Showing posts with label Religie. Show all posts
Showing posts with label Religie. Show all posts

Thursday, January 06, 2011

De boerka: van een verbod word je niet vrijer.


Dat was een kernachtige reactie van Eelco Bosch van Rosenthal: Dus er is een rel over een verbod dat er nog niet is op dingen die er niet zijn? Het vat de futiliteit van de ophef wel goed samen. PVV en de VVD maken veel herrie om niets. Of Welten al dan niet terecht een voorschotje neemt op handhaving, die vraag is eigenlijk al beantwoord. Als Welten precies hetzelfde had gezegd over milieuregels, dan vrees ik dat precies diezelfde partijen instemmend hadden gezwegen.

Interessanter is de achterliggende vraag: moet je boerka's bestrijden met een boerkaverbod? VVD en PVV voeren als voornaamste reden voor een boerkaverbod aan dat het de emancipatie van vrouwen in de weg staat. Vrouwen worden, in hun visie, gedwongen om een boerka te dragen, en dat kun je het beste bestrijden met ze te dwingen dat ding niet meer te dragen. Onvrijheid bestrijden met onvrijheid - zou het helpen?

Moslimvrouwen zelf voeren soms aan dat zij de boerka dragen uit vrije wil: zij willen zich conformeren aan wat Allah van ze vraagt. Mijn stelling is altijd geweest dat religie een kwestie is van mensenwerk. Met name openbaringsreligies voeren een claim op 'van God gegeven waarheid', maar vergeten daarbij te vermelden dat die 'openbaringen' vervolgens zijn geinterpreteerd, geherinterpreteerd, van commentaar voorzien en uitgedragen door mensen -voor het merendeel, helaas, mannen. Religie, en met name de daaruit voortkomende gedragsregels, is dus in grote mate cultureel-maatschappelijk bepaald. Het zou daarom goed zijn als vrouwen meer stem krijgen in religieuze instituties. De bekende Moslim-activiste Irshad Manjij pleit daar ook onophoudelijk voor: zij vindt dat vrouwen zelf ook meer Koran-interpretaties moeten kunnen geven.

Maar wat als die vrouwen de boerka nu zelf willen? vragen sommige activisten -veelal van linker zijde- zich af: moeten we hen dan niet in die wens steunen, zeker als ze al zo onder vuur liggen? Ik denk dat je in principe het recht om een boerka te dragen, moet verdedigen. Toch valt er op dit argument ook iets af te dingen. Het 'als ze het nu zelf willen'-argument gaan voorbij aan aan het gegeven dat er voor deze vrouwen vaak geen alternatief is, als ze het respect van de religieuze gemeenschap willen behouden. Want wat als je laagopgeleid bent en je man je geld beheert, je bewegingsvrijheid beperkt en je toekomst in zijn hand heeft? Dan heb je weinig keus, ook al wordt je strikt genomen niets verboden. Deze argumentatie gaat dus voorbij aan de subtiele en minder subtiele mechanismen van groepsdwang en onderdrukking waarmee vrouwen in religieuze groeperingen vaak te maken hebben. En juist in fundamentalistische kringen, waar het boerka vraagstuk speelt, is de groepsdruk zwaar.

Maar ook de PVV en de VVD schieten hun doel voorbij -gesteld dat hun doel is om vrouwen te bevrijden. Want kun je onvrijheid bestrijden met onvrijheid? En praktisch gezien: vrouwen die nu alleen buiten mogen komen met boerka, wat zullen die praktisch gezien aan dit verbod hebben? Zij zullen naar alle waarschijnlijkheid nog minder buiten mogen komen. Deze vrouwen hebben meer aan inburgeringscursussen, aan vrouwengroepen die zich met emancipatie bezighouden, aan mogelijkheden om economisch en maatschappelijk zelfstandiger te worden.

Als vrouwen een boerka willen dragen, soit. Maar het debat zal daarover met hen ,en met hun mannen, gevoerd moeten worden. Er is wat mij betreft maar één manier om het verschijnsel 'gedwongen boerka dragen' aan de kaak te stellen. Dat is alles doen om de zelfstandigheid en hun economische en maatschappelijke participatie van deze vrouwen te vergroten. Daarbij blijft het nodig om onvrijheid in religies aan te kaarten en op de agenda zetten – en dus activisten als . Maar ik zal dan ook met ze in debat willen - en met hun mannen. En activisten als Irshad Manji van harte te steunen. Maar een verbod zal niet helpen.
(Dit stuk werd in ingekorte vorm gepubliceerd in Trouw)

Sunday, December 19, 2010

Tussen Geloof en Groepsdwang

Links moet opkomen voor de vrijheid om niet beperkt te worden door geloofsregels die anderen opleggen.

Op zaterdag 9 oktober gaf Femke Halsema in de Utrechtse Jacobikerk een lezing over godsdienstvrijheid. Coreferent was André Rouvoet. De afgelopen week zette de discussie tussen die twee zich voort in de kolommen van de Volkskrant. Rouvoets reactie spitste zich toe op de rol van vrouwen in het geloof. Hij stelde daarbij dat Halsema zou pleiten voor ‘gedwongen emancipatie’, en zelfs dat GroenLinks zich in dit opzicht achter de PVV schaarde. Niets is minder waar.

Klippen
Het is niet verwonderlijk dat links zich nauwelijks roert in het debat over godsdienstvrijheid en emancipatie. Links moet tussen een aantal klippen laveren: mensen die godsdienst überhaupt achterlijk vinden; mensen die vinden dat religieuze groepen het zelf moeten weten zolang zij er maar geen last van hebben; en tenslotte mensen die solidair willen zijn met een islamitische minderheid die zich verdrukt voelt.
Die laatsten komen vaak met de retorisch bedoelde vraag: ‘Maar als die vrouwen het nu zelf willen?’ Daarmee gaan ze echter voorbij aan het gegeven dat er voor deze vrouwen vaak geen alternatief is, als ze het respect van de religieuze gemeenschap willen behouden.
Want wat als je laagopgeleid bent en je man je geld beheert, je bewegingsvrijheid beperkt en je toekomst in zijn hand heeft? Dan heb je weinig keus, ook al wordt je strikt genomen niets verboden.

SGP
Hetzelfde ‘maar-als-ze-het-nu-zelf-willen’-argument hanteren ook de verdedigers van de SGP. Maar als SGP-vrouwen nu werkelijk graag achter het aanrecht blijven, waarom is het dan nog nodig om van partijwege vrouwen het passief kiesrecht te ontzeggen? Het argument stoelt in wezen op onverschilligheid voor de subtiele en minder subtiele mechanismen van groepsdwang en onderdrukking waarmee vrouwen in religieuze groeperingen vaak te maken hebben. Rouvoet gaat in zijn betoog voorbij aan deze belangrijke kwestie: de groepsdwang die in religieuze gemeenschappen kan heersen.

Sekten
Dan hebben we het niet alleen over de meer extreme vormen van psychologische dwang die kan worden uitgeoefend door religieuze leiders – denk aan sekten als de Branch Davidians in Waco, Texas of van Jim Jones in Brits Guyana die eindigden in collectieve zelfmoord. Dichter bij huis zijn de vele gevallen van seksueel misbruik in instellingen van de katholieke kerk, massaal toegedekt door leden van diezelfde geloofsgemeenschap. Wat we daarvan kunnen leren, is dat verregaande macht, die zich uitstrekt over alle aspecten van het dagelijks leven, kan leiden tot ernstige grensoverschrijdingen. Dat is een duur geleerde les, die ook ‘gewone’ geloofsgemeenschappen zich kunnen aantrekken.

