Sunday, December 18, 2005

Wouter Bos: Dit boek kan zoveel beter (bijdrage in het kader van het weekendintellectualisme)



Nouja, weekendintellectualisme? Misschien is dat iets te veel gezegd - het eerste deel van Wouter Bos' boek, Wouter Bos over Wouter Bos zelf, had ik uit in de twintig minuten die ik op station Utrecht CS op een vriendin zat te wachten die in een vertraagde trein zat. Kijk, dat zou je met een boek van Femke Halsema nou nóóit gebeuren :-).

jeugdtrauma's.
Het idee om jezelf als premiers-kandidaat te presenteren met een boek, is typisch Amerikaans. Maar doe het dan op zijn Clintons, met wat sappige jeugdtrauma's (overleden vader, alcoholistische mishandelende stiefvader, armoedige jeugd, dat soort dingen). Dat was wat Clinton als persoonlijkheid relief gaf en levendig maakte. Zo ver gaat Wouter bepaald niet. Het blijft bij wat algemeenheden.

Benieuwd was ik naar Wouter's klim naar de top. En helemaal reuze benieuwd naar leuke en sappige politieke details. Maar helaas, die kwamen er bekaaid af. Het lijkt wel alsof alles Wouter is overkómen. Nee, dat had ik nou nooit gedacht, dat ik nog eens gebeld zou worden voor het Kamerlidmaatschap. En dat kwam als een volslágen verassing, dat ik zomaar staatssecretaris werd. En ik had nóóit verwacht dat ik de verkiezingen om het lijsttrekkersschap zou winnen, want die Klaas de Vries is zó goed en Jeltje, dat is gewoon een natuurtalent. Jammer, want daardoor blijft Wouter een redelijk kleurloos persoon -terwijl je uit andere bronnen weet dat hij een best wel ambitieus ventje is - ietsje, zeg maar.



't Kan beter.
Dat dit land anders en beter kan, weten we inmiddels allemaal. Maar hoe dan Wouter? Daar zit hem in dit boek ietsje de kneep. Heel helder schrijft Wouter over de problemen: maar over hoe precies zijn voorstellen gaan bijdragen aan een beter Nederland, dat is niet altijd even duidelijk. Dat laatste deel heeft hij duidelijk afgeraffeld.
Bos maakt zich druk over de teloorgang van de solidariteit. Het lijkt erop dat we naast een brede welvarende middenklasse een onderklasse hebben waar niet alleen alle problemen en alle maatschappelijke risico's zich verzamelen maar die ook nog eens van kleur verschiet. Wouter Bos houdt een pleidooi voor selectieve immigratie (liever mensen binnenhalen met een opleiding dan de laagopgeleidden) en voor het langzaam verdienen van burgerrechten en sociale veiligheid. Met andere woorden, als je als immigrant binnen wil komen, kan dat alleen als je wat te bieden hebt en duurt het een tijdje voordat je recht hebt op bijvoorbeeld een werkloosheidsuitkering. Op zich valt daar wat voor te zeggen. Je kunt niet én een brede verzorgingsstaat houden én een open immigratieland zijn.
Bos rept overigens niet van de talloze illegale immigranten, overigens, die zeer gewild zijn voor het werk in de bollenstreek of de aspergeteelt. Het gaat niet alleen om hoogopgeleid werk- ook om het 'domme' werk en juist daar gaat momenteel de discussie over: onze 'eigen' laagopgeleidde werklozen willen dat werk niet doen en de werkgevers hebben liever goedkope illegalen.

Overheid en sociale zekerheid.
Je moet, zegt Bos, een goede en brede publieke sector houden, om ervoor te zorgen dat die de middenklasse ook nog wat te bieden heeft. Anders krijg je een situatie zoals in de VS, waar er alleen nog maar een vangnet bestaat voor de allerarmsten, maar er voor degenen die daar net boven zitten, niets meer is. Waarschijnlijk heeft Wouter ook wel "nickle and dimed" gelezen van Barbara Ehrenreich die beschrijft hoe mensen in de VS aan de onderkant van de arbeidsmarkt twee banen hebben en nog niet rondkomen: omdat de lonen laag zijn en de voorzieningen zoals gezondheidszorg, onderwijs en kinderopvang duur. Dat is niet echt waar we heen willen. Bovendien is de middenklasse niet bereid om te betalen voor een publieke sector die hen niets biedt.
De overheid kan een bindende factor zijn, vindt Wouter - maar alleen als we afkomen van al die regels, en van die machopolitiek waarmee ministers het liefst hun hele beleidsterrein overhoop halen en completse stelselwijzigingen doorvoeren -zie Hoogervorst. Instellingen moeten zelf meer ruimte krijgen om te experimenteren en te innoveren. Een analyse die al langer de ronde doet bij de sociaal-democraten (en overigens ook GroenLinks).

Problemen en oplossingen.
Maar andere zaken zijn wat minder goed uitgewerkt. Het is wellicht tekenend dat het hoofdstuk 'problemen' 50 pagina's telt en het hoofdstuk 'oplossingen' 20. De oplossingen zijn ook minder doordacht dan de probleemanalyses. 'We moeten als politici eerlijk zijn' schrijft Wouter. Okee Wouter, dat riepen anderen ook al en dat werd een excuus voor botheid. 'We moeten weer actieve burgers worden, verschillen durven benoemen, en bindend leidersschap tonen'. Okee Wouter, maar hoe zie je dat voor je? 'We moeten weer normen en waarden hanteren, en een eigen nationale identiteit ontwikkelen' - is dit vast een voorzetje richting CDA? We moeten het sociale vangnet behouden. Okee Wouter, maar hoe precies, als tegelijk geklaagd wordt dat dat niet meer betaalbaar is? Wellicht een vangnet dat mensen sneller via scholing weer naar werk leidt? 'We moeten de armoede aanpakken, de wachtlijsten bij de jeugdzorg en de toestand in de verpleegtehuizen. En achterstanden wegwerken.' Okee Wouter maar hoe precies? Want aan die punten begon dit kabinet ook.
Op andere punten is hij weer wel duidelijk, zoals bijvoorbeeld op terrorismebestrijding: niet nog meer burgerrechten inperken maar eerst de opsporingspraktijk efficienter maken, want daar valt nog wel wat winst te halen. Zo af en toe word ik tijdens het lezen nog wel even enthousiast -zeker daar waar hij zijn sociale gezicht laat zien.

Visie? What visie?
Maar niet om het één of het ander, een stapeltje oplossingen met een nietje erdoor is nog geen visie. Moet ik het eerlijk zeggen? "Anders en beter", (van JeePeetje), of "Hoe dan Jan" (OK niet van Jan maar van Karel Glastra van Loon en Kees Slager), waren in dat opzicht betere boeken. Al met al bekruipt mij het gevoel bij Wouters boek, dat het beter was geweest als hij er nog een weekje of drie aan had doorgewerkt. Als dit is wat Wouter Bos, en achter hem een PvdA met -tig prominente sociaal-democratische hoogleraren, journalisten, NGO-directeuren etcetera kan opbrengen, dan is dat toch wel redelijk alarmerend.
Ik vind het opmerkelijk dat de media tamelijk mild zijn naar Wouter. Het boek stelt niet veel voor maar dat wordt verzwegen. Integendeel, Wouter krijgt als premiers-kandidaat welwillende en beleefde interviews in Volkskrant en NRC. Het publiek lijkt daar anders over te denken. David Rietveld wees er al op: Volgens De Hond scoort Bos slechter dan Balkenende op 'visie', 'oprecht', 'eerlijkheid' en 'principes'.