Waarom een fusie tussen GroenLinks en D66 een onzalig idee is.
Zo rond de jaarwisseling pleitte top-ambtenaar Meine Henk Klijnsma voor een fusie tussen GroenLinks en D66. Klijnsma, zelf overtuigd lid van D66 (geen misverstanden daarover), promoveerde onlangs op een proefschrift over de Vrijzinnig-Democratische Bond, die bestond van 1901-1946. Sinds enige tijd bepleit ook publicist en beoogd chef-ideoloog van de Bond, Dick Pels de heroprichting van de VDB. Morgen wordt in de Balie een becommentarieerde heruitgave gepresenteerd van de brochure 'Wat de Vrijzinnig-Democraten willen'. De grote vraag morgen is: is er grond én noodzaak voor een heroprichting van de VDB?
Geschiedenis. In haar 45-jarig bestaan onderscheidde de VDB zich van zijn electorale concurrenten aan de linkerzijde (de SDAP) en de rechterzijde (de liberalen) door - de naam zegt het al- consequente aandacht voor de democratie. Het ging daarbij niet alleen om democratie in formele zin (invoering algemeen kiesrecht, referendum, versterking van de internationale rechtsorde, tegen zogenaamde 'sterke mannen'), maar er zat ook een sociaal getinte agenda aan: gelijke ontwikkelingsvoorwaarden voor iedereen met een nadruk op individuele ontplooiing en emancipatie. De VDB was zowel door vooraanstaande politici als Drucker, Treub, Bos, Marchant en Oud, als door haar bereidheid tot samenwerking, een politieke factor van belang, en nam enkele keren daadwerkelijk deel aan kabinetten: eerst met de liberalen (voorlopers van de VVD), in de jaren dertig in een crisiskabinet onder Colijn. De Bond had haar aanhang vooral onder intellectuelen en beoefenaars van vrije beroepen (notarissen, artsen). Zij sloot vooral aan bij de ideeënwereld van het toenmalige vrijzinnig-protestantisme. Uiteindelijk ging zij op in de PvdA, iets dat Klijnsma en Pels betitelen als een 'historische vergissing'.
De VDB had dus een absluut deugende en verfrissende politieke agenda. Daar kan geen twijfel over bestaan. Maar de vraag is: is vrijzinnigheid als leidraad nog steeds zo relevant dat zij als bindmiddel kan fungeren voor een middelgrote partij? En de tweede vraag is dan natuurlijk: moeten de twee meest voor de hand liggende kandidaten, GL en D66, fuseren - als eerste stap naar het opslurpen van de vrijzinnige stromingen in de PvdA en de VVD?
Geen sterke vrijzinnige ideologie. Om met de eerste vraag te beginnen: het is duidelijk dat de ondersteunende ideologie van het Vrijzinnig-protstantisme in wezen niet meer bestaat. Vrijwel niemand weet waar de letters VPRO nog voor staan - reden voor de omroep om de puntjes tussen de letters maar weg te halen. Het is niet voor niets, dat de aanleiding tot gedachten over heroprichting vooral negatief wordt geformuleerd, namelijk de opkomst van wilders en Verdonk. De aankondiging voor het genoemde debat, bijvoorbeeld, stelt het als volgt: is er ruimte voor een nieuwe beweging die zich verzet tegen religieuze, socialistische en conservatieve vormen van gemeenschapsdenken en tegen het volksnationalisme van Wilders en Verdonk? En Meine Henk Klijnsma: "De opkomst van rechtse krachten schreeuwt om een sterke en serieuze linkse tegenbeweging. Je hebt wel SP, maar die is populistisch. En de PvdA is verzwakt." Is er dan is blijkbaar te weinig aanleiding in een positief geformuleerd vrijzinnig uitgangspunt?
Er is simpelweg weinig meer over van een uitgesproken vrijzinnige traditie. Dat vindt ook hoogleraar Wibren van den Burg, die stelt: "Omdat slechts weinig kiezers vrijzinnige beginselen als belangrijkste factor bij het uitbrengen van hun stem zullen zien, is een nieuwe partij gedoemd een klein minderheidspartijtje te blijven." En zelfs Klijnsma zelf stelt dat vrijzinnigheid niet sterk genoeg is als noemer om zich op te verenigen: hoe fraai ook, de VDB was vooral een kind van haar tijd. Vrijzinnigheid, zou ik daarbij stellen, bezielt te weinig tegenwoordig. Een aantal linkse intellectuelen - ja wellicht. Maar niet de mensen in de straat, die zal het worst zijn.