Uitstappen
Want geloofsgemeenschappen onderscheiden zich van bijvoorbeeld bedrijven of sportverenigingen in de zin dat hun opvattingen en leefregels zich uitstrekken tot alle facetten van het dagelijks leven en het gevoelsleven. Dat is hun kracht, maar het kan ook ontaarden in groepsdwang. ‘Maar ze kunnen er toch uitstappen’, zeggen voorstanders van scheiding van kerk en staat, vaak uit linkse hoek. ‘Als we geloofsafval maar steunen, zijn we toch klaar?’ Ze gaan daarmee voorbij aan het gegeven dat onderdeel zijn van een groep niet alleen een kwestie is van honderd procent loyaal zijn of de groep verlaten. Juist de mogelijkheid kritiek te leveren, te wijzen op misstanden, aan te geven waar het schuurt, maakt essentieel onderdeel uit van groepslidmaatschap, zeker als het gaat om geloof en levensinstelling. Als er geen enkele tussenweg bestaat tussen ‘erin of eruit’, versterkt dat de groepsdwang. Zoals gezegd: juist religieuze groeperingen zouden daarvoor moeten oppassen.

Karikatuur
Rouvoet maakt een karikatuur van het standpunt van Halsema als hij vraagt of christelijke ouders hun kind niet meer mogen meenemen naar de kerk. GroenLinks is altijd zeer terughoudend geweest met overheidsingrijpen achter de voordeur. Maar de partij stelt zich wel van oudsher tot doel om machtsongelijkheid en discriminatie aan de kaak te stellen, op welke wijze die zich ook voordoen. En daarom valt Halsema te prijzen dat zij deze discussie aanzwengelt. Want je kunt mensen niet dwingen vrij te zijn, maar je kunt instituties wel ter verantwoording roepen als ze de vrijheid van anderen belemmeren. Links moet daarbij zowel opkomen voor de vrijheid om te geloven als voor de vrijheid om niet beperkt te worden door geloofsregels die anderen opleggen. GroenLinks, met zijn platform voor geloof en politiek, heeft op dat punt een traditie hoog te houden.

Karaktermoord
Als Rouvoet Halsema ervan beschuldigt emancipatie op te leggen, anti-religieus te zijn of zelfs de PVV-lijn te steunen, pleegt hij niet alleen karaktermoord. Erger is dat hij het gesloten karakter van religieuze gemeenschappen versterkt en hen legitimeert als ze zich onttrekken aan kritiek en grondrechten van hun leden schenden. Daar lijdt de individuele godsdienstvrijheid onder en uiteindelijk ook de integriteit van de geloofsgemeenschap. Hopelijk is dat niet de bedoeling van de ChristenUnie. In elk geval zal GroenLinks zal zich daar altijd tegen verzetten.

Dit stuk verscheen op 19 oktober in de Volkskrant

Saturday, October 16, 2010

Links is de beste pleitbezorger voor godsdienstvrijheid


Femke Halsema wast de Moraalridders de oren over Godsdienstvrijheid (13 oktober 2010)

Steun aan het emancipatiestreven van moslimvrouwen levert al gauw het predikaat ' PVV-er' op. Vanuit Christelijke hoek klinkt het verwijt 'anti-religieus' te zijn. Maar juist als je godsdienstvrijheid serieus neem, kun je niet wegdeinzen voor de intolerantie die, met name de meer orthodoxe Islam herbergt. En openheid voor onvrijheid komt religieuze groepen alleen maar ten goede.

Afgelopen zaterdag gaf Femke Halsema in de Utrechtse Jacobskerk een lezing over godsdienstvrijheid. Coreferent daarbij was Andre Rouvoet. De afgelopen week zette de discussie tussen die twee zich voort in de kolommen van de Volkskrant en de Trouw. Rouvoets reactie spitste zich toe op de rol van vrouwen in het geloof. Hij stelde daarbij dat Halsema zou pleiten voor 'gedwongen emancipatie', en zelfs dat GroenLinks zich in dit opzicht achter de PVV schaarde – toch wel een eigenaardig stukje ernstige vertekening-tegen-beter-weten-in. Hij werd in de Volkskrant bijgevallen door Malou van Hintum die hem ondersteunde in de opvatting dat men binnen een geloofsgemeenschap het recht heeft om andersdenkenden en anders-levenden uit te sluiten en dat buitenstaanders zich daar niet mee moesten bemoeien.


Groepsdwang. Beiden maken dezelfde fout. Beide reacties gaan namelijk voorbij aan de groepsdwang die in religieuze gemeenschappen kan heersen. Dan hebben we het niet alleen over de psychologische dwang die kan worden uitgeoefend door religieuze leiders en die zeer sterk kan zijn – denk aan sekten als die in Waco, Texas of die van Jim Jones in Brits Guyana waar men zelfs overging tot collectieve zelfmoord. Momenteel worden we ook geconfronteerd met negatieve gevolgen van instituties, groepsdwang en hiërarchie. De afgelopen tijd zijn velen ontzet geweest over het wijd verspreide verschijnsel van misbruik in de instellingen van de katholieke kerk. Wat we daarvan kunnen leren, is dat totalitaire macht, die over alle aspecten van het dagelijks leven gaat, kan leiden tot gebrek aan zelfkritiek bij de groepsleiding en vervolgens tot zeer ernstige grensoverschrijdingen.

Dat is een duur geleerde les. Openheid is juist in een religieuze gemeenschap extra belangrijk. Geloofsgemeenschappen onderscheiden zich van bijvoorbeeld bedrijven of sportverenigingen in die zin dat hun opvattingen en leefregels zich uitstrekken tot alle facetten van het dagelijks leven en het innerlijk leven. Juist omdat leefregels zo vèrstrekkend zijn en zo diep in het leven ingrijpen bestaat het gevaar voor machtsmisbruik. En juist om die reden moeten we bedacht zijn op elke poging tot discriminatie binnen geloofsgemeenschap.


Emancipatie en geloof. Het is niet zo vreemd dat Links zich nauwelijks roert in het debat over godsdienstvrijheid. Links moet overal tussendoor laveren: mensen die godsdienst überhaupt al achterlijk vinden; mensen die redelijk onverschillig staan tegenover de kwestie en die vinden dat religieuze groepen zelf moeten weten wat ze doen zo lang zij er maar geen last van hebben; en tenslotte mensen die solidair willen zijn met een islamitische minderheid die zich verdrukt voelt. Die laatste komen vaak met de retorisch bedoelde vraag “maar als die vrouwen dat nu zelf willen?” Daarmee gaan ze echter voorbij aan het gegeven dat er voor deze vrouwen vaak geen alternatief is, waarbij ze tegelijkertijd het respect van de religieuze gemeenschap behouden. Want wat als je laagopgeleid bent, en je man je geld beheert, je bewegingsvrijheid beperkt en daarmee je toekomst in zijn hand heeft, uit angst zijn 'eer' te verliezen? Dan heb je echt geen alternatief, ook al wordt je misschien strikt genomen niet eens iets verboden.

Hetzelfde 'maar-als-ze-het-nu-zelf-willen' -argument hanteren ook de verdedigers van de SGP-lijn. Maar als SGP-vrouwen nu werkelijk graag achter het aanrecht blijven, waarom dan toch het recht van de SGP verdedigen om vrouwen in hun partij passief kiesrecht te ontzeggen? Dan is er tòch sprake van een poging om vanuit religie de grondrechten van een groep mensen in eigen kring in te perken en hen het recht op eigen afwegingen vanuit hun geloof te ontzeggen. Daarmee is er ook sprake van inperking van individuele geloofsvrijheid. Het ' als-ze-dat-nu-zelf-wil' -argument komt in wezen neer op onverschilligheid. Onverschilligheid voor de meer of minder subtiele mechanismen van groepsdwang en onderdrukking waarmee vrouwen in religieuze groeperingen vaak te maken hebben.

