Een nieuwe visie van Links is hard nodig
Geert Wilders wijst elke medeverantwoordelijkheid af voor de massamoord in Utoya maar beschuldigt andere politici 'politieke handlangers' van terreur te zijn. Hoe komt hij daar steeds weer mee weg? Wilders hanteert stijlmiddelen die zich onttrekken aan rationaliteit. Hij spreekt in metaforen en overdrijvingen ('tsunami van moslims'). Hij polariseert en hanteert consequent apocalyptisch taalgebruik: moslims zijn vijandig, als we niet ingrijpen gaan we ten onder, we moeten ze stoppen. Wie dit nuanceert is 'aan het downplayen'. Links, vooral de PvdA, is slap en decadent; ze doet aan 'importeren van stemvee', ze zijn 'politieke handlangers van Mohammed B'.
Het is simplistische, platte politiek, maar met dat simplisme en vooral de stevige beeldtaal sluit Wilders aan bij ideeën die in onze cultuur leven. Zoals: wie slachtoffer is, kan niet tegelijk slecht zijn. Wie bedreigd wordt, mag vechten; wie niet vecht, is geen man. Als je er even over nadenkt klopt het niet maar het klinkt wel heel aantrekkelijk. Wilders als de gekwetste eenzame held die het opneemt tegen het verdorven establishment.
Dit is precies de reden waarom Wilders zijn toon niet kán matigen. En waarom hij weigert zijn aanhang, die op aan PVV gelieerde fora de massamoord op Utoya goedkeurt, niet tot de orde roept. Want Wilders gedijt alleen bij polarisatie. Als hij niet polariseert, dan zijn 'linkschmensen' en moslims niet meer de boeman en is hij zelf niet meer het slachtoffer. Zodra hij zijn woorden gaat relativeren, verliest zijn retoriek haar urgentie en betekenis. Dan valt de grond onder zijn voeten weg en is hij niets meer. En dat moment komt dichterbij. Het steeds weer urgentie opeisen voor de anti-islam-agenda verliest zijn kracht, zeker nu de economie onze aandacht vraagt.
Wat moet de linkse en progressieve oppositie tegen Wilders inbrengen? Linkse leiders reageren fatsoenlijk in dit soort situaties. Job Cohen bijvoorbeeld benadrukte dat Wilders 'geen enkele verantwoordelijkheid' had voor Breiviks daad. Prijzenswaardig, maar voor Wilders' aanhangers getuigt zo'n relativerende reactie van slapheid. De oppositie mag Wilders' gedrag best benoemen in de taal die de Wilders-aanhang verstaat: hypocriet en laf.
Wilders gedoogt een kabinet waarin zijn gedoogpartners trekjes van zijn politieke stijl hebben overgenomen. De aanval is, licht revanchistisch, ingezet op de zogenaamde 'linkse hobby's'. Het gevolg is dat links zich genoodzaakt voelt om bestaande verworvenheden te verdedigen en zich behoudend opstelt. Daarmee verdedigt ze soms impliciet zaken waar ze het zelf eigenlijk ook niet mee eens is: misbruik van sociale zekerheid bijvoorbeeld, of een arrogante houding van cultuurpausen.
Linkse en progressieve partijen moeten niet zozeer reageren op Wilders en het door hem gedoogde kabinet, of meedoen Wilders' schijnproblemen te bevechten. De oppositie kan beter - liefst gezamenlijk - met een frisse visie komen op hoe zij de toekomst van Nederland ziet. Ze kan zich dan richten op de echte issues: de financiële crisis, de stijgende voedselprijzen, de noodzaak tot radicale verduurzaming.
Met die agenda kan ze een appèl doen op de kiezer. Hoe willen we dat Nederland er over tien jaar uitziet? Nog steeds boos en wrokkig? Of willen we de mouwen opstropen en samen werken aan een toekomst waarin voor iedereen plaats is? Aan zo'n visie is behoefte. En die visie kunnen linkse en progressieve krachten - juist door hun louteringsproces van de afgelopen jaren - beslist geloofwaardiger uitdragen dan CDA en VVD.
Een interessant moment. Of CDA en VVD nemen afstand van Wilders en het kabinet verzwakt. Of ze zwijgen en verbinden zich aan een politieke stijl die steeds meer weerstand oproept. En die weerstand kan nu door de oppositie snel worden gekanaliseerd in een positieve, optimistische agenda voor de toekomst. Aan de slag!
Dit stuk verscheen eerder in Trouw.
|