Creatief met GroenLinks
Er zitten veel nadelen aan het verliezen van verkiezingen. Zoals mensen moeten ontslaan enzo. Dieptriest. Maar er zit in ieder geval een voordeel aan, als je eenmaal uitgehuild bent: je kunt fris en vrolijk helemaal je partij opnieuw overdenken. Niets is meer heilig, alles is in state of flux.
Sommige mensen gaan wel heel creatief aan het denken, zoals Sywert, die werkelijk meent dat als GroenLinks zichzelf opheft in de PvdA, de politiek vervolgens enorm vergroent en GroenLinks enorm relevant wordt. Ik vrees dat we dan alleen maar meer PvdA krijgen en dat het groen voorgoed ingeruild wordt tegen ouderwetse grijze vakbonds-kuch-'solidariteit'.
Maar deze week vielen me wel twee stukken op: eentje van de onvermoeibare Wijnand Duyvendak en eentje van Hans Maarten van der Brink in NRC. Die laatste is nog niet online, maar ik zal hem proberen samen te vatten.
Beweging van onderop. Beide auteurs, Duyvendak en Van den Brink wijzen op de enorme golf aan burgerinitiatieven, op maatschappelijk gebied maar ook op gebied van duurzaamheid. Sluipenderwijs (terwijl politici Wilders volgden in zijn wrokkigheid en negativiteit en media popelen om elk goedkoop sentiment aan te wakkeren en over te nemen) vond er dus een behoorlijke cultuuromslag plaats onder de Nederlandse bevolking. Mensen hebben blijkbaar geen zin meer in negativiteit en werpen zich en masse op kleinschalige initiatieven om de wereld, nouja, de wijk te verbeteren, zelfvoorzienend te worden of duurzaamheid te bevorderen.
Koren op de molen van GroenLinks, zou je denken. Maar nee, Van den Brink signaleert dat GroenLinks -evenmin als bijvoorbeeld Die Grunen- weten te profiteren, vooral door intern gedoe en leiderschapsstrijd. En waar Die Grunen dan nog redelijk wat invloed hebben kunnen uitoefenen in de afgelopen jaren, is dat voor GroenLinks teleurstellend weinig geweest.
Ongeloofwaardig. Ligt er nu voor GroenLinks een nieuwe toekomst, nu burgers verstandiger blijken dan aangenomen? Helaas niet, schrijft Van den Brink. Het probleem is niet zo zeer dat de leden bij bosjes weglopen bij de partij, het probleem is de enorme ongeloofwaardigheid. Tsja, het is natuurlijk zo dat juist het eigen top-kader dingen deed die het aanzien van de partij geen goed deden: soms door iets teveel stunteligheid (het partijbestuur), soms door naïviteit (Sap, die zich door Rutte liet verleiden tot Kunduz en vervolgens de fractie zwaar onder druk zette), soms door kiezen voor eigenbelang of frustratie tegen het belang van de partij in: Tofik Dibi, Ineke van Gent. En het onderhuids voortwoekerende conflict leek niemand onberoerd te laten. Niemand van de partijtop is ongeschonden, stelt Van den Brink dan ook terecht.
Het Roer Moet Om. Dus, schrijft Van den Brink, gooi radicaal het roer om. Hef GroenLinks op en begin een kiezersbeweging: "geen nieuwe club met statuten en fractiedisciplines", maar een beweging waaraan GroenLinksers kunnen deelnemen maar ook mensen uit andere partijen en vooral uit alle hoeken van de samenleving. Honderd mensen, stelt Van den Brink voor, "die daarbij niet zo bleu zijn om gevraagd te willen worden, maar die hun aanbod beschouwen als een dienst aan de samenleving".
Even afgezien van de vraag hoe je ook in zo'n beweging mannetjesmakerij en egoïsme vermijdt, hij heeft twee belangrijke punten. Namelijk (1) dat de agenda van duurzaam (waaronder ook sociaal duurzaam en economisch duurzaam) breder is dan GroenLinks en (2) dat er iets radicaals moet gebeuren met de partij. Niet alleen omdat de partij het vertrouwen van de kiezer heeft verloren, maar ook omdat mensen met idealen zich niet zo maar laten inkapselen door een beweging of partij: die moet uit henzelf komen.