'Maar ze kunnen er toch uitstappen', zeggen voorstanders van scheiding van kerk en staat – veelal die uit linkse hoek. Als we geloofsafval maar steunen, zijn we toch klaar? Ze gaan daarmee voorbij aan het feit dat onderdeel zijn van een groep niet alleen een kwestie is van of erin, of eruit. Het is niet: of loyaal zijn, of ophoepelen. Juist de mogelijkheid kritiek te leveren, te wijzen op misstanden, aan te geven ' waar het schuurt' maakt essentieel onderdeel uit van een groep, zeker als het gaat om geloof, leefregels, levensinstelling. En juist als men alleen de mogelijkheid biedt van eens zijn met de groepslijn of de groep verlaten, juist een mentaliteit van 'wie niet voor mij is is tegen mij' versterkt de groepsdwang. Religieuze groeperingen bij uitstek zouden daarvoor op moeten passen.


Machtsongelijkheid. Anders dan Rouvoet beweert, staat GroenLinks geen overheidsingrijpen achter de voordeur voor. Daar is de partij te liberaal voor. Maar GroenLinks stelt zich wel van oudsher tot doel om machtsongelijkheid en discriminatie aan de kaak te stellen, op welke wijze die zich ook voordoet. En daarom hoort zij deze discussie ook aan te zwengelen. Want je kunt mensen niet dwingen vrij te zijn maar je kunt instituties wel laten zien hoe ze de vrijheid van anderen belemmeren.

Het valt Halsema te prijzen dat zij geloof, godsdienstvrijheid en geloofsdwang zo serieus neemt en zo'n scherp oog heeft voor de dilemma's waarmee de discussie gepaard gaat. Want Links bevindt zich in een lastige positie. Ze moet tegelijkertijd opkomen voor de vrijheid om te geloven en om niet beperkt te worden door door anderen opgelegde geloofsregels. In wezen gaat het hier om de ultieme godsdienstvrijheid.


Karaktermoord. Als Rouvoet dus Halsema ervan beschuldigt gedwongen emancipatie na te streven, anti-religieus te zijn of zelfs de PVV-lijn te steunen, pleegt hij niet alleen karaktermoord. Hij versterkt het gesloten karakter van religieuze gemeenschappen. Hij verdedigt daarmee namelijk niet een geloof, een hoogstpersoonlijke binding met God, maar slechts een -door enkelen- daarvan afgeleide leefwijze, een institutie. Daar lijdt de individuele godsdienstvrijheid onder en daarmee uiteindelijk ook de integriteit van de geloofsgemeenschap. Dat zal toch niet de bedoeling zijn van de ChristenUnie. En zeker niet die van GroenLinks, dat immers een platform kent voor geloof en politiek, waartoe ik mijzelf ook reken. Laat staan dat het in het belang is van gelovigen en spirituelen, van welke richting dan ook.


Dit stuk verscheen vandaag ook op Joop.nl

Sunday, April 04, 2010

Christelijke kerken moeten afstand nemen van de reacties van de Paus.


Seksueel misbruik door kerkelijke gezagsdragers kan desastreus zijn, juist door de positie die de kerk in levens inneemt. Voor kerken die nog wel bij de tijd zijn, is het moment gekomen om zich krachtig uit te spreken tegen de manier waarop de Roomse Kerk ook nu nog daarmee om meent te moeten gaan.

Deze Paaszondag sprak de Paus het traditiegetrouw het Urbi et Orbi uit ('voor de stad en voor de wereld'). Met geen woord repte hij over het seksueel misbruik van kinderen dat in kerkelijke instellingen in zoveel landen plaatsvond en dat de afgelopen tijd wereldwijd aan het licht is gekomen. Tijdens de Goede Vrijdagviering in Rome waarbij de paus aanwezig was, heeft de priester die voorging berichten over seksueel misbruik binnen de katholieke kerk, op één lijn gesteld met antisemitische uitingen. De manier waarop de Rooms-Katholieke Kerk omgaat met deze misstanden, roept wereldwijd verontwaardiging en waarschijnlijk ook verdriet bij de slachtoffers.

In alle kritiek op de houding van de Rooms-Katholieke Kerk ten aanzien van het kindermisbruik dat in haar gelederen in grote getale voorkwam en massaal is toegedekt en in de doofpot gestopt, ontbreekt één ding. Dat is niet vreemd, gezien vanuit een geseculariseerde maatschappij, waarbij we eigenlijk nauwelijks nog weten wat geloof is. Maar het lijkt me wel belangrijk. Dat is de vraag: wat heeft misbruik door juist die kerkelijke gezagsdragers, voor effect?

Geloof is meer dan het onderschrijven van een simpele canon, en het hanteren van enkele strikte gedragsregels. Geloof is -idealiter- ook zingeving. Het geeft richting aan je leven, en aan wie je wilt zijn. Het geeft houvast bij levensvragen, moed bij crises. Zingeving kan wel zonder religie - je hoeft niet letterlijk te geloven in iets 'hogers' om bezig te zijn met de wereld, je plaats erin, en de richting die je wilt gaan. Maar een levende religie kan niet zonder zingeving: dan wordt het een dor geloofstelsel dat ten dode is opgeschreven.

Over de gevolgen van trauma door seksueel misbruik zijn boeken vol geschreven. Overlevenden kampen vaak de rest van hun leven met de gevolgen: ze hebben vaak moeite met relaties en seksualiteit en leiden aan depressies. De nu voorliggende gevallen van misbruik door dienaren van de Kerk zijn nog eens extra schadelijk - onder meer doordat het misbruik hier plaatsvond door erkende autoriteiten, die door iedereen in hoog aanzien gehouden werden en als dé morele maatstaf gezien werden. De jonge slachtoffers moeten zich vreselijk eenzaam gevoeld hebben, omdat niemand hun verhalen wilde of -durfde- te geloven. Maar er zit nog een extra dimensie aan. Je zou het in onze geseculariseerde maatschappij, op het eerste gezicht ontdaan van religie, haast vergeten: geloof en zingeving gaat over datgene wat je drijft en hoop geeft, over wie je bent en wie je wilt zijn. Daarin gekwetst worden, kan desastreuze gevolgen hebben.

Er is een andere beroepsgroep die zich bezig houdt met dezelfde thematiek. Dat is de psychotherapie. Voor psychotherapeuten gelden zeer strikte regels en een stevige beroepscode. En die gaat niet alleen over dat misbruik niet mag. Die gaat ook over het inherente machtsverschil tussen cliënt en therapeut: de ene vaak -tijdelijk- hulpbehoevend, de ander de autoriteit. Ze gaan over de materie waar therapie over gaat: gevoelens, herinneringen, dromen, hoop, teleurstelling. zaken die zeer wezenlijk zijn voor het functioneren van een mens. Binnen de praktijk van de psychotherapie gaat het dus om essentiële levensvragen, en daarom gelden strikte gedragsnormen: vertrouwelijkheid, een respectvolle manier van omgaan. En als het goed is, loopt de cliënt uiteindelijk de praktijk weer uit - niet dat het leven beter is geworden, of de jeugd minder getormenteerd, maar wel met meer inzicht, met nieuwe realiteitszin, met nieuwe hoop.

