Sunday, June 13, 2004

LinksLiberaal 1

"Wij zijn de laatste links-liberale partij”, zei Femke Halsema onlangs in het GroenLinks Magazine. In het bonte gezelschap dat GroenLinks vormt, is tot dusver niemand opgestaan die bezwaar maakt tegen deze ideologische plaatsbepaling en zich afvraagt wat de partij eigenlijk in het liberale huis te zoeken heeft. De stilte na deze opmerkelijke uitspraak van de partijleider is voor meer dan één uitleg vatbaar. Het kan zijn dat Halsema sinds haar aantreden anderhalf jaar geleden, zoveel gezag heeft opgebouwd dat GroenLinks bereid is haar te volgen, ook op onvermoede wegen. Het kan ook zijn dat de partij bij gebrek aan intern debat in slaap is gesukkeld en niet meer functioneert als tegenwicht. Een derde mogelijkheid is dat GroenLinks met zijn keuze voor het liberalisme definitief de breuk markeert met de ideologieën van PPR, PSP, CPN en EVP, de partijen waaruit het voortkomt."

Zo begint Marcel ten Hooven zijn stuk getiteld "Groen-liberaal" in de Trouw van 23 april. Ten Hooven is behalve Trouw-redacteur ook medeauteur, (samen met Paul 't Hart) van het onlangs verschenen "Op Zoek naar Leidersschap", waarin hij de interviews deed en Paul 't Hart de essays schreef.

Hij gaat verder door Halsema te contrasteren met Paul Rosenmoller, die de zomer voor de verkiezingen van 2002 toenadering zocht tot het CDA, onder andere door weer meer de nadruk te leggen op gemeenschap en een herwaardering te bepleiten van de sociale verbanden waarin het individu verkeert. Zie ook het pamflet "Een nieuwe lente", een essay van zes groenlinkse en zes cda-wethouders.

Halsema, zo schrijft Ten Hooven, zou juist gericht gericht zijn op ontplooiingskansen en autonomie van het individu. Hij citeert de emancipatienotitie van GroenLinks:
,,Godsdienst is niet iets wat emancipatie automatisch in de weg staat of bevordert. Godsdienstige opvattingen en organisaties beoordelen wij op hun vermogen mensen te helpen bij een zinvolle, verantwoorde en aangename vormgeving van hun bestaan en hun relaties. Organisaties die rechtmatige sociale, culturele, politieke of seksuele verlangens onderdrukken, met een beroep op welke doctrine dan ook, zullen wij bestrijden.”
En ja, dat is natuurlijk tegen het zere been van het CDA: de overheid mag niet ingrijpen in het maatschappelijk middenveld!