Emanicipatienota: een gemiste kans.
Jullie zullen wel net zo´n soort reactie gehad hebben als ik op de kop in de Volkskrant. `Kabinet: vrouw is geen lustobject`, stond er. Na het eerste hilarisch gelach op onze debattraining vroegen we ons af of dit nu een streven was of een klacht. Okee, het eerste natuurlijk.
Het betreft hier het meest in het oog springende punt van de nieuwe Emancipatienota 2008-2011. Andere interessante puntjes: het streven naar 60% economisch zelfstandige vrouwen in 2010 is al absoluut onhaalbaar geworden. Het gaat veel te langzaam.
Het behalen van zijn streefcijfers laat het kabinet vooral aan anderen over. Wel wordt het ouderschapsverlof uitgebreid van 13 naar 26 weken, het thuisblijven fiscaal duurder gemaakt en méér werken fiscaal aantrekkelijker. Maar verder blijft het bij aansporen van anderen. Dienstverleners zoals postkantoren, tandartsen en gemeentelijke diensten moeten ’s avonds meer open te zijn. Vrouwen moeten hun kind naar de crèche te brengen en techniek studeren, en werkgevers moeten thuiswerk en flexibele werktijden mogelijk maken. tenminste, dat is de bedoeling. Komop jongens.
Het in vorige emancipatienota's nagestreefde doel om mannen een gelijk aandeel in de zorg te laten leveren is vervallen. Dat "past niet in de visie van dit kabinet". Vrouwen moeten wel veel meer gaan werken om de kosten van de vergrijzing op te vangen. "Dit kabinet", staat er, "wil sturen op een betere combineerbaarheid van werk en zorg voor vrouwen en mannen, niet op een herverdeling van zorgtaken tussen vrouwen en mannen thuis". Hm. Hier wil het kabinet dus niet meer ingrijpen in het privéleven. Maar even verderop wel.
Ja, jongens en meisjes, want een stukje verder begint Hoofddoelstelling 3b: seksuele en relationele vorming van meisjes en jongens en het vergroten van hun weerbaarheid tegen (seksueel) geweld. Van de maatregelen hoeft niemand te schrikken: er komt namelijk 'onderzoek naar de gevolgen van van seksualisering van de rol van meisjes en vrouwen in de maatschappij'. (Gek, niks over de rol van jongens en mannen? Doen die niks of hebben die nergens last van?) . De GGD en de Rutgers Nisso Groep krijgen wat meer geld voor sexuele voorlichting. Het ministerie gaat "verkennen hoe de deskundigheidsbevordering van leraren op dit gebied kan worden vergroot". En er wordt 'onderzocht wat er nodig is om de mediawijsheid van jongeren, opvoeders en professionals (waaronder leerkrachten) te vergroten.' En tenslotte gaat Plasterk met de media praten. Veel 'onderzocht', 'verkend' en 'toch al gefinancierd'. Als je een beetje ambtenarentaal kent, dan weet je dat dit geen speerpunt is, maar gewoon lippendienst.
Enkele liberale politici hebben al gereageerd. GroenLinks-voorvrouw Halsema betitelde de nota als 'teleurstellend' en 'vaag', omdat te weinig gedaan wordt om de positie van vrouwen echt te verbeteren. Pechtold (D66) vindt het tegengaan van excessen primair een taak voor opvoeders en niet voor de overheid.
Een overheid kan weinig. Maar zij kan wel de discussie stimuleren en moet dat in dit geval ook doen, zeker om tegenspel te bieden aan de commerciële belangen aan de andere kant - de reclamebureau's, de cosmetische industrie, de klinieken voor plastische chirurgie die als paddestoelen de grond uit schieten.
Mij verbaast het daarom dat Plasterk maatschappelijke organisaties er niet bij betrekt, of kunstenaars. Maatschappelijke organisaties, omdat die het debat moeten dragen; en kunstenaars en andere creatieven, omdat die met beelden kunnen spelen en experimenteren. En de diepere discussie kunnen initiëren: die over onze eigen beleving van sexualiteit.
Ariël Levy benoemt in haar boek 'Female Chauvinist Pigs' als de crux van de huidige beeldvorming rond sexualiteit, dat deze leeg is, verveeld, dat de hoofdpersonen een rol spelen: in hun plastic volmaaktheid alleen nog maar een object vormen. Als het dus moet gaan over deze beeldvorming, dan moet het ook gaan over hoe we beelden kunnen maken die ons wel raken, die ons naar onze eigen beleving toebrengen, die ons ontroeren.
Ach, teveel gevraagd. Dit kabinet doet, vrees ik, liever aan betutteling dan aan discussie.
|