Ook de Kerk houdt zich bezig met de ziel van een mens: met wat hem of haar drijft, zin geeft. En daar gaat het grotendeels over diezelfde vraagstukken als de psychotherapie. En onderschat niet hoeveel mensen zingeving een belangrijk aspect van hun leven vinden; vaak ook in religieus verband. Een in 2006 verschenen rapport toont de WRR aan, dat in Nederland driekwart van de mensen mensen levensbeschouwing een belangrijk aspect van hun leven vinden. Daarvan noemt ruim een kwart zich niet religieus, maar wel min of meer humanistisch; ruim de helft van de bevolking noemt zich spiritueel: 26% daarvan is christelijk; nog eens 26% noemt zich ongebonden spiritueel. De WRR concludeerde dan ook dat religie wel degelijk nog steeds een belangrijke plaats inneemt; alleen niet meer in een dergelijk maatschappelijk georganiseerd verband als vroeger. Hoeveel van die mensen die seksueel misbruikt zijn in kerkelijke instellingen, hebben nu letterlijk niets meer om in te geloven? En hoe erg is dat? Als je ziet hoeveel mensen wèl één of andere vorm van levensbeschouwing aanhangen, dan denk ik dat het heel erg kan zijn.

Voor de Roomse Kerk is het al eeuwen te laat. Waar de psychotherapie laat zien hoe je helend kunt werken met het innerlijk, met de ziel zo je wilt, daar heeft de Heilige Roomse Kerk de andere kant laten zien: dat zij precies datzelfde heeft gebruikt als basis voor ongebreidelde macht. Want wie de ziel en de levens van mensen stuurt - en dat deed de Roomse Kerk tot in détail- heeft meer macht dan enig politicus of gezagsdrager dan ook. En daar is het de Kerk om te doen. Dat lijdt, zeker na deze reacties, geen twijfel meer.

Voor de kerken die nog wel bij de tijd zijn en die zingeving nog wel serieus nemen, is het tijd om zich te bezinnen. Wie werkt met zingevingsvragen en daarin een vertrouwenspositie geniet, kan een mens maken of breken. Het is tijd om nog eens te kijken naar gedragsregels en beroepscodes. Maar het is zeker tijd om zich zeer, zeer krachtig uit te spreken, niet alleen tegen het misbruik, maar ook tegen de manier waarop de Roomse Kerk ook nu nog daarmee om meent te moeten gaan.

Deze column verscheen eerder op Joop.nl

Friday, September 11, 2009

Femke en Het Interview


Okee, ik had blogpauze, vanwege huizenkoop enzo. Maar vooruit, op verzoek van Margreet, die dat deed nog vóór de consternatie uitbrak (hier, hier en hier), en er zelfs, jawel, vragen dreigden in de Partijraad, een stukje over Het Interview Met Femke.

Dus eerst wou ik een mooi stukkie schrijven over dat ik vind dat Femke best nog eens vier jaar meekan. Maar elders in GroenLinks is nogal wat gaande over dit interview. Omdat ik geen zin heb in close reading (dat heeft Christian immers al gedaan), maar even recht voor zijn raap wat ik ervan vind.

Want het artikel plaatst emancipatie en islam tegenover elkaar. En is daar een probleem? Natuurlijk! Je moet wel een ton boter op je hoofd hebben, om niet te zien dat 'de' Islam -en we kunnen hier best even genereren, want in verreweg de meeste Islamitische landen is het zo- vrouwen een ondergeschikte positie toebedeelt. Misschien moet je, zoals ik, in Uruzgan zijn geweest, en gezien hebben hoe hoog het percentage zelfmoorden onder pas getrouwde vrouwen is - puur, omdat de combinatie van Islam en ongeletterdheid voeding geeft aan zeer onderdrukkende opvattingen over vrouwen. Die de deur niet uit mogen. Geïsoleerd zijn. Zich niet mogen uitspreken. Die ongestraft verkracht mogen worden en mishandeld. Die niet naar school mogen, laat staan een beroep uitoefenen. Veel imams in met name sociaal-economisch achterblijvende gebieden dragen die opvattingen uit en vrouwen kunnen daar letterlijk niet mee leven. Dat is om stil van te worden - als je het niet eigenlijk uit zou moeten schreeuwen.

Is er dan een probleem met 'de' Islam, of landen waar de Islam de boventoon voert? Zekers, kijk het Arab Human Development Report (PDF) er maar op na. De vorm die de Islam heeft aangenomen, en die de Arabische cultuur in hoge mate vormt, is volgens de auteurs een belangrijke hinderpaal voor vrouwenemancipatie. Je kunt zeggen dat de 'zuivere' Islam daar niets mee te maken heeft maar dan begeef je je al op het terrein van de Itjihad - de uitleg.

En als het nu gaat - en dat is míjn mening, niet een interpretatie van wat Femke eventueel bedoeld of gezegd zou hebben- om een keus tussen respect voor 'de' Islam, en respect voor vrouwenrechten: welnu, simpel, dan kies ik voor het laatste. Want de concrete mensenrechten van mensen of groepen mensen gaan vóór het recht van anderen om hun religie uit te dragen. Geloven mag je wat je wilt - maar als je anderen consequenties op wilt leggen van wat je gelooft, dan begeef je je op een heel ander vlak.

En daarbij, religies zijn bepaald niet boven kritiek verheven. Ook al leven wij in een maatschappij die bepaald wordt door de drie grote 'openbaringsreligies' (Jodendom, Islam en Christendom') en hebben we dus de neiging religie als onfeilbaar te zien, ik beschouw religie wel degelijk als mensenwerk. Daar ben ik, vrees ik, ook godsdienstpsycholoog voor. Bovendien beschouw ik mijzelf als een religieus mens dus als een, laten we maar zeggen, ervaringsdeskundige. Het zijn mènsen, die religie vormgeven, niet zozeer de ene of de andere engel, heilige of zoon van God; uiteindelijk zijn het mensen, die de institutie oprichten en in stand houden, die het Grote Boek redigeren en opnieuw redigeren, die priester zijn, die vertellen wat mag en niet mag en die daarmee de inspiratie en het dagelijks leven van hun volgelingen in meerdere of mindere mate bepalen.

Je mag, ja, moet, respect hebben voor een cultuur, een religie. Maar dat betekent niet dat je alles maar klakkeloos aan moet nemen. Een religie of cultuur wordt in belangrijke mate bepaald door degenen die de macht hebben. En moet je altijd een open oog hebben voor onrecht - in onze eigen cultuur, en die van anderen. Je kunt je ogen sluiten voor de ongelijke positie van vrouwen in de Islam omdat je denkt: 'het is hun eigen keus om hoofddoekjes te dragen', maar dat is geen verlicht liberalisme. Dat is onverschilligheid. Onverschilligheid voor de omstandigheden waarònder vrouwen die keuze maken.

Dat Femke dus de positie van vrouwen in de Islam, maar ook in fundamentalistisch Christendom of Jodendom, aan de orde stelt, dat is me uit het hart gegrepen. En als ze de Islam in haar verschijningsvorm, in combinatie met andere factoren zoals ongeletterdheid, een probleem noemt, dan heeft ze wat mij betreft gelijk. Want die combinatie maakt dat mensen teveel overgeleverd zijn aan conservatieve imams die dan enorme grip krijgen op hun levens. Vooral op vrouwenlevens. Dat is inderdaad een probleem. En dat uit te spreken, dat is níet hetzelfde als Islamofobie.

Als Femke deze uitspraken níet zou hebben gedaan, dàn had ze ter verantwoording moeten worden geroepen. Dus mocht mevrouw Halsema zo nodig in de Partijraad aan de tand gevoeld moeten worden, welnu, dan kom ik hoogstpersoonlijk (als ik even kan en niet op vakantie ben) naar de Partijraad om ook mijn zegje te doen. Als dat mag van de voorzitter. En ik roep Margreet namens het FemNet op om gezellig mee te gaan.

Oja, enne: Femke: four more years!

Tuesday, July 28, 2009

Christelijk kabinet doet aan abortusbootje pesten.


