Thursday, November 23, 2006

Wilden we teveel?

Het politieke landschap ziet er vreemd uit vandaag. Ja, het CDA is de grootste gebleven. Maar Jan Marijnissen eist terecht een plaats op aan de onderhandelingstafel. Links en rechts van het midden ziet het er versplinterd uit. Zowel bij links als bij rechts hebben de partijen met een meer populistische en conservatieve inslag gewonnen. deze verkieizngen gingen niet alleen over links tegen rechts, ze gingen ook over conservatief tegen progressief. En conservatief heeft duidelijk gewonnen.

De VVD heeft indertijd de LPF-achtige vastgoedondernemers die de achterban van Rita Verdonk bepaalden maar nipt buiten de deur weten te houden. Maar haar keuze voor Rutte heeft ze met enkele zetels betaald aan Geert Wilders.

De PvdA betaalt de prijs voor het freewheelen van Bos toen hij nog hoge peilingen had, voor het klungelig aanpakken van de pensioenkwestie en voor het blunderen tijdens de campagne. Persoonlijk neem ik het Bos wel kwalijk dat hij zijn hele periode als partijleider niet anders deed dan Balkenende het hof maken. En dàt lijkt hem óók zetels gekost te hebben.

Als je het speelveld bekijkt, kun je niet anders meer voelen dan katterig. Alleen een coalitie CDA/PvdA en CU lijkt echt mogelijk: met de SP zal zeker het CDA niet willen werken. Maar een CDA-PvdA-samenwerking is ronduit ongeloofwaardig en afgezien daarvan, gezien hun beider gesloten stijl van politiek bedrijven, niet hoopvol stemmend.

GroenLinks.
En dan GroenLinks. Het is maar één zetel die we verloren hebben, en we kunnen het noch de campagne noch de lijsttrekker aanrekenen. Toch dringt zich ook hier de twijfel op. Met de zetel verlies zijn we één van de kleine partijen geworden. Dat komt toch hard aan.

Er is vaak gezegd dat GroenLinks haar principes overboord heeft gegooid. Ik denk niet dat dat het geval is. Ik denk dat we nog even principieel zijn als ooit, maar op een andere manier.
Onder Halsema is de partij veel progressiever geworden. Heeft niet willen vasthouden aan een versleten concept van sociale zekerheid maar heeft willen werken aan een nieuw sociaale stelsel gericht op participatie. Ze heeft haar nek daar voor uitgestoken - meer dan de Pvda en meer dan de vakbeweging die de koers in stilte wel degelijk ondersteunen.
En GroenLinks is ook de enige partij die echt de consequenties trekt uit de klimaatverandering en de agenda opstelt die daar voor nodig is. In zekere zin spreekt hier meer radicaliteit uit dan vroeger simpelweg tegen kerncentrales zijn en tegen kruisraketten.
De partij is radicaal progressief. Het radicale zit hem in de maatregelen die voorgesteld worden ten behoeve van een wereld die klaar is voor de toekomst. Afgezien daarvan is de partij ook radicaal fatsoenlijk. Vier postjes hieronder hield ik een lofzang op Femke Halsema: op haar moed en de houding waarmee ze haar werk als volksvertegenwoordiger en politiek leider benadert. Perfectionisme in de goede zin van het woord.

De vraag die zich opdringt is meer of we niet teveel gewild hebben. Ja, als kosmopolitische partij hébben we haast - vanwege de klimaatverandering en omdat Nederland klaar moet zijn voor globalisering. Maar de kiezer heeft daar blijkbaar niet veel trek in. Die wil liever terug naar vroeger: naar zekerheid, naar een witter Nederland. En die vindt Halsema maar een beetje moeilijk doen of zelfs betweterig. Of die kruipt weg bij de Partij voor de Dieren -gezellig en wat softer dan GroenLinks- en bij de slogans van de SP.

Dus dat. Mischien moesten we wat minder hard willen gaan. Maar wellicht komt dat omdat ik een beetje moe ben.
Eén troost: in Amsterdam is gewonnen. Dat biedt perspectief.