fijn met de trein.

(Foto Jan Moessen)
Had ik dus gister vast een treinkaartje uit de automaat getrokken voor vandaag. Dat is dan een kaartje zonder datum. Dat moet je dan op de dag dat je reist afstempelen in de stempelautomaat.
Helaas, als je in Utrecht met de fiets aankomt, staat beneden bij de trap naar het perron géén stempelautomaat. En tijd om naar boven naar de stationshal te rennen en te stempelen was er niet - ja, daarvoor koop je je kaartje van te voren, niet?

Je gelooft het niet maar dat kostte me dus 35 euro boete. "Geen geldig plaatsbewijs", vond de conducteur. "Da's een wettelijke verplichting mevrouw". Ik had maar moeten stempelen.
"Wettelijke verplichting"? Net dàt woord maakte me hels. Hierom: onlangs stuurde de staatssecretaris de voor 2006 gemaakte afspraken met de NS naar de Kamer. Maar de inkt was nog niet droog of de NS liet weten zich daar niet aan te houden: "Vorig jaar reed 84,8 procent van de treinen op tijd. In 2004 was dat 86 procent. De NS streeft dit jaar naar een punctualiteit van 86 procent, maar het bedrijf zegt dat het reëel is rekening te houden met een lager percentage. " Dat kan dus. Dat bedrijf maakt eerst afspraken, en steekt vervolgens haar middelvinger op naar de staatssecretaris, het parlement en alle reizigers.

"Ik snap niet dat u nog met de trein gaat als u zo'n hekel heeft aan de NS", zei de middels assertiviteits-trainingen gestaalde conducteur nog.
Ik zei: "Dat duurt ook niet lang meer".