De Nederlandse organisatie Women on Waves ondersteunt vrouwen in landen waar abortus verboden is. Ze doet dat op uitnodiging van locale vrouwenorganisaties, vooral door actie te voeren en informatie te verspreiden, maar ze voert ook overtijdbehandelingen uit. De toenmalige D66 minister van Volksgezondheid Els Borst was de eerste minister die de abortusboot een vergunning verleende. Bij die gelegenheid bevestigde de minister desgevraagd nog eens schriftelijk dat de overtijdbehandeling niet onder de Wet Afbreking Zwangerschap viel en dus zonder de WAZ-vergunning kon worden uitgevoerd. Dat was al eerder vastgesteld door haar voorganger, minister Brinkman (1986). Bovendien was dat bevestigd door de Hoge Raad (in 1995) en later door de Raad van State (in 2006). Bij de totstandkoming van de wet, namelijk, werd al in het Memorie van Toelichting aangegeven dat de overtijdbehandeling niet onder de WAZ viel; derhalve was daar geen speciale WAZ-vergunning voor nodig.

Een paar jaar later, in 2004 verleende het ministerie van VWS aan Women on Waves (oftewel de Abortusboot) een vergunning voor het uitvoeren van abortussen op zee, maar stelde daarbij als eis dat de actiegroep alleen mocht opereren binnen een straal van 25 kilometer rondom het Amsterdamse Slotervaartziekenhuis. Dat was natuurlijk flauw van van CDA-staatssecretaris Clemence Ross, want met zo'n vergunning kon Women on Waves niet uitvaren. En dat was nu net ook de bedoeling. Women on Waves tekende beroep aan bij de Raad van State. Deze oordeelde in 2006 dat de CDA-staatssecretaris deze eis niet zo letterlijk had mogen stellen en dat zij deze beter had moeten motiveren. Kortom, de Raad van State vond het óók een beetje flauw van Ross.

Recentelijk haalde dit kabinet weer een spitsvondigheidje uit. Afgelopen mei paste de ministerraad de regeling voor zwangerschapsafbreking aan. Voortaan moest voor elke overtijdbehandeling eerst de duur van de zwangerschap worden vastgesteld in een kliniek mét abortusvergunning. In praktijk betekent dat, dat de overtijdbehandeling alleen zal worden uitgevoerd in klinieken met een WAZ-vergunning. En ook dit is flauw. Elke arts kan zelf de duur van de zwangerschap vaststellen en zal dat ook doen, voordat hij een overtijdbehandeling uitvoert. En wettelijk valt de overtijdbehandeling nog steeds niet onder de WAZ, want de wet is niet veranderd. Bij de kabinetsformatie is immers afgesproken om in deze kabinetsperiode geen ethisch gevoelige wetswijzigingen uit te voeren. Dat het kabinet het besluit aanpast alsof de wet wél is veranderd, is weer een beetje flauw. Intussen heeft de Inspectie Gezondheidszorg het OM gevraagd om Women on Waves strafrechtelijk te vervolgen, dus daar komt weer een proces aan met een zeer politiek tintje.

Het is raar, dat de christelijke partijen één ding niet onder ogen willen zien. Het is wetenschappelijk al lang en breed vastgesteld dat er één manier is om abortus te voorkomen, namelijk het breed beschikbaar stellen van betaalbare voorbehoedsmiddelen met toegankelijke informatie over het gebruik ervan. Doe je dat niet en beperk je de beschikbaarheid van veilige en medisch verantwoordde overtijdbehandeling en abortus, dan weet je waar je op aan stuurt: ongewenste zwangerschappen en illegale abortussen, met alle gevolgen van dien. Het systeem van anticonceptie bestaat als het ware uit drie treden: de eerste is voorbehoedsmiddelen, de tweede is de overtijdbehandeling en de derde is abortus. Je maakt de eerste trede, en eventueel de tweede, zo breed mogelijk om te voorkomen dat je de derde trede moet gebruiken - dus om abortus vooral voor noodgevallen te houden. Maar breed beschikbaar stellen van voorbehoedsmiddelen is niet de oplossing die christelijke groeperingen propageren. Hun oplossing gaan meer richting onthouding en seks beperken tot binnen het huwelijk. Dat dat niet werkt, heeft onderzoek ook aangetoond: juist onder jongeren die de christelijke lijn van onthouding voor het huwelijk volgen, is het aantal ongewenste zwangerschappen beduidend hoger dan bij jongeren die goed voorgelicht zijn over voorbehoedsmiddelen. Onthouding is dus contraproductief. Dat doet vermoeden dat het in de christelijke agenda helemaal niet zozeer gaat om tegengaan van abortus, maar eerder om het teruggaan naar traditionele leefwijzen, koste wat kost. Raar, dat staatsecretaris Bussemaker zich daarvoor leent. Raar, dat de PvdA zich voor dat karretje laat spannen.

Sunday, March 16, 2008

smalende godslastering-nog-an-toe



Iedereen heeft vrijheid van meningsuiting. Gelovigen nog een stukje meer dan ongelovigen. Maar Geert Wilders heeft het meest van allemaal. Zo is de stand van zaken momenteel.

Vier jaar geleden stelde de toenmalige minister van Justitie, Piet Hein Donner, voor om het wetsartikel over godslastering uit te breiden. Artikel 147 - ooit ingesteld door zijn opa, minister van Justitie Jan Donner- bepaalt dat geschreven of gesproken uitingen die smalend of krenkend zijn voor gelovigen, niet mogen; je mag ze ook niet publiceren of aan de openbare weg plakken en het is nog eens expliciet verboden om predikanten en priesters en dergelijke te bespotten of aan eredienst gewijde voorwerpen.

Verscherping artikel 147. Minister Piet Hein opperde de verscherping van artikel 147 naar aanleinding van de moord op Theo van Gogh. Donner werd echter publiekelijk afgevallen door zijn collega-ministers Verdonk en De Graaf. Vervolgens dreigde Lousewies van der Laan om een motie in te dienen om het wetsartikel juist te schrappen. Argument daarbij was dat belediging van iemand's godsdienst niet erger is dan bijvoorbeeld belediging van iemand seksuele voorkeur en dus ook niet anders behandeld moet worden. Maar ze krabbelde uiteindelijk terug en verzachte de motie -of het Kabinet artikel 147 wilde 'heroverwegen'. Desondanks werd de motie nog verworpen. Overigens stemde ook GroenLinks destijds tegen: zoals de meeste partijen vond ze 'het moment verkeerd'.



Schrappen die hap. Momenteel werkt Harry van Bommel (SP) aan een wetvoorstel om het wetsartikel over blasfemie te schrappen. Apart genoeg was het de PvdA-er Ton Heerts, die, toen hem dat ter ore kwam, meteen met een motie kwam om het aftikel te schrappen 'op een daartoe geschikt moment' - nooit dus. Waarom speelt de PvdA hier eigenlijk boodschappenjongen van CDA en ChristenUnie? Onmiddelijk kwam er een tegenzet van Femke Halsema, die voorstelde om aan artikel 284 (over dwang) een artikel toe te voegen over geloofsdwang om afvalligen te beschermen. "Een signaal', noemde Halsema het in Pauw en Witteman: "Dit vinden wij als samenleving of als staat belangrijk: iedereen mag het geloof aanhangen dat hij wil maar niemand mag een ander dwingen om te geloven of niet te geloven". Op haar blog citeert Halsema commentaar van jurist Bronkhorst bij het arrest van de Hoge Raad inzake het ezelsproces: “Aantasting van opvattingen van mensen is iets anders dan aantasting van mensen om hun opvattingen.”