En misschien ook wel omdat een partij niet meer het vehikel is waarlangs een dergelijke politieke agenda moet worden gerealiseerd. Maar dat er wel degelijk een vehikel moet zijn voor een agenda, staat als een paal boven water. Ik ben het zeer eens met Wijnand, als die schrijft: "Deze hele beweging van doe-het-zelvers is inspirerend, maar ik ben niet naïef: uiteindelijk kunnen we niet zonder de politiek: zij zal de grote vervuilers moeten aanpakken, vervuiling duurder maken en schoon gedrag goedkoper, strenge normen stellen aan vervuiling." Inderdaad, laten we niet naïef zijn. De tegenkrachten zijn groot, soms (vaak) moet je multinationals, werkgeversverenigingen, zittende machten gewoon dwingen.
Hoe dan wel? Voor wat betreft de partij: de vraag is ook of de oude vormen van partijdemocratie nog wel voldoen. Ik word ook niet vrolijk van Platvoetindianen die heel opportunistisch elk wissewasje aangrijpen om de partij middels kromme redeneringen met veel machtsvertoon richting oud-links te duwen. Symbool-politiek ook, en dat spreekt me niet aan. Het gedachtegoed van GroenLinks zoals het er nu uitziet -groen, sociaal, vrijzinnig- spreekt veel mensen aan. Alleen de partij-organisatie is aan vernieuwing toe. Je zou bijvoorbeeld een organisatie wensen waarin de top zich ook laat corrigeren door de leden, bijvoorbeeld als het gaat om omgangsvormen. Een organisatie waarbij de drempel om zich aan te sluiten laag is, bijvoorbeeld omdat ze ook een life-style van betrokkenheid en verschilligheid vertegenwoordigt. Een organisatie die misschien wel meer als netwerk is opgebouwd dan als hierarchische partij-organisatie (ook al moeten we altijd rekening houden met de wet van Michels). Een organisatie met een flinke denktank ook, want als duurzame oplossingen in brede zin van het woord vergen veel denkkracht en goede contacten met onderzoekers; en het gevaar is dat je gedachtegoed anders verwatert.
En als we daarvoor het partij-logo moeten offeren, ach, dan zij dat zo. Maar ik vind het een creatiever en dynamischer idee dan opgaan in de PvdA, zoals Maarten van Poelgeest, Joost Lagendijk en Ineke van Gent voorstelden. Want dan weet je zeker dat je de partij om zeep helpt.
Sommige mensen gaan wel heel creatief aan het denken, zoals Sywert, die werkelijk meent dat als GroenLinks zichzelf opheft in de PvdA, de politiek vervolgens enorm vergroent en GroenLinks enorm relevant wordt. Ik vrees dat we dan alleen maar meer PvdA krijgen en dat het groen voorgoed ingeruild wordt tegen ouderwetse grijze vakbonds-kuch-'solidariteit'.
Maar deze week vielen me wel twee stukken op: eentje van de onvermoeibare Wijnand Duyvendak en eentje van Hans Maarten van der Brink in NRC. Die laatste is nog niet online, maar ik zal hem proberen samen te vatten.
Beweging van onderop. Beide auteurs, Duyvendak en Van den Brink wijzen op de enorme golf aan burgerinitiatieven, op maatschappelijk gebied maar ook op gebied van duurzaamheid. Sluipenderwijs (terwijl politici Wilders volgden in zijn wrokkigheid en negativiteit en media popelen om elk goedkoop sentiment aan te wakkeren en over te nemen) vond er dus een behoorlijke cultuuromslag plaats onder de Nederlandse bevolking. Mensen hebben blijkbaar geen zin meer in negativiteit en werpen zich en masse op kleinschalige initiatieven om de wereld, nouja, de wijk te verbeteren, zelfvoorzienend te worden of duurzaamheid te bevorderen.
Koren op de molen van GroenLinks, zou je denken. Maar nee, Van den Brink signaleert dat GroenLinks -evenmin als bijvoorbeeld Die Grunen- weten te profiteren, vooral door intern gedoe en leiderschapsstrijd. En waar Die Grunen dan nog redelijk wat invloed hebben kunnen uitoefenen in de afgelopen jaren, is dat voor GroenLinks teleurstellend weinig geweest.
