Thursday, August 17, 2006

housforseel

Met mijn buren kan ik goed opschieten. Dat moet ook wel als je achterdak aan elkaar grenst. We doen altijd wie de mooiste plantjes heeft en de minste slakken. Zij hebben sinds kort een dochtertje dat vrolijk uit haar oogjes kijkt en groeit als de spreekwoordelijke kool.
Daarom waren ze maar eens een ander huis gaan zoeken, want daarop zijn deze oude arbeidershuisjes niet berekend. Hoewel, vroeger woondend ze hier rustig met zijn tienen. Maar dat waren andere tijden.

Ze waren een weekje weg en er kwamen kijkers. Mijn straatje staat vol met bankjes - dat hoort, als je hier woont. Tegenover ons hadden vier buren zich verzameld met koffie en fris om de kijkers te bekijken. "Gaat het een beetje? Je hebt wel veel aanloop hè?", vroegen ze de makelaarster, die er een beetje zenuwachtig van werd.
Omdat ik een dagje thuiswerkte, en ramen open had staan kon ik alles ook goed volgen. Een stuk of acht kijkers waren er. Eén dame kwam met haar moeder. Dat vond ik nogal wat. Als je je een huis kunt permitteren hoef je toch niet meer je moeder mee te nemen? Luidkeels vonden ze mijn achterdak met alle plantjes 'schattig'. Getsie. Het huis vonden ze óók schattig. Ojee.

Toen ze weer wegliepen naar de auto, verkondigde hun makelaar dat 'hier' (mijn huis) en 'hier' (mijn andere buren) aardige mensen woonden. Ik boog me al uit het raam om te roepen "Nee hoor! Helemaal niet!" tot hilariteit van alle toeschouwers aan de overkant.
'Alleen deze mogen de ramen wel eens lappen' vond de moeder.
Ik trok mijn hoofd weer naar binnen.
Deze hopelijk niet, dacht ik.

Maar jawel, ze heeft net het voorlopig koopcontract getekend.