Links, rechts (2): vrijheid, gelijkheid, solidariteit.
Wie zei daar dat alleen rechts waarden en normen had? Basiswaarden van de Sociaaldemocratie, Kalma onderscheidt er drie: vrijheid, gelijkheid en solidariteit.
Vrijheid.
Vrijheid, wat is dat eigenlijk? Dat klinkt als een 5 mei-spotje maar het is een belangrijke vraag. Onder invloed van de privatiseringsagenda van rechts wordt vrijheid de laatste tijd vooral opgevat als keuzevrijheid. De vrijheid, als het ware, om in de supermarkt te kunnen kiezen tussen vijfendertig soorten erwtensoep. Maar er is ook zoiets als de vrijheid om je leven vorm te geven zoals je zelf wilt, en daarmee de vrijheid om af te wijken. Er is de vrijheid zichzelf te ontplooien - daarvoor zijn voorzieningen nodig, zoals onderwijs. En daar kom je al aan een tweede onderscheid met rechts: dat beschouwt de overheid slechts als een onderdrukkend insituut. Terwijl de overheid door de voorzieningen die ze garandeert, natuurlijk ook vrijheid mogelijk maakt. En tenslotte is er natuurlijk het punt dat mensen nu eenmaal verschillende mate van kansen hebben: de ene heeft een beter uitgangspositie en dus meer keuzemogelijkheden. Dat is ebpaald geen rechts punt.
Kalma onderscheidt -in navolgingvan Isaiah Berlin- twee vrijheidsbegrippen: het recht om met rust gelaten te worden (negatieve vrijheid) en de mogelijkheid van mensen om hun leven zelf vorm te geven (positieve vrijheid). Een derde aspect dat Kalma van belang acht voor de sociaaldemocratie, is het besef dat vrijheid gebouwd wordt op onderlinge afhankelijkheid, wederkerigheid en gelijkwaardigheid als fundamenten van de samenleving. Hier wordt het spannend, want hier raakt Kalma aan een links begrip van gemeenschap. Jammer dat hij dat niet helemaal uitwerkt.
Gelijkheid.
In een van zijn eerste optredens als partijleider pleitte Wouter Bos voor het afschaffen van het klassieke gelijkheidsideaal. We hoeven niet allemaal dezelfde ziektekostenverzekerings-voorwaarden, dezelfde pensioenvoorwaarden enzovoort. Allemaal nivelleren, allemaal dezelfde grijze sovjet-brei. Mensen willen nu eenmaal kiezen, betoogde Bos. Oplettende lezertjes zien dat Bos sterk aansluit bij het consumentistische vrijheidsideaal, en daarmee bij het neo-liberalisme. Gelukkig biedt Kalma krachtig tegengas. Bos vecht de vorige oorlog uit, vindt Kalma. Juist de laatste jaren neemt de inkomensongelijkheid weer scherp toe, dus het de strijd tegen ongelijkheid is harder nodig dan ooit. En in tegenstelling tot wat Bos suggereert hoeft gelijkheid helemaal niet te leiden tot een grijze brei. Integendeel: maatschappelijke ongelijkheid remt mensen in het zich uitdrukken, in het ontwikkelen van veelvormigheid. Veelvormigheid is dus juist gebaat bij gelijke kansen tot ontwikkeling.
Wel moet het gelijkheidsideaal zich richten op hoofdlijnen in plaats van op details, vindt Kalma. Een zeker mate van economische ongelijkheid is onvermijdelijk. En natuurlijk, mensen hebben zelf verantwoordelijkheid voor de manier waarop ze hun kansen grijpen. Uitdagingen voor de sociaaldemocratie zijn om niet alleen gelijke kansen te scheppen aan het begin van de race (zoals toegang tot goed onderwijs) maar ook herverdeling te bepleiten, en accumulatie van rijkdom aan de top tegen te gaan. De baten en lasten van economische ontwikkeling moeten gelijk verdeeld worden. Tenslotte gaat Kalma nog even in op het boek "Respect" van Richard Sennett. Voorzieningen zijn grootschalig en bureaucratisch geworden. Bureaucratie en regels garanderen weliswaar dat iedereen gelijk behandeld wordt (daarvoor is de bureaucratie ooit uitgevonden), maar het betekent ook dat maatwerk niet meer mogelijk is. We moeten een organisatievorm vinden, betoogt Sennett, die de menselijke maat en de autonomie van clienten intact laat. Juist dan kunnen we bijvoorbeeld werklozen of arbeidsongeschikten ook beter aan een baan helpen, met behoud van zelfrespect.
Solidariteit.
Dit hoofdstuk lijkt Kalma het meeste moeite gekost te hebben. En hij komt dan ook niet tot een overtuigende aanzet voor een nieuwe benadering van solidariteit. In de begintijd van de sociaaldemocratie, schrijft hij, liepen beginselen en belangen niet ver uit elkaar. De Sociaaldemocratie kwam op voor de mensen die rechteloos waren en aan de onderkant van de samenleving verkeerden. Het ongebreidelde kapitalistisch systeem vormde in die tijd een bedreiging voor arbeidersklasse, maar ook voor de middenklasse. Dat is nu niet meer zo. Velen hebben belang bij de status quo. Solidariteit is niet dat we met elkaar hebben, omdat het ons sterk maakt in de strijd. Het is iets geworden dat wij verschuldigd zijn aan anderen. En het is niet meer vanzelfsprekend.
Maar het zomaar overboord gooien van het solidariteitsbeginsel is ook weer geen uitweg. Onder invloed van het Neoliberalisme heeft zich vooral in Groot-Britannie van Tony Blair maar ook hier een andere ontwikkeling voorgedaan, die zwaar bekritiseerd werd door Michel Young in zijn boek "The Rise of the Meritocracy". Labour zette zwaar in op onderwijs als middel om gelijke kansen te scheppen aan het begin van de race. Maar ze had geen oog voor de consequentie van de plaats in het eindklassement. Dat leidde tot een meritocratie. De mythe van de meritocratie is dat iedereen, ook degenen uit de lagere klassen, beoordeeld wordt naar verdienste en de plaats in de maatschappij bereikt die hem op grond daarvan toekomt. Wie slaagt, heeft zijn of haar succes aan zichzelf te danken en kan elke beloning opstrijken die hij maar wil -zie de topinkomens. Maar wie faalt, heeft het aan zichzelf te wijten, en is er slechter aan toe dan voorheen. Want hij is zelfs zijn zelfrespect kwijt. Daarmee vergrootte Labour de ongelijkheid in plaats van haar te verkleinen.
Hoe dan wel? Daar komt Kalma niet uit. Hij maakt weer een move richting links gemeenschapsideaal door te pleiten voor meer respect voor vrijwilligerswerk in aanvulling op professionele dienstverlening. Hij veegt het CDA de mantel uit omdat zij de neoliberalen volgt in haar streven naar "eichvrantwoor'keid" maar principes als rentmeesterschap, gerechtigheid en verzet tegen overcommercialisering verwaarloost. De normenenwaarden worden zo wel erg dun: het gaat dan alleen nog maar om je netjes gedragen op straat en je paspoort bij je hebben. Maar wat is dan het sociaaldemocratisch alternatief? Verder dan de banden aanhalen met maatschappelijke organisaties en ons bewust zijn van onze bevoorrechte positie komt Kalma nog niet.
Dt was het deel: waarden. Volgende keer: instituties. For the record: ik ben nu op één-derde.
|