Monday, January 28, 2008

De Volkskrant moet nu ook weer niet laf doen over haar Wilders-berichtgeving.

nathaliehansengeertwilders02122006.jpg

(Cartoon van Nathalie Hanssen)

Afgelopen zaterdag verscheen in de Volkskrant een stuk van Ron Meerhof dat waarschijnlijk was bedoeld als hét antwoord op kritiek op de media en hun berichtgeving over Wilders. Meerhof is lid van de Haagse redactie van de krant en betoogde dat de Volkskrant niet te veel, maar juist te weinig over Wilders schreef. Nu gaf die titel juist niet de inhoud weer van de kritiek op de Volkskrant. Het verwijt aan de media luidt momenteel niet zozeer dat ze teveel schrijven over Wilders, maar te kritiekloos - en daarmee de zaak vaak opblazen. En Meerhof's wringt zich in tamelijk veel flauwe bochten om zijn eigen verantwoordelijkheid te ontlopen, en tegelijkertijd Wilders de hemel in te prijzen. Het stuk is daarmee niet alleen een beetje flauw, maar ook laf.

Meerhof hanteert de oude truuk van kritiek zogenaamd samenvatten - maar wel op een manier die hem goed uitkomt- en vervolgens afschieten. Zo parafraseert hij de kritiek op media als zouden journalisten "alles wat Wilders meldt tot het uiterste hypen– om te scoren of meer kranten te verkopen", en serveert die vervolgens af: "Met de verkoop van kranten houden parlementair journalisten zich niet bezig." Dat gaat lichtelijk voorbij aan wat Mark Elchardus, jaren terug, al signaleerde in zijn boek 'De Dramademocratie": dat journalisten en politiek elkaar gevangen houden in een toenemende houdgreep. Je moet "niet onderschatten hoe moeilijk journalisten zich kunnen onttrekken aan een nieuwslawine. Politici en nieuwsjournalisten houden elkaar in een houdgreep. Wilders plan is sensationeel. Het verkoopt. Als jij het niet brengt, komt de concurrentie ermee. Bovendien misken je het ‘sneeuwbaleffect’. Vaak haken prominenten in met een op zichzelf nieuwswaardige reactie. „En dan moet je alsnog door de bocht.”", aldus Elchardus in het NRC. Daar heeft hij een punt waar veel hoofdredacteuren mee worstelen.

Meerhof probeert vervolgens enkele criticasters de mond te snoeren. Zo begint hij bij een opmerking van de Fransman Jean-Yves Camus in PM-magazine: "Camus verbaast zich erover dat Wilders, ‘de meest extreem-rechtse politicus van Europa’, uitgeroepen kon worden tot beste politicus, zoals eind 2007 gebeurde. Elders in Europa is dat ‘vrijwel ondenkbaar’, zegt hij. ‘Als zoiets zou gebeuren in Frankrijk met bijvoorbeeld Le Pen, zouden de media het resultaat van dit onderzoek geheim proberen te houden ofwel voorzien van zeer ernstige kritiek. Het zou on-ge-kend nieuws zijn dat als een weerzinwekkende aardschok zou worden ervaren.’ Meerhof reageert: 'Het resultaat van een opiniepeiling geheim houden? Dat zou pas on-ge-kend nieuws zijn. Althans, in Nederland anno 2008."Flauw natuurlijk. Camus biedt nog een ander alternatief, namelijk de keuze van kritiek voorzien. En dat is ook het punt: doen media dat wel genoeg?

Verderop doet Meerhof het nogmaals: ‘Onderzoek van De Nederlandse Nieuwsmonitor laat zien dat elke keer wanneer Wilders een boude uitspraak doet, er bovengemiddeld vaak aandacht aan wordt besteed’, heette het in een Volkskrant-artikel van afgelopen december over ‘mediahypes’ rond Wilders. Dat onderzoek leverde bijvoorbeeld op dat de affaire over dubbele paspoorten tot ruim vierhonderd artikelen in de vijf landelijke dagbladen had geleid. Maar wat zegt dat? Afgezet waartegen is dat ‘bovengemiddeld’? En wie bepaalt nou dat die uitspraak van Wilders ‘boud’ was?' Nouja, Wilders bepleitte een beroepsverbod voor houders van dubbele paspoorten -dat is best boud. En wat betreft dat 'bovengemiddeld', het grafiekje laat dat wel zien:

wilders-grafiek.jpg

Is het onderzoek dus gedesavoueerd, zoals Meerhof suggereert? Geenszins. Integendeel, zou ik zeggen.

Ruimte voor tegenspraak. Er is dus wel degelijk relatief veel publiciteit voor Wilders voorstellen. Dat is op zich niet slecht. De hoeveelheid publiciteit heeft met een aantal zaken te maken: niet alleen met, inderdaad, de boudheid van zijn uitspraken, de manier waarop hij de media steeds weer voedt, en het feit dat hij zich nooit afvraagt of zijn voorstellen wel uitvoerbaar zijn en het gewenste effect bereiken, maar soms ook doordat hij zich op onbegaan terrein begeeft. Hij doorbreekt daarmee taboes rondom onderwerpen - zoals bijvoorbeeld het taboe rondom de kritiek op de kersttoespraak van de koningin.

