Sunday, April 04, 2010

Christelijke kerken moeten afstand nemen van de reacties van de Paus.


Seksueel misbruik door kerkelijke gezagsdragers kan desastreus zijn, juist door de positie die de kerk in levens inneemt. Voor kerken die nog wel bij de tijd zijn, is het moment gekomen om zich krachtig uit te spreken tegen de manier waarop de Roomse Kerk ook nu nog daarmee om meent te moeten gaan.

Deze Paaszondag sprak de Paus het traditiegetrouw het Urbi et Orbi uit ('voor de stad en voor de wereld'). Met geen woord repte hij over het seksueel misbruik van kinderen dat in kerkelijke instellingen in zoveel landen plaatsvond en dat de afgelopen tijd wereldwijd aan het licht is gekomen. Tijdens de Goede Vrijdagviering in Rome waarbij de paus aanwezig was, heeft de priester die voorging berichten over seksueel misbruik binnen de katholieke kerk, op één lijn gesteld met antisemitische uitingen. De manier waarop de Rooms-Katholieke Kerk omgaat met deze misstanden, roept wereldwijd verontwaardiging en waarschijnlijk ook verdriet bij de slachtoffers.

In alle kritiek op de houding van de Rooms-Katholieke Kerk ten aanzien van het kindermisbruik dat in haar gelederen in grote getale voorkwam en massaal is toegedekt en in de doofpot gestopt, ontbreekt één ding. Dat is niet vreemd, gezien vanuit een geseculariseerde maatschappij, waarbij we eigenlijk nauwelijks nog weten wat geloof is. Maar het lijkt me wel belangrijk. Dat is de vraag: wat heeft misbruik door juist die kerkelijke gezagsdragers, voor effect?

Geloof is meer dan het onderschrijven van een simpele canon, en het hanteren van enkele strikte gedragsregels. Geloof is -idealiter- ook zingeving. Het geeft richting aan je leven, en aan wie je wilt zijn. Het geeft houvast bij levensvragen, moed bij crises. Zingeving kan wel zonder religie - je hoeft niet letterlijk te geloven in iets 'hogers' om bezig te zijn met de wereld, je plaats erin, en de richting die je wilt gaan. Maar een levende religie kan niet zonder zingeving: dan wordt het een dor geloofstelsel dat ten dode is opgeschreven.

Over de gevolgen van trauma door seksueel misbruik zijn boeken vol geschreven. Overlevenden kampen vaak de rest van hun leven met de gevolgen: ze hebben vaak moeite met relaties en seksualiteit en leiden aan depressies. De nu voorliggende gevallen van misbruik door dienaren van de Kerk zijn nog eens extra schadelijk - onder meer doordat het misbruik hier plaatsvond door erkende autoriteiten, die door iedereen in hoog aanzien gehouden werden en als dé morele maatstaf gezien werden. De jonge slachtoffers moeten zich vreselijk eenzaam gevoeld hebben, omdat niemand hun verhalen wilde of -durfde- te geloven. Maar er zit nog een extra dimensie aan. Je zou het in onze geseculariseerde maatschappij, op het eerste gezicht ontdaan van religie, haast vergeten: geloof en zingeving gaat over datgene wat je drijft en hoop geeft, over wie je bent en wie je wilt zijn. Daarin gekwetst worden, kan desastreuze gevolgen hebben.

Er is een andere beroepsgroep die zich bezig houdt met dezelfde thematiek. Dat is de psychotherapie. Voor psychotherapeuten gelden zeer strikte regels en een stevige beroepscode. En die gaat niet alleen over dat misbruik niet mag. Die gaat ook over het inherente machtsverschil tussen cliënt en therapeut: de ene vaak -tijdelijk- hulpbehoevend, de ander de autoriteit. Ze gaan over de materie waar therapie over gaat: gevoelens, herinneringen, dromen, hoop, teleurstelling. zaken die zeer wezenlijk zijn voor het functioneren van een mens. Binnen de praktijk van de psychotherapie gaat het dus om essentiële levensvragen, en daarom gelden strikte gedragsnormen: vertrouwelijkheid, een respectvolle manier van omgaan. En als het goed is, loopt de cliënt uiteindelijk de praktijk weer uit - niet dat het leven beter is geworden, of de jeugd minder getormenteerd, maar wel met meer inzicht, met nieuwe realiteitszin, met nieuwe hoop.

Ook de Kerk houdt zich bezig met de ziel van een mens: met wat hem of haar drijft, zin geeft. En daar gaat het grotendeels over diezelfde vraagstukken als de psychotherapie. En onderschat niet hoeveel mensen zingeving een belangrijk aspect van hun leven vinden; vaak ook in religieus verband. Een in 2006 verschenen rapport toont de WRR aan, dat in Nederland driekwart van de mensen mensen levensbeschouwing een belangrijk aspect van hun leven vinden. Daarvan noemt ruim een kwart zich niet religieus, maar wel min of meer humanistisch; ruim de helft van de bevolking noemt zich spiritueel: 26% daarvan is christelijk; nog eens 26% noemt zich ongebonden spiritueel. De WRR concludeerde dan ook dat religie wel degelijk nog steeds een belangrijke plaats inneemt; alleen niet meer in een dergelijk maatschappelijk georganiseerd verband als vroeger. Hoeveel van die mensen die seksueel misbruikt zijn in kerkelijke instellingen, hebben nu letterlijk niets meer om in te geloven? En hoe erg is dat? Als je ziet hoeveel mensen wèl één of andere vorm van levensbeschouwing aanhangen, dan denk ik dat het heel erg kan zijn.

Voor de Roomse Kerk is het al eeuwen te laat. Waar de psychotherapie laat zien hoe je helend kunt werken met het innerlijk, met de ziel zo je wilt, daar heeft de Heilige Roomse Kerk de andere kant laten zien: dat zij precies datzelfde heeft gebruikt als basis voor ongebreidelde macht. Want wie de ziel en de levens van mensen stuurt - en dat deed de Roomse Kerk tot in détail- heeft meer macht dan enig politicus of gezagsdrager dan ook. En daar is het de Kerk om te doen. Dat lijdt, zeker na deze reacties, geen twijfel meer.

Voor de kerken die nog wel bij de tijd zijn en die zingeving nog wel serieus nemen, is het tijd om zich te bezinnen. Wie werkt met zingevingsvragen en daarin een vertrouwenspositie geniet, kan een mens maken of breken. Het is tijd om nog eens te kijken naar gedragsregels en beroepscodes. Maar het is zeker tijd om zich zeer, zeer krachtig uit te spreken, niet alleen tegen het misbruik, maar ook tegen de manier waarop de Roomse Kerk ook nu nog daarmee om meent te moeten gaan.

Deze column verscheen eerder op Joop.nl