Weekendintellectualisme: Martha Nussbaum
Martha Nussbaum
Op de valreep nog even wat weekendintellectualisme. Niet zo heel veel, want dit weekend hadden we andere dingen te doen. Zowel de Vrij Nederland als het NRC hebben een interview met Martha Nussbaum, hoogleraar Recht en Ethiek in Chicago, ter gelegenheid van het verschijnen van de nederlandse vertaling van haar boek Upheavals of Thought: The Intelligence of Emotions (Oplevingen van het denken: over de menselijke emoties).
Wat interessant is in beide interviews (ze lijken qua inhoud erg op elkaar, blijkbaar heeft Nussbaum een standaardverhaal afgewerkt) is haar kijk op het gebruik van emoties in de politiek. John Kerry was uitstekend in debat, stelt Nussbaum, maar hij slaagde er niet in om de harten van de Amerikanen te bereiken. De Republikeinen, daarentegen, zijn meesters in "whipping up fear". Ze hebben het beeld neergezet een sterke leider nodig was om de Amerikanen te beschermen tegen het gevaar van het terrorisme te garanderen. En vervolgens hoefden ze alleen nog maar te suggereren dat John Kerry een mietje was.
Kunst in de openbare ruimte.
In de VS, stelt Nussbaum, bestaat een rijke traditie van geƫmotioneerde en enthousiasmerende progressiviteit. De kunst om met een diep emotionele manier van spreken ("I have a Dream") een geweldloos enthousiasme, een hoop op rechtvaardigheid op te wekken in het publiek, is rijk ontwikkeld. In Europa, denkt Nussbaum, is na de Tweede Wereldoorlog het emotionele begrijpelijkerwijs enigszins uit het politieke verbannen. Maar je wint debatten niet door emoties uit te sluiten. Je wint ze door de goede emoties toe te laten. Ook woede kan een belangrijke drijfveer zijn - om missstanden te bestrijden, niet om groepen mensen te bestrijden.
Speeches zijn niet de enige politieke middelen. Men kan op vele andere manieren productieve emoties oproepen: bijvoorbeeld door kunst en cultuur, of door vormgeving van de publieke ruimte. Nussbaum verwijst naar de burgemeester van Chicago, Richard Daley als iemand die door het verfraaien van de publieke ruimte met kunst en cultuur, streeft naar een respectvol pluralisme.
Klinkt alsof sommige politici dat boek wel eens zouden mogen lezen. Laat ik niet teveel sneren. Ik ga dat boek eens lezen.
|