Het feit dat Wilders de 'lucht laat lopen' uit bepaalde discoursen in de Nederlandse politiek, is op zich goed maar het vergt dat andere politici Wilders uiterst dicht op de huid zitten om zijn retoriek door te prikken. Vanuit de rechterkant wordt het bijvoorbeeld nogal zeikerig gevonden dat Links, elke keer als er een beetje intolerant wordt gedaan, terugverwijst naar de Tweede Wereldoorlog. Maar waarom doet Links dat? Om aan te tonen, dat je niet een béétje tolerant kunt zijn, dat tolerantie geen tolerantie is als het enkel tolerantie is voor wie westers-christelijk denkt zoals wij. En inmiddels mag het gelukkig weer, verwijzen naar de Tweede Wereldoorlog. Het is namelijk onuitwisbaar deel van onze euhhhrrrm... canon.

Terecht bestaat kritiek op de manier waarop sommige politici Wilders aanpakken. Buiten de orde plaatsen, of persoonlijk aanvallen werkt niet. Je kunt, zo laat de BBC zien, Wilders niet dicht genoeg op de huid zitten. Maar daar moet ook de ruimte voor zijn. Het lijkt mij wel zéker een taak voor media, om juist binnen deze situatie andere politici de ruimte te geven in te gaan op Wilders' uitspraken.

'Ik kan er toch ook niks aan doen?' Soms, vindt Meerhof, krijgt Wilders zijn publiciteit ondanks zichzelf. "Die wurggreep van Wilders, daarmee moet toch vooral de voortdurende berichtenstroom worden bedoeld sinds zijn plan voor een Koranfilm bekend werd. Het zou zo knap zijn dat hij al zo lang in het middelpunt van de belangstelling staat met een film die er nog niet eens is." Meerhof stelt dat het niet Wilders zelf is geweest die de publiciteit rondom de film is begonnen, en dat Wilders ook wel eens heeft opgeroepen tot kalmte. Hetgeen klopt, alleen Wilders buit de publiciteit wel degelijk steeds opnieuw uit en voedt haar (1, 2, 3, 4, 5, 6, 7) en dat weet Meerhof donders goed. En ook Wilders weet, sinds de moord op Theo van Gogh, en sinds de Deense cartoonrellen die hij zelf ook een beetje heeft opgestookt, dat alleen al de aankondiging van een dergelijke film onrust veroorzaakt.

Verderop in Meerhofs stuk wordt een ongebreidelde bewondering zichtbaar voor de politicus Wilders: hij doet het allemaal maar mooi zonder PR-afdeling, en hij zegt precies wat mensen denken. Ik vraag me af waarom Meerhof niet de omgekeerde mogelijkheid onderzoekt: denken mensen niet juist iets, omdat een politicus die zaken zojuist heeft aangekaart? Is dat nu niet juist het gevolg van publiciteit rond een issue? Is het niet zo dat du moment dat de Partij voor de Dieren de erbarmelijke omstandigheden aankaart van paarden op de veemarkt, de week daarop niet heel veel mensen van mening zijn dat die omstandigheden moeten verbeteren, hoewel ze tot de week daarvoor nog nooit over die specifieke kwestie hadden nagedacht? Nee, Meerhof versterkt hier nu juist een mythe over Wilders, namelijk dat die ondanks zijn 24uurs bewaking, haarscherp zou aanvoelen wat er onder de Nederlandse bevolking leeft.

Krokodillentranen. "Maar wie," klaagt Meerhof, "vertegenwoordigt nou die paar honderdduizend conservatieve moslims die bijvoorbeeld bedenkingen koesteren jegens seksuele vrijheden, of uitingen van het christelijk karakter van het hedendaagse Nederland? Hoe divers die groep ook is, hun aantal gedeeld door de kiesdrempel laat in theorie ruimte voor zeker vier zetels of partijen. Er moet toch wel iemand zijn die tenminste een deel van hen een stem kan geven? Ook zo iemand zou ik graag bellen voor zijn reactie op ontwikkelingen. Ook dat geluid hoort in het parlement en in de krant." Prachtig uitgangspunt, dus waarom pakt de journalist Meerhof dan niet gewoon de telefoon, en belt bijvoorbeeld het CDA? Daar zitten namelijk veel conservatievere moslim-politici. Doet hij dat niet, dan zijn dit gewoon krokodillentranen. Of is het nog erger, en zou Meerhof graag een Wilders-achtige conservatieve moslimpartij zien? Ik zou zeggen: Godbewaarme.

Het artikel van Meerhof is eigenlijk met één woord samen te vatten: duiken! Hij versterkt nu juist de verdenking tegen media dat journalisten graag meeliften op de hypes en ze het liefs ook nog een beetje creëren. De Volkskrant heeft zichzelf met dit stuk geen dienst bewezen.