Thursday, March 09, 2006

Lessen voor GroenLinks


(Foto Joost van den Broek)


Het is de ochtend na de gemeenteraadsverkiezingen. Achter de schermen wordt een druk gevecht gevoerd om de beeldvorming: wie zijn de winnaars, wie de verliezers? Kranten rapporteren dat GroenLinks “heeft standgehouden”. Duidelijk is dat GroenLinks dankzij de overwinning aan de linkerzijde een goede positie heeft in de collegeonderhandelingen en waarschijnlijk flink wat meer wethouders mag leveren. En toch heerst onder de oppervlakte een katterig gevoel. Dit kabinet roept veel weerstand op in de samenleving. Belangrijker, de afgelopen weken is duidelijk geworden dat het "Rotterdamse model” van harde aanpak, nadruk op veiligheid en streng op immigratie, uitgewerkt is. Waarom heeft GroenLinks hier niet van kunnen profiteren en PvdA en SP wel? De neiging bestaat –zeker in de eerste dagen na de verkiezingen- om het gebrek aan succes te wijten aan factoren van buitenaf en onbeïnvloedbare zaken. Maar vooruit zeg, wij willen uitblinken bij GroenLinks, we willen de besten zijn. Dus laten we kijken wat we hiervan zouden kunnen leren.

Bestuursverantwoordelijkheid.
Er spelen natuurlijk zowel landelijke als plaatselijke factoren. Een belangrijke plaatselijke factor was collegedeelname. De resultaten van bestuursverantwoordelijkheid zijn wisselend. In Den Bosch was het duidelijk een succes. In Leiden en Nijmegen was het minder succesvol. In Nijmegen kwam de GroenLinksfractie met eigenaardige proefballonnetjes, had moeilijkheden met één van haar wethouders en was intern verdeeld. Fractievoorzitter Wouter van Eck zou nog iets aan zijn presentatie kunnen doen. In Leiden verloor GroenLinks twee van haar vier zetels. Daar speelt de Rijn Gouwe lijn. Groenlinks bestuurt al lange tijd mee en is wat dat betreft ietwat versleten. Het lijkt dan ook niet raadzaam met een issue als een tram dwars door de binnenstad op je bord, weer deel te nemen aan het college. Met bestuursdeelname verspeel je zowiezo altijd krediet en dan valt deze slag niet meer zonder kleerscheuren te maken. Bovendien botert niet tussen fractie en afdeling. De partij moet dus de oppositie in, dan kan ze weer wat opfrissen.Goede verwachtingen zijn er voor Utrecht en Amsterdam. In Utrecht is eerder acht jaar lang sterk bestuurd, met keien als Annemiek Rijckenberg en Hugo van der Steenhoven. Het ziet ernaar uit dat er een college samen met de PVDA en een derde partij komt. In Amsterdam bestaat, na de winst en met wethouderskandidaat Marijke Vos, natuurlijk een zeer sterke uitgangspositie.

Zuigkracht PvdA en SP.
Stiekem waren veel GroenLinksers bang dat de SP veel zetels van GroenLinks zou afpakken. Toch is dat is niet het voornaamste dat gebeurd is: het is de PvdA geweest, waar veel potentiële GroenLinksstemmers naar toe zijn gevlucht. Met name de allochtonen: zij stemmen voor de macht en men kan ze, gezien het politieke klimaat, geen ongelijk geven.
De SP spreekt een andere kiezersgroep aan dan GroenLinks: de SP richt zich meer op laagopgeleidden en lager inkomens. En de overlap tussen beide partijen wordt steeds minder.De zuigkracht van de PvdA in de laatste momenten voor de verkiezingen is euvel waar GroenLinks al aan lijdt zo lang als het bestaat. Zodra het spannend wordt tussen links en rechts, gaat er strategisch gestemd worden en dat is op de PvdA. Het enige moment dat dat niet opging, was in de tijden van paars, toen de PvdA al een zeer sterke positie had.

