Saturday, February 18, 2006

Zelfmoordaanslagen als machtsmiddel.

Zelfmoordaanslagen als fenomeen is een modern verschijnsel. En ze komen steeds meer voor. Vandaar de hausse aan boeken over dit onderwerp. Eerder hadden we al 'Occidentalisme' van Ian Buruma en Avishai Margalit (ik schreef er hier en hier over). Zij wezen er op dat de voorlopers van zelfmoordaanslagenlagen in de acties van Russische anarchisten in de 19e eeuw, en in de heroiek van kamikaze-aanslagen van Japanse zelfmoordpiloten. Wat hen dreef, was een soort romantische heroiek van zelfopoffering tegenover de decadentie van de vijand (het westen).
De populaire gedachte bij zelfmoordaanslagen, dat het hier gaat om geestelijk gestoorde jongens (en soms meisjes), die onder invloed gekomen zijn van religie, blijkt onjuist. Potentiele daders blijken helemaal niet gestoord (althans niet erger dan de rest van de bevolking), en religie speelt geen rol: denk bijvoorbeeld aan de acties van de Rode Brigades en de RAF in de jaren 80.

Al Qaeda als multinational.
We hadden vervolgens Gilles Kepel, met zijn boek "The War for Muslim Minds" (hier besproken). Kepel zag Al-Qaeda als een los georganiseerd netwerk, waarbij Bin Laden eigenlijk het logo en de basiskennis levert aan verder onafhankelijke ondernemers, met als belangrijkste exportproduct martelaarsschap. Dat laatste krijgt natuurlijk alleen betekenis als er flink wat media-aandacht voor is. Het gaat helemaal niet om de militaire betekenis van aanslagen, en zelfs niet om de aantallen slachtoffers. Ietwat cynisch zou je kunnen zeggen dat elke aanslag een perfecte mediacampagne is. Vooral 9/11: die maakte een einde aan de mythe van Amerika's onoverwinnelijkheid.

Zelfmoordaanslagen als succesvolle politieke strategie.
Deze gedachte wordt nu verder uitgewerkt in een zojuist verschenen boek "Dying to Kill", van Mia Bloom. Zelfmoordaanslagen vereisen veel organisatie, maar leveren ook behoorlijk wat op. Niet alleen naamsbekendheid, maar ook politieke macht. Ondanks de stevige woorden van veel regeringen, zijn ze wel degelijk bereid om te onderhandelen. Zo bereikte Bin Laden zijn doel toen de 2003 de Amerikanen met stille trom vertrokken uit Saoedi-Arabie.

Zelfmoordaanslagen zijn dus vooral een instrument van ambitieuze leiders. Emoties worden gemanipuleerd door heroiek van zelfopoffering te zetten tegenover de decadentie van de vijand. En door slachtofferisme en het manipuleren van religieuze sentimenten, zoals de recente cartoonrellen laten zien. Dat machtsmiddel zien natuurlijk we niet alleen in het Midden-Oosten - de conservatieven achter Bush maken net zo goed gebruik van morele verontwaardiging over homohuwelijken en abortus -en creeren daarmee en gevoel van morele superioriteit-, om de aandacht af te leiden van belangrijker zaken als de oorlog in Irak en corruptie bij de regering. Politiek - 't is allemaal psychologie joh.

Wat een heerlijk cynisch begin van het weekend, dit stukje. Het is maar goed dat de zon een beetje begint te schijnen.