de vrijheid om je leven vorm te geven zoals je zelf wilt, en daarmee de vrijheid om af te wijken. Er is de vrijheid zichzelf te ontplooien - daarvoor zijn voorzieningen nodig, zoals onderwijs. En daar kom je al aan een tweede onderscheid met rechts: dat beschouwt de overheid slechts als een onderdrukkend insituut. Terwijl de overheid door de voorzieningen die ze garandeert, natuurlijk ook vrijheid mogelijk maakt. Maar dat aspect komt door de rechtse nadruk op zelfredzaamheid, eigenbelang, en marktdenken, niet aan de orde. Daarmee ondergraaft rechts ook haar eigen 'gemeenschapsdenken'. Wat dat betreft wordt het tijd het liberalisme te redden van de liberalen, zo merkt Dick Pels nog maar eens op.


Bevoogden.
Vrijheid schuurt soms met de neiging mensen te willen redden van zichzelf. Moet je een meisje dat persé een hoofddoekje wil, dat verbieden? Of een vrouw die perse besneden wil worden? Of iemand die de prostitutie in wil? Ja, zou Ayaan Hirsi Ali hier ongetwijfeld op antwoorden. Soms hebben mensen geen idee van wat ze zichzelf aandoen. Vroeger, in de jaren zeventig zouden we dat 'vals bewustzijn' genoemd hebben: mensen die zichzelf onder het mom van persoonlijke vrijheid juist klem zetten. Maar inmiddels is Links een stapje verder. Zowel Pieter Hilhorst als Baukje Prins geven aan dat hier een houding past van respect en tolerantie: je mag mensen zeker aanspreken op hun keuzes, maar je mag ze niet opdringen. Alleen in geval van wilsonbekwaamheid mag je corrigeren. Dat lijkt me ook een houding die uiteindelijk meer oplevert.

Onze cultuur is de beste?
Fikse sneren worden uitgedeeld aan rechtse politici (Wilders, Hirsi Ali, de Burke Stichting) die pleiten voor meer patriottisme, en stellen dat Links er de schuld van is dat men tegenwoordig niet meer mag zeggen dat onze cultuur de beste is. Omdat ze gebaseerd is op het Verlichtingsdenken. Dat op zich al is en teken van romantiek, niet van rationeel verlichtingsdenken betoogt Sjoerd de Jong. Juist met de verlichting kwam het vermogen tot debat en zelfkritiek op. Erger, zou ik zeggen: het is juist het onvermogen tot zelfkritiek en het gebrek aan vrouwenrechten, dat de grote rem zet op ontwikkeling van moslimlanden, stelt het UN Arab Human Development Report(PDF), al enkele jaren achtereen.

Marktwerking
"Waar rechts de economie grote ruimte laat, maar de persoonlijke, sociaal-culturele vrijheid van mensen behoorlijk inperkt met haar oproep tot aanpassen, hoofddoekjes af etcetera, daar wil ik precies het omgekeerde", zo ongeveer stelde Femke Halsema het ruim een jaar geleden.
Ietwat verassend is de bijdrage van Bart Snels, de enige bijdrage die gaat over een linkse visie op marktwerking. Had hij vroeger wel eens de neiging om de vorige oorlog uit te vechten en links te kapittelen omdat zij de vrije markt maar niet omarmde, nu zet hij in zijn bijdrage juist uiteen waar rechts faalt in haar beleid ten aanzien van marktwerking.
Het is wel apart bijvoorbeeld om te zien dat de overheid juist de machtige bedrijven beschermt tegen nieuwelingen. Zo is in Europa de afgelopen jaren de wetgeving ten aanzien van copyrights en patentrechten veel strenger geworden, onder het mom dat bedrijven toch hun researchkosten terug moeten verdienen. Dat bedrijven helemaal niet zo veel investeren in research & development, maar des te meer in marketing en juridische afdelingen, bleef daarbij buiten beschouwing. Voor nieuwe spelers op de markt is het nu alleen wel erg moeilijk geworden om nog ideeën en toepassingen te verzinnen waar een ander bedrijf al niet patent op heeft. En dat hindert de ontwikkeling van nieuwe ideeën in het algemeen. Daar zijn we geen van allen mee gebaat.
Snels noemt zelf de huizenmarkt, die verstoord wordt door genereuze hypotheekrenteaftrek; de Europese subsidies op landbouwproducten, en tenslotte: milieu. Als milieukosten verrekend zouden worden in product-prijzen, zou dat natuurlijk veel eerlijker zijn. En daar is marktwerking een beter instrument dan subsidies en regels.

Verwarrend.
Het wordt er voor de argeloze lezer alleen niet overzichtelijker op. En dat is mijn grote kritiekpunt op dit overigens zeer lezenswaardige boek. Moet Links opeens de markt gaan omarmen? En is vrijheid nu opeens Links? dat was toch iets van de Vereniging voor Vrijheid en Democratie? Het wordt moeilijk om uit te legen dat Links het hier heeft over àndere vrijheid en àndere marktwerking. Vroeger, toen was het simpel; wij waren tegen die kapitalistische uitbuiters en hun vonden ons tuig. Maar nu? Wat ontbreekt is een wenkend perspectief van Links, een Utopia zal ik maar zeggen. Wat dat betreft had ik iets meer verwacht van het stuk van Pieter Hilhorst, die ik beschouw als een van de meest moedige en gepassioneerde denkers van Links.



Pleidooi voor een Utopia.
In Shel helpt 1 en 2 vatte ik ooit de regelmatige verschijnende scenariostudies van Shell samen. Waarom figureert Shell op een links blogje als dit? Simpel. Momenteel hebben diegenen de overhand die met een beroep op veiligheid en (een verkeerd begrip van-) marktwerking een gesloten, conservatieve en op wantrouwen gebaseerd samenleving nastreven. Maar als -en dit lijkt Shell, en mij ook- de meest gewenste combinatie de overhand krijgt, namelijk enerzijds marktwerking en anderzijds gelijkheidsstreven en sociale cohesie, ontstaat een soort mondiale "Open Doors Society". Dit is het scenario waarin de economische groei het hoogst is - anders dus dan neoconservatieven en neoliberalen beweren. Dat komt onder meer omdat in een open gemeenschap de kennis-uitwisseling en dus de ontwikkeling van nieuwe producten en diensten gemakkelijk plaatsvindt. Shell is dus onze bondgenoot - het is even wennen- bij het propageren van en wereld waarin economische groei samengaat met duurzaamheid, gemeenschapszin en sociale gelijkheid. Het is aan ons, om dit Utopia pakkend te verwoorden. En de politieke strijd te voeren. Een boek over vrijheid als ideaal is nog niet genoeg.