Politieke issues.
Verder speelt dat een aantal traditioneel linkse punten gewoonweg hun aantrekkingskracht verloren hebben. Zowel milieu als ontwikkelingssamenwerking, traditioneel sterke GL punten, doen er even niet toe. Overigens is de PvdA met Diederik Samson hard bezig het milieu-punt van GroenLinks af te snoepen. Niet alleen omdat media sneller naar Samson gaan omdat hij een grote partij vertegenwoordigt, maar ook omdat GroenLinks het nalaat hard en zichtbaar actie te voeren op belangrijke punten als de kap van het bos bij Schinveld en kernenergie. Wat dat betreft is de SP ons vaak voor.
Was het de afgelopen jaren veiligheid en vreemdelingenhaat dat de toon sloeg, en nu is het belangrijke punt sociaal beleid. En hier wreekt zich het feit de lancering en uitwerking van “Vrijheid Eerlijk Delen” nog niet af is, en dat partijleider Halsema op tv bij potentiele Groenlinks-kiezers soms enigszins betweterig overkomt. Dat is op zich niet erg, maar zet er dan iemand naast die Groenlinks dat warme sociale gezicht wel kan geven. Wat een stevig GroenLinks gezicht op dit punt op kan leveren, zien we aan de resultaten in Den Bosch. GroenLinks wethouder Bart Eigenman voerde een sterk (soms zelfs streng) sociaal beleid ('work first’) en won een zetel.

Lessen.
Het één en ander levert dus lessen op voor de politieke lijn en voor de samenstelling van de nieuwe fractie. De nieuwe fractie moet een sterk gezicht hebben op milieu en sociaal. Er moet meer aandacht zijn voor milieu-acties. GroenLinks moet voortouw nemen op energie-dossier. Voor wat betreft sociaal moet GroenLinks af van ouderwetse 'uitkeringen-eerst-en-lonen-omhoog-geluiden' - de notitie Vrijheid Eerlijk Delen is daar een eerste stap in. Het geluid moet zijn dat we iedereen willen laten meedoen. We willen per slot van rekening met zijn allen de uitdaging van globalisering aangaan. En daar hebben we iedereen bij nodig. Niet zozeer inkomenszekerheid, maar participatie en gelijke kansen worden de belangrijkste strijdpunten. Zó moeten we dus ook inzetten. Iedereen kan mee doen. We moeten een diversere arbeidsmarkt hebben, en allochtonen weer gelijke kansen bieden: dan kunnen we ook beter met de internationaler wordende diensteneconomie omgaan. We moeten ervoor zorgen dat mensen door scholing en andere arrangementen veel makkelijker van baan kunnen veranderen of nieuwe uitdagingen aangaan zoals een eigen bedrijf opzetten. we moeten ervoor zorgen dat mensen met minder opleiding toch in hun latere leven kansen kunnen pakken. En we moeten ervoor zorgen dat de combinatie van werk en zorg minder problematisch wordt.Modern sociaal elan.De leidersschapswisselingen bij VVD en D66 zullen waarschijnlijk ook betekenen dat het kabinet andere accenten gaat leggen. Deze verkiezingen is duidelijk geworden dat de harde lijn van het kabinet op sociaal beleid en integratie bepaald niet aanslaat. Onder druk van D66 en waarschijnlijk ook van Mark Rutte zal de koers, al is het maar in naam, verlegd worden naar een iets socialer gezicht. Dat betekent een uitdaging voor de linkse oppositie. GroenLinks kan architect zijn van het arbeidsmarktbeleid van de toekomst. En belangrijker: GroenLinks kan de toon zetten voor een veel optimistischer economisch beleid. Dat moet niet moeilijk zijn gezien de manier waarop dit kabinet Nederland de put in praat. De toekomst ligt, ook voor Nederland, in de dienstverlening en de kenniseconomie. De belangrijke 'grondstof' van de toekomst zijn mensen en hun talent en ideeën. En dát is nou typisch GroenLinks: investeren in mensen. Niet in een paar mensen: in alle mensen.