Het Watelog sexdebat: is sexuele bevrijding niet af?
Afgelopen lente was het een hot issue: vrouwelijke sexualiteit. Minister Ab Klink (CDA) van Volksgezondheid hield een wervingscampagne voor donoren tegen, omdat deze 'te bloot' zou zijn. Bijna gelijktijdig protesteerde fractieleidster Mirjam Bikkers van de Utrechtse ChristenUnie tegen een billboard in de stad met 200 vierkante meter 'gouden bikini' met als argument dat de vrouw werd neergezet als 'lustobject'. CDA en CU kregen verrassend veel bijval van linkse politici: onder andere PvdA-er Jeroen Dijsselbloem en GroenLinksers Evelien Tonkens en Jos van der Lans sloten zich bij hen aan.
In dezelfde periode werd een documentaire van Sunny Bergman vertoond, getiteld "Beperkt Houdbaar”, waarin zij liet zien hoe een steeds krachtiger 'schoonheidsideaal' vrouwen noopte zich om te bouwen naar de geretoucheerde pornosterren uit de Playboy. Samen met ondermeer filosofe Stine Jensen en schrijfster Larissa Pans publiceerde zij het inmiddels al ruim 5000 keer ondertekende manifest “Sex moet weer haute couture worden”. Tegelijk verscheen de Nederlandse vertaling van het boek 'Female Chauvinist Pigs' van Ariël Levy, die de voortgaande pornoficatie van de samenleving aanklaagt. En intussen publiceerden Marlies Dekkers en Heleen van Royen hun boek 'Stout ', waarmee zij zich presenteerden als sexy überfeministen.
Er is dus iets aan de hand rondom vrouwelijke sexualiteit en de verbeelding daarvan - en er lijkt ook sprake van enige verwarring over wat nu precies feminisme is. Moet je, om feministisch te zijn, tegen het afbeelden van sexualiteit zijn in de publieke ruimte? Hadden die gereformeerden dan tóch gelijk? En andersom, is het tegengaan van afbeeldingen van bloot in de publieke ruimte automatisch feministisch?
Ook in (1, 2) en rond (1, 2) Waterstof (de nieuwsbrief van de zich links-progressief noemende denktank Waterland)woedde de discussie. Twee van ons -Dylan en Brechtje- zijn van mening dat het niet helpt om sex uit het openbare leven te verbanen of taboe te verklaren. Sex níet afbeelden leert de "meiden die zich in kelderboxen laten pakken voor een Breezer"(een citaat van PvdA-fractieleider Jacques Tichelaar) niet om nee te zeggen. Mooie foto's níet laten zien maakt meiden en vrouwen niet weerbaar tegen de goedkope en soms gewelddadige manier waarop sex wordt afgebeeld. Het maakt ons niet kritischer over de onbereikbare anorexialichamen die ons als schoonheidsideaal worden voorgehouden. Door die nieuwe preutsheid ontzeggen we onszelf simpelweg ook het nodige tegengif. Verbieden is dus een té gemakzuchtige oplossing - tegenspel moeten we hebben. Sex afbeelden op zo'n manier dat ook meiden en vrouwen zich erin herkennen, dat ze hun eigen beleving weerspiegeld zien Let's talk about sex! Niet zwijgen maar spreken, zingen, dichten over sex.
We vatten het ambitieuze plan op om een pamflet te gaan schrijven. Het denkproces zal plaatsvinden in de vorm van stukjes waarin we op elkaar reageren. Dit is het eerste stukje. Het mag duidelijk zijn dat we daar graag commentaar op- en discussie over krijgen. Dylan zal op zijn beurt weer reageren -op zijn eigen weblog en op Waterlog.