Vreemde actie van Hirsch Ballin. Ook al is een ruime meerderheid van de kamer nu dus voor schrappen, dankzij de actie van PvdA-er Heerts zal het artikel blijven staan. Hirsch Ballin stelt nu juist voor om het artikel uit te breiden met de door Halsema gevraagde bepaling over geloofsdwang en zelfs met een bepaling da atheisten niet beledigd mogen worden. Dat was niet de bedoeling natuurlijk. Als atheist mag je best beledigd worden, ik persoonlijk zou er zelfs naar uitkijken!



Lockiaans, Spinozaans of Milliaans?In een groot achtergrondstuk in de Volkskrant (helaas niet online) legde Peter Giessen dit weekend de achtergrond uit van het principe van vrije meningsuiting en de verhouding tot religie. John Locke hechte belang aan vrijheid van meninguiting opdat iedereen zijn eigen geloof moest kunnen kiezen: de staat moest daar buiten blijven. Het gaf religies grote ruimte om gelovigen te winnen maar ook te disciplineren. Baruch Spinoza achte vrijheid van meninguiting juist instrumenteel voor het zich onttrekken aan de dwingelandij van religies. Pas in de 19e eeuw verschoof de argumentatie naar een wetenschappelijker insteek van John Stuart Mill, namelijk dat blijvende discussie en debat nodig is voor vooruitgang van de rede.

Vrijheid van meningsuiting in naam van de vooruitgang. Blijft de vraag die zich nu ook voordoet: in hoeverre gaat vrijheid gepaard met verantwoordelijkheid om niet te kwetsen? Met de opmerking dat ze 'gekwetst' zijn, kunnen gelovigen immers elke discussie dood slaan. Wat mij betreft kun je wel onderscheid maken tussen kwetsen om het kwetsen ( 'geitenneuker'), en een misstand bespreken, wat in eerste instantie kwetsend kan zijn. Zo had de Opera Aïsha die de verhouding van de islam tot vrouwen thematiseerde, wat mij betreft nooit afgelast mogen worden.



En Wilders? Die was bij het debat helemaal niet aanwezig. Over vrijheid van meningsuiting denkt hij op geheel eigen wijze. Zo vond hij dat sommige kunstenaars opgesloten moeten worden en de Koran verboden. Degene met de meeste meningsuiting op dit moment is ontegenzeglijk Geert Wilders. Maar vrijheid?

Tuesday, December 11, 2007

Waarom de foto's van Sooreh Hera tentoongesteld moeten worden (2)


Ik geef toe, er zijn momenten geweest dat ik bijna spijt had dat ik dat stukje geschreven had. Niet omdat ik er niet meer achter stond. Maar omdat het onderwerp niet bepaald afgewogen en subtiele reacties oproept, èn omdat inmiddels geclaimd wordt door de uiterste rechterzijde.

Maar er zijn meer momenten geweest dat ik me verbaasd heb.

Vanwege dit. Met de Waterstof zijn we al een tijdje bezig met een discussie over sex. De discussie over wat al dan niet in de publieke ruimte mag worden afgebeeld, is daar één onderdeel van. De 'Gouden Bikini'-discussie zeg maar. Wat is plat en smakeloos, wat gaat echt over de grens van goede smaak heen, wat is te walgelijk voor woorden?

Ik heb altijd gevonden dat bijvoorbeeld mensen dwingen tot sex, te walgelijk is voor woorden. De film 'Breaking the Silence', bijvoorbeeld, portretteert hoe verkrachting in de DRC zo 'normaal' geworden is, dat niemand het meer veroordeelt - maar degenen die de last dragen verkracht te zijn of verkracht te kunnen worden, gewoon, tijdens het water halen of naar de markt gaan, en die hun hele maatschappelijke positie verliezen en hun uitzicht op een menswaardig bestaan, dat zijn wel die vrouwen. In sommige oorlogen wordt verkrachting zelfs gebruikt als oorlogsstrategie -vrouwen worden systematisch verkracht om de tegenpartij te vernederen en maatschapelijk te treffen. Sex als middel tot machtsmisbruik- te walgelijk voor woorden.

Dan heb je natuurlijk ook 'gewoon' sexueel misbruik: als iemand gedwongen wordt seksuele handelingen uit te voeren of te ondergaan, zonder het gevoel te hebben zich daaraan te kunnen onttrekken. Het gebruiken van een ander mens voor de eigen lustbeleving, zonder zich in de ander te verdiepen. Even walgelijk, en even hard te veroordelen.

Wat mensen, met wederzijds goedvinden, elkaar aandoen vind ik meer een kwestie van goede smaak. Dat sommige mensen zich graag laten vastbinden - binnen bepaalde grenzen en onder bepaalde voorwaarden- dat moeten ze zelf weten. Ik zou het niet prettig vinden om er onverhoeds mee geconfronteerdte worden, maar ze moeten het zelf weten.

Het eigenaardige, en wat mij betreft ietwat hypocriete is dat sommige religies zich graag bemoeien met de categorie 'goede smaak', maar zich niet verzetten tegen de categorie machtsmisbruik die mij toch veel ernstiger lijkt. De Bijbel staat vol met verhalen over verkrachtingen en mensen die niet zachtzinnig met elkaar om gaan. Maar het Christendom bemoeide zich op zeker moment liever met hoe mensen 'het' deden: de Missionarishouding heet niet voor niets zo.

Nu is men binnen het Christendom daar gelukkig over het algemeen mee opgehouden. Maar in sommige Moslimlanden is het nog goed gebruik om mensen die betrapt zijn op homosexuele handelingen, ter dood te veroordelen. Twee jaar geleden werden we opgeschrikt door foto's van twee minderjarige jongens, opgehangen omdat ze - tsja, ik zou zeggen: elkaar bemind hadden. En dat gebeurt nog steeds.

En nu heeft iemand foto's gemaakt die Moslims inderdaad wijzen op de impact van hun houding tegenover homosexuelen. Stel nu eens dat Mohammed homo was, of Ali? Dan is diezelfde veroordeling die uitgesproken wordt tegenover homosexuelen -toch nog altijd 3 tot 10% van de bevolking-, dezelfde self-righteous atitude, datzelfde fanatisme waarmee je zo graag homo's veroordeelt tot een gruwelijke dood, opeens van toepassing op je eigen religieuze helden. Zet dat je niet aan het denken? Word je daar niet milder van? Maar nee, dat zet ze niet aan het denken. Liever wordt geclaimd zich beledigd te voelen, liever wordt gepleit voor een verbod op de tentoonstelling.

Juist daarom, - omdat men dan zogenaamde goede smaak -en subjectief gegeven- ernstiger neemt en harder bestraft danonrecht, dan échte en ernstige misdaden, heb ik toch de neiging om die religieuze gekwetstheid net wat minder belangrijk te vinden dan het opkomen voor mensenrechten.

Ophangen!

Die foto's dan.

Sunday, December 02, 2007

Waarom de foto's van Sooreh Hera tentoongesteld moeten worden.



Bovenstaande foto is nu eens geen illustratie bij een weblogstukje maar een statement. De foto is afkomstig van de website van Sooreh Hera, een pas afgestudeerde Iraanse kunstenares, die sinds zeven jaar in Nederland woont en die de KABK heeft gedaan. Wim van Krimpen, directeur van het Haags Gemeentemuseum, koos het werk van een aantal afgestudeerden uit voor een tentoonstelling, waaronder dat van Hera. So far so good.

Totdat ophef ontstond, in eerste instantie vanwege een filmpje, maar ook vanwege enkele foto's. Hera's werk gaat over de verhouding tussen religie en sexualiteit. Hera zelf licht toe op haar website: "Religie wil altijd controle over de sexualiteit van de mens uitoefenen, met als meest dwingende verbod het taboe op homosexualiteit. De drie grote godsdiensten zijn altijd fel gekant geweest tegen elke afwijkende vorm van sexuele beleving: binnen de islamitische wereld staat op homosexualiteit nog steeds de doodstraf. Ik heb geprobeerd om herkenbare schoonheid van homosexuelen te verbeelden, maar ook vervreemde schoonheid die voor vele mensen ongekend, of oneerbaar is."

