Thursday, November 29, 2007

Diplomatie


Een vergadering 'en marge' van de grote conferentie.

Ik ben veel te veel onderweg de laatste tijd. Nu weer in Geneve met collega Joris, waar we bezig waren de Oslo-Guidelines te bespreken. Die regelen het gebruik van militaire middelen en middelen van civiele bescherming in rampen. Waarom is dat belangrijk? Omdat het in het getroffen land nogal gevoelig kan liggen als je daar in uniform gaat rondstappen, zelfs al doe je je best om goede dingen te doen. Inzet van militaire middelen, zelfs ongewapend, is natuurlijk al helemaal gevoelig.

Maar het genereert altijd wel veel pers. Die smult van plaatjes van blushelicopters, stoere brandweermannen met hesjes aan enzovoort. Een aantal landen heeft dus juist de neiging om dat soort middelen in te zetten: gratis reclame en het publiek ziet ook dat je wat doet. Dat terwijl het internationale Rode Kruis en organisaties als Artsen zonder Grenzen met grote efficiency enorm veel mensenlevens redden - maar ja, minder spectaculair dan een search en rescue team dat een meisje onder het puin vandaan haalt.

Het is wel zaak dat hulpverlening na rampen gecoordineerd gebeurt. Dat men van elkaar weet wat men doet. En dat hulpverlening van goede kwaliteit wordt geleverd. Geen lekkende tenten of bedorven voedsel, geen zaken waar niemand om gevraagd heeft - na de Tsunami lagen landingsbanen in het rampgebied verstopt met kleren, teddyberen en andere zaken die niemand nodig had. Dat wat organisatie a doet, aansluit op wat b doet en dat er geen gaten vallen. Dat je niet een paar flesjes water komt brengen, maar graag een fikse tank zodat de gemeenschap een dag vooruit kan.

Gister zijn we er in geslaagd om een aantal van dat soort regels in de guidelines te krijgen. Een leuk spel - aan het begin dacht ik nog dat we kansloos waren omdat we werden geschoffeerd door de voorzitter en niemand ons leek te steunen. Maar na wat manouvreren kwamen onze voorstellen er door. Onder andere omdat nog wat verdergaande voorstellen het net niet haalden, helaas. Met een schuin oog op wat ze elders voor compromisteksten aan het verzinnen zijn (daar moet je bij zijn, want voor je het weet is daar een fait accompli), en tegelijkertijd discussieren met je grootste tegenstander ("Madam Chair, Nederland houdt staande ...") . Volhouden, op het juiste moment inzetten, lunch overslaan, steun verwerven, charmant blijven en je niet laten intimideren. Alert blijven tot het laatst omdat er altijd mensen zijn die van de moeheid van anderen de onderhandelingen weer opengooien en dan nog zaken willen binnenhalen.
Maar ik vind het een heerlijk spel, diplomatie.