Vrijzinnigheid als 'herkenbare onderstroom'. Vrijzinnigheid, stelt Van den Burg, is niet zozeer een aparte stroming, als wel 'een herkenbare onderstroom die evenzeer het karakter van de hele Nederlandse samenleving heeft bepaald als bijvoorbeeld het calvinisme.' En daar heeft hij wat mij betreft de kern geformuleerd. Vrijheid van gedachtenuiting, los zijn van dogma's, onbevangenheid, en voor iedereen gelijke ontwikkelingsvoorwaarden: het zijn principes die zowel door links-liberalen als door rechts-liberalen geclaimd kunnen worden. Het is natuurlijk niet voor niets dat Femke Halsema, toen ze in 2004 een blauwdruk presenteerde voor een vrijzinnig-links ideaal, de nadruk legde op dat 'links'. Emancipatie, duurzaamheid, internationale solidariteit maken daar deel van uit. Laten we wel wezen, de VVD kan nog zo liberaal zijn, dat liberalisme stond toch de afgelopen decennia vooral gelijk aan marktdenken, afscheid van de publieke sector, 'eigen verantwoordelijkheid' en 'ieder-voor-zich'.
Een fusie dan maar? De tweede vraag dan. Moeten D66 en GroenLinks fuseren? Een aantal lokale politici reageerden positief, zoals GroenLinks-fractievoorzitter Joke van Nieuwenhuizen uit Middelburg, die het een 'prikkelend' idee noemde. Ook GroenLinks-lid Paul Vermast uit Dronten reageerde instemmend, omdat 'de inhoudelijke verschillen tussen D66 en GroenLinks niet eens zo verschrikkelijk groot zijn.' En Irona Groeneveld (GrienLinks, Tytsjerksteradiel) werd er op zijn minst 'nieuwsgierig' van. Voormalig D66 Statenlid Johan Sieswerda wijdde er zelfs twee blogjes aan (1, 2) en houdt een warm pleidooi voor een fusie.
Klijnsma zelf benoemt D66 als dé erfgenaam van de VDB en stelt dat GroenLinks, na de door Halsema ingezette koerswijziging richting vrijzinnigheid, daar best wel bij kan.
Te breed principe. Maar Klijnsma veronachtzaamt dat vrijzinnigheid een dusdanig breed principe is dat je er in wezen alle kanten mee uit kunt. Zoals Van Den Burg betoogt: "Vrijzinnigheid is geen grondslag voor een compleet politiek programma. Over het milieubeleid verschillen vrijzinnige VVD’ers en GroenLinksers ingrijpend, zoals ook over het sociaal-economisch beleid en het internationale beleid." Ik moet inderdaad Paul Vermast teleurstellen. Zelfs een fusie tussen D66 zit er überhaupt op inhoudelijke gronden al niet in. Het sociaal-economische hoofdstuk van het D66 verkiezingsprogramma, bijvoorbeeld, lijkt verdacht veel op dat van de VVD. En laten we het maar vooral niet hebben over bijvoorbeeld Afghanistan -waar D66 een beschamend en narcistisch politiek toneelstukje van maakte. Of de houding ten aanzien van landschap (D66 / GL), milieu (D66/GL). En inderdaad, meneer Klijnsma, over de palestijnse kwestie worden wij het beslist niet eens. En tenslotte: GroenLinks is tot dusver de enige partij die het ronduit zegt: als je duurzaamheid en internationale solidariteit echt serieus neemt, moet je simpelweg minder gaan consumeren. Consuminderen dus - ik zie het politiek pragmatische D66 er nog niet voor pleiten.
Vrijzinnigheid is een fraaie leidraad voor het bedrijven van politiek, laat daar geen misverstand over bestaan. Maar het is één leidraad, en een onvoldoende leidraad om tot een gezamenlijk politiek programma te komen. Vrijzinnigheid is een zodanig breed begrip dat het onvoldoende duidelijkheid laat over het 'hoe en wat'.
En wat mij betreft, ik ben inmiddels 15 jaar lid, te trots op het 'hoe en wat' van GroenLinks, om dat op te geven voor een fusie met een partij die politiek pragmatisme zodanig tot uitgangspunt heeft verheven, dat ze zonder blikken of blozen haar minister met zijn all-time-D66-speerpunt 'de gekozen burgemeester' inruilt voor nog een portie pluche en wat geld voor onderwijs.
|