Van het begin af aan was duidelijk dat het boek van Ariël Levy ons in deze discussie het meeste aansprak. In haar boek legt Levy wat ons betreft de vinger op de zere plek. Wat doorgaat voor feministische rebellie á la de dames van Stout, is in wezen conformisme. Conformisme aan het vrouwbeeld en de rolpatronen uit een over het algemeen uitermate vrouw-onvriendelijke industrie: de porno-industrie. Het gaat niet om het bloot op de billboards, zegt Levy. Het gaat om de onpersoonlijke manier van afbeelden. Vrouwen en meisjes worden geacht een show op te voeren in plaats van sex te hebben. En “elke man, elk mens die het waard is om sex mee te hebben, wil dat toch het liefst met iemand die aanwezig is, niet met iemand die een show opvoert?”
Levy komt er in haar boek echter niet toe om deze stelling verder uit te werken. Wat is dan de essentie van die onpersoonlijke manier van afbeelden? Wat is nu precies wat ons daarin zo tegenstaat? Daarvoor gingen we te rade bij één van de onvolprezen Geleerde Dames van de Vrouwenbeweging: Maaike Meijer. In haar boek “In Tekst Gevat” verklaart
hoogleraar Genderstudies Maaike Meijer het een stuk subtieler: porno, maar ook de beelden in reclames, zijn slechts een representatie maar daarmee zijn ze zeker niet zonder effect. Het effect moet echter niet gedacht worden op het niveau van de enkelvoudige representatie, het ene beeld of de enkele tekst, maar op het niveau van wat zij noemt de cultuurtekst: een conglomeraat van geaccepteerde, steeds weer terugkerende motieven en wijzen van representatie rondom een thema. Pas door de eindeloze herhaling van de representatie, waarin een bepaald patroon zit, wordt het
desbetreffende patroon 'normaal' en 'natuurlijk', en krijgt het zijn kracht. Het effect van de representatie is dan niet langer zichtbaar, omdat het bijna onbewust gaat.
Representatie werkt dus heel indirect en gemedieerd maar wel op fundamenteel niveau. Het gaat bij porno dus ook niet direct om de (sexuele) handeling, maar op de wijze waarop het beeld of de tekst representeert. Het beeld, aldus Meijer, creëert de toeschouwer, 'richt de blik'. En de meeste porno creëert een heterosexuele, witte, mannelijke toeschouwer, zelfs al is de toeschouwer vrouw. Dat komt onder meer doordat porno ertoe neigt de blik van de kijker 'voyeuristisch' en daarmee afstandelijk te richten. Daarnaast geeft porno vrouwen meestal als object weer en mannen als subject. De kijker of kijkster wordt gedwongen om zich met een imaginair mannelijk gezichtspunt te identificeren. Is het gek dat vrouwen uiteindelijk ook de neiging krijgen om zichzelf en hun eigen lichaam vanuit een imaginair mannelijk standpunt te bezien?
Hiermee wordt duidelijk dat het in feministische kritiek op pornografie niet persé gaat om de sexuele handeling die wordt afgebeeld of het feit dat een bloot (vrouwen-) lichaam wordt afgebeeld, maar om de manier waarop we gestuurd worden het beeld te interpreteren en ons er al dan niet mee te vereenzelvigen. Leidt porno ons naar onze eigen beleving? Of voert het ons er juist uit weg, doordat het ons uitnodigt om 'van buitenaf' naar sex te kijken?
Tot zover even de discussie zoals die totnogtoe gewoed heeft. Ik heb nu natuurlijk een paar zijweggetjes overgeslagen, zoals: hoe komt het in hemelsnaam dat de speelsheid met betrekking tot sexualiteit en sexuele normen die de vrouwen- en de homobeweging in de jaren zeventig zo kenmerkte, geheel verdwenen lijkt in Butch-Femme stereotypen, in 'boi's' die verharde karikaturen lijken van hetero-verhoudingen?
En: pornoficatie líjkt te impliceren dat erotiek overal is, maar is het wel èchte erotiek? Moet je niet pleiten voor een erotisering van het dagelijks leven: een opnieuw genieten van de sensuele uitdagingen die het leven van alledag biedt?
Moeten we pleiten voor minder expliciet afbeelden van sexualiteit? Of kan een cumshot ook ontroerend zijn, of zelfs bevrijdend?
Wordt vervolgd!
|