Sunday, February 06, 2005

Volksgeest

Sluipenderwijs is een boek van Theodore Dalrymple bezig aan de onstuitbare opmars. Het is al in alle drie mijn kranten besproken. Dus kan ik hier niet achterblijven. In zijn boek "Life at the Bottom", schrijft hij over de Engelse onderklasse. Dalrymple werkt als psychiater in een niet nader genoemde Engelse stad, bij de eerstehulpdienst van het plaatselijke ziekenhuis en bij de gevangenis. Daarnaast heeft hij een eigen praktijk. Hij ziet vooral mensen uit de onderklasse. Criminaliteit is er een normale bezigheid, alcohol beheerst het gezinsleven, kinderen leren niets op school en het straatbeeld is desolaat. Wijken vol Tokkies, zeg maar.

Het probleem, schrijft Dalrymple, is dat deze mensen zoveel hulpverlenerstaal in zich hebben opgenomen, dat ze geen zin meer hebben de verantwoordelijkheid te nemen voor hun eigen leven. Af en toe geeft hij voorbeelden van gesprekken in zijn eigen praktijk. "Waarom bent u gaan stelen?" vraagt Dalrymple. "Dokter ik ben nogal beïnvloedbaar". "Oja, bent u ook zo beïnvloedbaar als iemand u vertelt eens een cursus metaalbewerking of engelse grammatica te volgen?" "..."



Hoe komt het toch, dat mensen hun verantwoordelijkheid niet nemen en vervallen in criminaliteit, vraagt Dalrymple zich af. Niet vanwege de armoede - er zijn plekken waar mensen veel armer zijn, maar niet in criminaliteit vervallen. Genetisch bepaald is het ook niet. En de verzorgingsstaat kunnen we ook niet de schuld geven. Die bestaat al 50 jaar terwjl de explosie van criminaliteit pas de afgelopen 25 jaar te zien is. Nee, denkt Dalrymple: de reden ligt in de ideeën die door hulpverleners over deze mensen zijn uitgestort. Drie ideeen noemt hij als hoofdschuldigen. De eerste is het structuralisme: de mensen is de gevangene van zijn omstandigheden, dus criminaliteit en dat soort dingen zijn de schuld van de maatschappij. Ten tweede: de sexuele bevrijding. Kort gezegd: dat fokt maar aan. En tenslotte het idee dat alle culturen even goed zijn: het cultuurrelativisme. Mensen hebben die ideeen gehoord en praten hun -of andermans- gedrag er goed mee.

Hypocriet vindt Dalrymple de middenklasse en de elite, die met de mond belijdt dat alle culturen even goed zijn, maar wel hun eigen kinderen naar Mozart laten luisteren; die zelf wel zorgen voor een betrouwbare partner -of daar althans iets meer hun best voor doen- en die makkelijk doen over porno op tv maar hun eigen kinderen daarvan vrijwaren. Die pleiten voor vrije expressie op school ten koste van leren spellen, maar hun eigen kinderen naar bijles sturen.

Het lijkt hier nu alsof Dalrymple de linkse elite aanvalt, maar ik weet nu al dat rechts (met name het neoliberalisme) bezig is een evenzeer funest idee in de maatschappij te stampen: namelijk dat Het Volk altijd gelijk heeft. En dat de overheid er voor de burgers is en niet andersom en dat de burger als klant altijd voorrang heeft. Dat je dus best de ambtenaar van de sociale dienst over de balie mag trekken als-tie niet meteen je uitkering stort. Of de onderwijzer op zijn bek mag slaan als die je kind een onvoldoende geeft.

Desondanks doorbreekt Dalrymple wel een taboe. Hij suggereert dat vrijheid goed is voor wie vrijheid aankan. En dat een bepaalde vorming en beschaving van belang is voor maatschappelijk functioneren. Dat je dus ook van mensen kunt verlangen dat ze zich ontwikkelen. Dat het nemen van verantwoordelijkheid voor je eigen leven van belang is en dat burgers ook plichten hebben en niet alleen rechten. Het wordt nog erg moeilijk om dat idee weer geaccepteerd te krijgen.




Tegelijk schreef Peter Giesen in de Volkskrant een kritisch stuk over de directe democratie. Ook weer zo'n stuk waarin eens lekker gezegd wordt wat eigenlijk niet gezegd mag worden. En al helemaal niet van de Gert Leers en de Ivo Opsteltens en van D66. Directe democratie, met het direct kiezen van burgemeesters en het voortdurend houden van referenda, is niet zo'n goed idee. Ten eerst helpt het niet om de 'democratie dichter bij de burger te brengen'. Sterker, de politieke onvrede neemt dan eerder toe dan af. Dat komt omdat ook een heel erg democratische staat de steeds onrealistischer eisen van de burgers niet zal kunnen vervullen. Bovendien gaan radicale democraten ervan uit dat burgers wijs en goed zijn. Maar burgers denken vooral aan hun eigen belangen - en geef ze eens ongelijk. De belangen van de samenleving als geheel komen op de tweede plaats, die van minderheidsgroepen helemaal achteraan. Daarom hebben we ooit de volksvertegenwoordiging bedacht: die kan "zonder last of ruggenspraak" ook impopulaire beslissingen nemen - bezuinigingen doorvoeren bijvoorbeeld. "De burger mag best betere prestaties eisen van zijn politici", schrijft Giesen. "Maar dan moet hij eerst zelf volwassen worden".

Tjonge, je bent links en je pleit voor meer bedachtzaamheid en beleefdheid in het sociale leven en in de politiek! Een pleidooi zelfs voor elitarisme! Maar het is wel een heel essentieel punt, en ik ben benieuwd hoe links hier de komende tijd mee omgaat.
(Ziezo. Dit was weer een bijdrage in het kader van het weekendintellectualisme.)