Interessant is nu om te kijken hoe de berichtgeving is vanuit christelijke hoek. Trouw bericht: "Op een van de foto's is profeet Mohammed afgebeeld als homo."Dat is te kort door de bocht. Hera heeft expliciet homosexuele mannen afgebeeld, en niet de profeet Mohammed. Daar gaat de tentoonstelling over. In De Pers vertelt Hera over één van de homostellen, afkomstig uit Iran: "Zij wilden niet herkenbaar in beeld en dragen dus maskers. Om de hypocrisie in de moslimwereld aan de kaak te stellen, heb ik de gezichten van Mohammed en Ali gebruikt. De foto’s van Mohammed en Ali worden normaal gebruikt in processies van sjiitische moslims." Door deze maskers te gebruiken, voegt Hera dus een statement toe aan de foto. Dat wordt versterkt door de context waarin de twee mannen zich laten afbeelden. Op één foto draagt een man met zo’n masker een leren broek die open is bij zijn billen. Op een andere foto zit hij in een houding alsof zijn vriend gaat pijpen.

De foto’s zijn verwerkt in een videoclip waarin behalve islamitische ook christelijke en joodse religieuze symbolen worden gebruikt. Het filmpje is inmiddels verwijderd, zowel van Hera's website als van YouTube. En intussen zijn de betreffende foto's ook verwijderd van de geplande expositie. Directeur Van Krimpen van het Haags Gemeentemuseum geeft in een interview met de NOS aan waarom. Hij vindt dat de foto's zo gemaakt zijn met de opzet om te kwetsen. Hij "vertrouwt de intentie niet" en vindt dat de foto's "bedoeld zijn om aandacht te trekken".

Nu is kunst natuurlijk wel vaker bedoeld om aandacht te trekken. De vraag is of deze foto's enkel bedoeld zijn om ijdele ophef te creeeren of dat ze bedoeld zijn om een misstand aan de kaak te stellen. De kunstenares zelf is daar zeer duidelijk in. In het al genoemde Pers-artikel stelde ze: ‘Rond homoseksualiteit blijkt het duidelijkst de hypocriete houding in de islamitische wereld tegenover seks. Homo’s worden in landen als Iran en Saoedi-Arabië keihard aangepakt, terwijl het daar heel gewoon is voor getrouwde mannen om seks te hebben met andere mannen. Maar dat blijft verborgen.’ Wat mij betreft is hier sprake van kunst-met-een-boodschapo en geen aandachttrekkerij.

Aandachttrekkerij? Ijdele ophef? Dan moeten we onmiddelijk denken aan Ehsan Jami. Die gaat namelijk ook een film maken: over "hoe gewelddadig en tiranniek Mohammed wel niet was. Deze man heeft drie Joodse stammen vermoord, afvalligen gedood en is met een 6-jarig meisje getrouwd, met wie hij seks had toen ze 9 was". En ook Geert Wilders doet een duit in het zakje: ook hij maakt een 'provocerende' film over de Islam.

Wat is dan het verschil tussen de films van Jami en Wilders, en de foto's en film van Hera? De films van beide 'heren' zijn een aanklacht tegen de islam an sich en ook zo bedoeld. Hera stelt de houding van de islam ten aanzien van homosexualiteit aan de orde. Dat lijkt me een aanzienlijk verschil. Zij komt op -zij het op provocerende wijze- voor mensenrechten van homosexuelen. Mensenrechten staan wat mij betreft boven de eventuele gekwetstheid van gelovigen.

Mensenrechten zijn universeel, en niet cultuurgebonden of afhankelijk van religieuze of politieke voorkeur. Zij bepalen juist de regels van het intermenselijk verkeer - en daarmee ook waar aanhangers van religies, culturen en politieke partijen zich aan dienen te houden. Vooral ook omdat religies zijn gebaseerd op subjectieve gegevens: preken, en de interpretatie daarvan. Hoe veel claims ook over 'Openbaringen' en 'Goddelijke Waarheden', religies zijn mensenwerk. (De verhouding tussen Goddelijke Waarheid en menselijke wetten is overigens door Jezus zelf al gedefinieerd toen hij zei: Geef de keizer wat des keizers is, en Gode wat Gods is.(Matth. 22: 15-22.). Maar deze is voor religieuze doordenkers).

En dat is maar goed ook. Ik kan bij wijze van spreken morgen de profeet worden van de Grote Vuurvos, en op basis daarvan een religie oprichten. Mijn aanhangers kan ik vertellen dat iedereen die niet surft met de Grote Vuurvos, laagwaardig is en erger dan een dief. Dat mag ik zeggen want dat valt onder de vrijheid van meningsuiting waaronder ook godsdienstvrijheid valt. Ik mag echter niet mijn aanhangers ertoe zetten, om mensen die niet met de Grote Vuurvos surfen van flatgebouwen af te gooien. Een dergelijke subjectieve basis (mijn profetieën over de Grote Vuurvos) mag dus nooit leiden tot zeggenschap over levens van anderen, of hun mensenrechten aantasten.

Anderzijds is het niet aardig als aanhangers van de Grote InternetOntdekker de grote Vuurvos in compromitterende context gaan afbeelden. Maar dat heeft meer te maken met fatsoen. Mijn aanhangers mogen ook niet op hun beurt weer de musea gaan bedreigen die die foto's ophangen - en in Hera's geval lijkt dat wel gebeurd te zijn. Dan hebben we het over strafbare gedragingen die de vrijheid van meningsuiting bedreigen en dat is een serieuze zaak. We kunnen niet ontkennen dat het geweld of de dreiging met geweld waarmee moslims hun religieuze gekwetstheid kenbaar maken, intimiderend is, en daarmee vaak een reden om de vrijheid van meningsuiting dan maar 'vrijwillig' te beperken. Dat lijkt hier gebeurd te zijn.

Ik vind echter dat Directeur Van Krimpen ernaast zit als hij zegt dat Hera's werk erop gericht is om te provoceren. Dat blijkt totnogtoe uit geen van haar uitlatingen, noch uit haar gedrag. Jami verscheen tot vervelens toe in de pers, liet breeduit door anderen verklaren hoe zeer hij bedreigd werd en hoe zeer hij in de steek gelaten werd door de PvdA-bobo's, en laadde daarmee de verdenking op zich dat hij bouwde aan een persoonlijkheidscultus. En over Wilders hoeven wij het niet te hebben. Ik zie Sooreh Hera dit gedrag nog niet vertonen. Zij lijkt nog steeds de zaak te stellen boven haar eigen persoon. En overigens, al ben ik het niet met de heren Wilders en Jami eens, zij hebben het recht deze films te maken.

Voorts ben ik het eens met David, die schrijft: "Wat mij betreft is die bezorgdheid over eventuele beveiliging van het gemeentemuseum en de kunstenaar trouwens een zaak van politie en justitie, niet van betrokkenen zelf. Van Krimpen bepaald wat er tentoongesteld wordt, als dat aanleiding geeft voor 'aanvullende maatregelen' moet het lokale bestuur er in springen."

Tuesday, September 11, 2007

Jami's dag.