Ongeloofwaardig. Ligt er nu voor GroenLinks een nieuwe toekomst, nu burgers verstandiger blijken dan aangenomen? Helaas niet, schrijft Van den Brink. Het probleem is niet zo zeer dat de leden bij bosjes weglopen bij de partij, het probleem is de enorme ongeloofwaardigheid. Tsja, het is natuurlijk zo dat juist het eigen top-kader dingen deed die het aanzien van de partij geen goed deden: soms door iets teveel stunteligheid (het partijbestuur), soms door naïviteit (Sap, die zich door Rutte liet verleiden tot Kunduz en vervolgens de fractie zwaar onder druk zette), soms door kiezen voor eigenbelang of frustratie tegen het belang van de partij in: Tofik Dibi, Ineke van Gent. En het onderhuids voortwoekerende conflict leek niemand onberoerd te laten. Niemand van de partijtop is ongeschonden, stelt Van den Brink dan ook terecht.
Het Roer Moet Om. Dus, schrijft Van den Brink, gooi radicaal het roer om. Hef GroenLinks op en begin een kiezersbeweging: "geen nieuwe club met statuten en fractiedisciplines", maar een beweging waaraan GroenLinksers kunnen deelnemen maar ook mensen uit andere partijen en vooral uit alle hoeken van de samenleving. Honderd mensen, stelt Van den Brink voor, "die daarbij niet zo bleu zijn om gevraagd te willen worden, maar die hun aanbod beschouwen als een dienst aan de samenleving".
Even afgezien van de vraag hoe je ook in zo'n beweging mannetjesmakerij en egoïsme vermijdt, hij heeft twee belangrijke punten. Namelijk (1) dat de agenda van duurzaam (waaronder ook sociaal duurzaam en economisch duurzaam) breder is dan GroenLinks en (2) dat er iets radicaals moet gebeuren met de partij. Niet alleen omdat de partij het vertrouwen van de kiezer heeft verloren, maar ook omdat mensen met idealen zich niet zo maar laten inkapselen door een beweging of partij: die moet uit henzelf komen.
En misschien ook wel omdat een partij niet meer het vehikel is waarlangs een dergelijke politieke agenda moet worden gerealiseerd. Maar dat er wel degelijk een vehikel moet zijn voor een agenda, staat als een paal boven water. Ik ben het zeer eens met Wijnand, als die schrijft: "Deze hele beweging van doe-het-zelvers is inspirerend, maar ik ben niet naïef: uiteindelijk kunnen we niet zonder de politiek: zij zal de grote vervuilers moeten aanpakken, vervuiling duurder maken en schoon gedrag goedkoper, strenge normen stellen aan vervuiling." Inderdaad, laten we niet naïef zijn. De tegenkrachten zijn groot, soms (vaak) moet je multinationals, werkgeversverenigingen, zittende machten gewoon dwingen.
Hoe dan wel? Voor wat betreft de partij: de vraag is ook of de oude vormen van partijdemocratie nog wel voldoen. Ik word ook niet vrolijk van Platvoetindianen die heel opportunistisch elk wissewasje aangrijpen om de partij middels kromme redeneringen met veel machtsvertoon richting oud-links te duwen. Symbool-politiek ook, en dat spreekt me niet aan. Het gedachtegoed van GroenLinks zoals het er nu uitziet -groen, sociaal, vrijzinnig- spreekt veel mensen aan. Alleen de partij-organisatie is aan vernieuwing toe. Je zou bijvoorbeeld een organisatie wensen waarin de top zich ook laat corrigeren door de leden, bijvoorbeeld als het gaat om omgangsvormen. Een organisatie waarbij de drempel om zich aan te sluiten laag is, bijvoorbeeld omdat ze ook een life-style van betrokkenheid en verschilligheid vertegenwoordigt. Een organisatie die misschien wel meer als netwerk is opgebouwd dan als hierarchische partij-organisatie (ook al moeten we altijd rekening houden met de wet van Michels). Een organisatie met een flinke denktank ook, want als duurzame oplossingen in brede zin van het woord vergen veel denkkracht en goede contacten met onderzoekers; en het gevaar is dat je gedachtegoed anders verwatert.
En als we daarvoor het partij-logo moeten offeren, ach, dan zij dat zo. Maar ik vind het een creatiever en dynamischer idee dan opgaan in de PvdA, zoals Maarten van Poelgeest, Joost Lagendijk en Ineke van Gent voorstelden. Want dan weet je zeker dat je de partij om zeep helpt.
|