Sunday, June 25, 2006

Babyboom66


Pechtold (foto NRC)

Bestuurlijke vernieuwing. Dat was de bestaansreden voor D66. Referendum, gekozen burgemeester, ander kiesstelsel. Het is eigenaardig dat D66 zelf nooit door heeft gehad hoe generatiegebonden die agenda is. De halve babyboom-generatie werd reclameboy, manager of organisatieadviseur en dat zie je terug in het denken van D66: als je het systeem maar omgooit, wordt de hele wereld anders. Wat dat betreft lijkt D66 net op een stel organisatie-adviseurs dat middels fraaie powerpoints dolgraag de organisatie wil kantelen, op zijn kop zetten, horizontaliseren en herstructureren. De rest van Nederland lijkt op een stel vermoeide werknemers dat alweer de hei op moet en het maar over zich heen laat komen.

Of niet natuurlijk. D66 ging in een Kabinet om eindelijk haar politieke agenda te realiseren. Een oude lul van een VVD-senator schoot met met zichtbaar genoegen het referendum af. D66 bleef zitten. Partijleider Dittrich kondigde aan om nooit in een kabinet met VVD en CDA te stappen. Een paar weken later stond D66 op de trappen van Huis ten Bosch. De gekozen burgemeester sneuvelde in de senaat, de minister en partijleider erbij. D66 bleef zitten. Het kiesstelsel sneuvelde al in de ministerraad. D66 bleef zitten.

Dat ging niet alleen zo met de kroonjuwelen. D66 was tegen de missie in Uruzgan. Ze dreigde met een kabinetscrisis; de missie ging, D66 bleef zitten. De grens tussen pragmatisme en opportunisme is intussen overschreden. Van een partij waar je nog sympathie voor kon hebben omdat ze zo'n aandoenlijk optimistisch wereldverbeteraarsélan uitstraalden, is D66 een beetje een irritant partijtje geworden. Een partijtje met een waterhoofd. Wel kabinetsdeelname, maar een klein en dalend ledenaantal, geen strijdpunten meer, weggevaagd bij de raadsverkiezingen en slechte peilingen.

Herbronnen, zo heet het in organisatieadviestaal, wat je dan moet doen. Paar jaartjes oppositie, de pijnlijke feiten onder ogen zien, nieuwe uitgangspunten formuleren en je kunt er weer jaren tegenaan. Daarom vind ik het zo verbazingwekkend dat D66 Pechtold kiest als partijleider. Hij is namelijk een exponent van de foute ontwikkelingen in die club. Hij vertelt aan iedereen die het horen wil, hoe visieloos het kabinet is... en blijft zitten. Hij vindt dat het er maar vuil en vunzig aan toe gaat in het kabinet, en blijft zitten. Hij schrikt, van de omgangsvormen, maar... te pas en te onps probeert hij onder Uruzgan uit te komen, en moet dan weer zijn woorden inslikken. Kortom, Pechtold staat niet bepaald bekend om zijn diepgeande en doorwrochte visie maar des te meer om zijn ijdelheid en profileringsdrang.

Dat wordt dus geen herbronnen, maar doorgaan op dezelfde weg. Misschien was dat ook wel logisch. De generatie die het nu voor het zeggen heeft in D66 wil de boel niet op de schop, omdat ze dan hun macht verliezen. En de oprichters willen de boel niet op de schop, omdat dat het definitieve einde van de babyboomers zou inluiden. Daarom was Pechtold de man van de partijtop: Lousewies was -voorzichtig maar toch- hervormingsgezinder en inhoudelijker. Op korte termijn zal de keus voor Pechtold wellicht winst opleveren, maar een kiezer kan maar een beperkte hoeveelheid oppportunisme, politieke spelletjes en visieloosheid verdragen. En dat is waarom ik denk dat D66 gister haar doodvonnis getekend heeft.