Thursday, October 14, 2004

And the winner is... Hillary Clinton



De commentatoren zijn nog verdeeld over de vraag wie het debat vannacht gewonnen heeft - de polls zullen zo wel komen. De NOS houdt het op gelijksspel. Maar MNSBC vindt Kerry de duidelijke winnaar. Ik zal nog maar niet bij Fox gaan kijken.

Toch bekruipt me al langer tijd een bepaalde twijfel. Als Kerry het goed doet, ben ik weer even hoopvol, maar ... In hoeverre heeft John Kerry, en hebben de Democraten nu een eigen verhaal? In hoeverre definieren zij nu het debat? Zijn zij niet voortdurend aan het reageren op Bush, die de discours domineert met thema's als belastingverlagingen, anti-overheid, terrorisme en oorlog -hoe zeer die ook is ingegeven door opportunisme, arrogantie en ordinair winstbejag. Is het eigenlijk niet gewoon nog steeds "anything but Bush"?




Wellicht projecteer ik de Nederlandse situatie op de VS, want ook hier heeft de oppositie nog niet een stevig en inspirerend verhaal om te zetten tegenover het angst zaaien van rechts: angst voor globalisering, angst voor terrorisme, angst voor immigranten. De dreigingen zijn vaak wel reëel, maar rechts reageert in wezen zeer defensief: lonen omlaag anders wordt je baan ge-outsourced; burgerrechten en privacy inperken; immigranten buitensluiten. En hoewel Links altijd moediger is geweest in het vinden van toekomstgerichte oplossingen, is de simplistische positie van Rechts veel makkelijker te verdedigen.

Maar er is meer aan de hand. In de New York Review of Books deze keer een stuk over de paradigmawisselingen in de Amerikaanse politiek. Joan Didion beschrijft hoezeer de dreiging na 9/11 gebruikt is om Amerikaanse politiek te simplificeren. Irak is, hoe onterecht ook, een meesterzet geweest van de Republikeinen, want er werd een sfeer gecreeerd van: nadenken, ingewikkelde overwegingen, daar hebben we nu even geen tijd voor. Dat is decadent. Woorden als ‘Faith”, “Truth”; “Belief” voeren de boventoon. In het bespelen van emoties zijn de republikeinen onder Karl Rove een meester geworden. Wantrouwen is gemakkelijker gezaaid dan vertrouwen, en de conservatieven hebben een enorm wantrouwen gevoed tegen de overheid. Dat maakt het moeilijk om belangrijke hervormingen in het ziektenkostenstelsel door te voeren of te investeren in onderwijs. Consumentisme en een 'winner takes all'-mentaliteit zijn gemakkelijker gezaaid dan solidariteit: ben je ziek, gehandicapt, werkloos of gewoon geboren in een achterstandssituatie, dan is het eigen schuld dikke bult. Dat maakt het moeilijk om solidariteit op te bouwen.

De uitdaging voor links is dus niet alleen het intellectuele debat te voeren. Maar ook om daarnaast een net zo aansprekende visie op te bouwen. Het is niet voor niets dat men terugverlangt naar Clinton: er is een Great Communicator nodig en dat is Kerry niet. Links heeft intussen gelukkig wel wat vuile truukjes geleerd van rechts: zie de docu’s Outfoxed, Fahrenheit 9/11, Super Size Me. Maar een nieuwe discours moet nog vormgegeven worden, en een nieuwe visie is er nog niet.




Hillary Clinton heeft dit alles beseft toen zij al twee jaar geleden aankondigde dat ze zich niet in 2004, maar pas in 2008 kandidaat zou stellen voor het presidentsschap. Of zij de aansprekende kandidaat is die links zoekt, weten we nog niet. Maar ze weet haar tijd beter te kiezen dan John F Kerry.