Vandaag is 11 september. Vandaag is Jami-dag. Vandaag presenteert het comité ex-moslims zich, nadat gister de verklaring van het steuncomité werd gelanceerd. Veel prominenten hebben getekend: hoogleraren Jos de Beus, Paul Cliteur, Wim Couwenberg, Afshin Ellian, Meindert Fennema; Andreas Kinneging, Arjo Klamer, Herman Philipse, David Pinto en Dick Swaab. Een aantal politici en oud-politici, meestens van rechterzijde: Joost Eerdmans en VVD-ers Henk Kamp, Arend Jan Boekestijn, Mark Rutte en Uri Rosenthal; ons aller Geert Wilders en oud-politica Ayaan Hirsi Ali; en Roel van Duijn, oud-GroenLinks kamerlid Evelien Tonkens en Dierenpartij-leider Marianne Thieme. Een aantal journalisten en publicisten: Cisca Dresselhuys, Thomas von der Dunk, Michiel Hegener (die het manifest schreef); Theodor Holman; Joshua Livestro, Max Pam; Paul Scheffer; Xandra Schutte, Jaffe Vink, Herman Vuijsje, Bernadette de Wit en Jolande Withuis; schrijvers Nelleke Noordervliet, Joost Zwagerman en Leon de Winter, cabaratiers Vincent Bijlo en Hans Teeuwen, oud-vredesactivist Mient Jan Faber; Ronny Naftaniel van het CIDI; Bart Jan Spruyt van de Edmund Burke Stichting; PvdA-regisseur Eddy Terstall; emeritus hoogleraar, oud-COC-voorzitter en oud-voorzitter van het humanisitisch verbond Rob Tielman; Dirk Verhofstadt (broer van-), van de belgische denktank Liberales; filmproducent Gijs van de Westelaken, Hans Blom, oud-directeur Nederlands Instituut voor Oorlogsdocumentatie; priester Antoine Bodar; Bert Janssens, directeur Humanistische Omroep, Rein Zunderdorp, voorzitter Humanistisch Verbond en tenslotte waterlanders Dick Pels, en August Hans ten Boef.

Even opvallend is wie het niet ondertekend hebben: de kopstukken van de PvdA (fractievoorzitter Jacques Tichelaar van de Tweede Kamer fractie en voorzitter Han Noten van de senaatsfractie) hadden al laten weten niet te zullen ondertekenen. Tichelaar kon zich 'niet distantieren van kabinetbeleid', waartoe de steunverklaring in feite wel opriep. Noten liet weten dat hij zich "gegijzeld" voelde "door een mediahype". Alexander Pechtold van D66 ook Jan Marijnissen (SP) tekenden niet.

Femke Halsema (GroenLinks) publiceerde haar brief aan voorzitter Michiel Hegener op haar website. "(Ik) beschouw de verdediging van (beide zijden van) de geloofsvrijheid als een inherent en principieel onderdeel van mijn werk als parlementariër. (...) Ondertekening van het manifest heeft voor mij weinig toegevoegde waarde. Bovendien hecht ik aan mijn eigen timing en keuze van woorden. ", schrijft zij. Daarnaast stelt ze: "De timing van verschijning van het manifest vind ik te ongelukkig. Ik stel het op prijs dat het steuncomité van 11 september naar de middag van 10 september is verschoven. Dit neemt niet weg dat het in de berichtgeving (met een halve dag verschil) wel degelijk een geheel zal vormen met de presentatie van de comité’s van ex-moslims, die bewust hebben gekozen voor 11 september. "

Tenslotte is in het manifest gekozen scherp afstand te nemen van de leer van de Islam, die geloofsafval zou verbieden (ettelijke passages zijn gewijd aan geloofsafval in landen als Sudan, Jemen, Pakistan, Maleisië etcetera). Echter, schrijft Halsema: "Als seculier politicus wens ik mij (...) niet te mengen in theologisch dispuut. Het maakt mij niet uit wat of waarin iemand gelooft, als hij of zij zich maar houdt aan de (grond)wet. Terecht wordt in het manifest de grondwet centraal gesteld, want daar gaat het om. Het is dan irrelevant dat in de islamitische leer (zoals overigens in elke geloofsleer) passages zijn te vinden die zich slecht verhouden tot de grondwet, zolang elke gelovige maar leeft en handelt naar de wet en de democratische rechtsstaat. Een imam mag wat mij betreft de koran zo interpreteren dat hij homoseksualiteit niet accepteert (zo heb ik dat ook van streng gereformeerden te accepteren). Onacceptabel, want in strijd met de wet en de centrale waarden van onze democratische rechtsstaat, wordt het echter als hij oproept om homoseksuelen van het hoogste dak te gooien. Dan zal ik de barricaden tegen hem opgaan. " Er moet dus een scherp onderscheid gemaakt worden tussen wat men gelooft of een mening die men toegedaan is - en waartoe men oproept of welke andere daden men pleegt, die tegen de wet kunnen zijn. Zo zullen de meeste Christenen zich gelukkig niet letterlijk houden aan de tekst "Oog voor oog, tand voor tand, hand voor hand, voet voor voet"(Exodus 21).

Met dat laatste punt heeft Halsema wel het scherpste argument dat ik tot nog toe hoorde, om niet te tekenen. de politieke argumenten van Tichelaar en Noten zijn meer procedureel dan inhoudelijk van aard. Dat er enkele slordige reneneringen in de steunverklaring staan, maakt de verklaring er wat mij betreft niet sterker op. Er wordt bijvoorbeeld gesteld dat "de zeer geringe aantallen openlijke islamverlaters doen vermoeden hoe groot het probleem is". Dat kan men niet stellen zonder gedegen kennis van de achtergronden van de manier waarop men de Islam wenst te velaten. Critici van Jami's confrontatiestrategie stellen dat men de Islam wel degelijk kan loslaten, maar dat de meeste mensen hun ouders en familie niet voor het hoofd willen stoten. Bovendien bestaat er een glijdende schaal tussen 'wat minder strikt in de leer', en 'niet meer geloven'. De opmerking in het manifest dat "bijna dertig procent van de Nederlandse moslims voorstander is van de introductie van de sharia in Nederland", is wat mij betreft eerder bangmakerij dan een uitermate relevant gegeven in deze discussie. Enkele critici vinden daarom dat Jami zich voor het karretje van islamofoben laat spannen. Opsteller Michel Hegener had waarschijnlijk met wat minder confronterende addertjes onder het gras van zijn tekst meer steun kunnen vergaren.

En Ehsan Jami? Die twijfelt momenteel tussen de PvdA en de PVV van Geert Wilders. Vandaag haalde hij nog maar eens fiks uit naar alles wat islam heet. Morgen vertrekt hij naar Brussel voor een hoorzitting waar ex-moslims uit verschillende landen hun verhaal zullen doen.

Friday, August 10, 2007

Jami wordt niet de nieuwe Hirsi Ali


Ehsan Jami (nee, niet in zijn nieuwe safehouse)

Terecht heeft Bos vanmorgen in de Volkskrant over Jami opgemerkt: "Op het moment dat hij of de mensen om hem heen dat recht gelijkstellen aan het beledigen van moslims of hun geloof, heb ik geen enkele behoefte om me daar als partij achter te stellen." Over de voor moslims kwetsende uitspraken van Jami: "Hij heeft het volste recht om die uitspraken te doen. En als hij beveiliging nodig heeft, moet hij die krijgen. Maar als de vraag is, moet je kwetsende uitspraken doen over Mohammed om geloofsafval te bepleiten, dan zeg ik nee."

Nu Wouter Bos het zelf nodig gevonden heeft om zich over de zaak Ehsan Jami uit te laten zal een gevecht om de beeldvorming volgen. De Elsevier probeert nu natuurlijk dit uit te leggen als lafheid, die heeft niets liever dan een nieuwe 'held' nu Hirsi Ali verdwenen is. Jami schijnt zelfs al de voormalige woordvoerster van Hirsi Ali, Ingrid Pouw te hebben ingehuurd. Houd Elseviers columnisten vandaag in de gaten, zou ik zeggen, Elian en de Winter scherpen hun pennetjes al.

Maar we hebben geen behoefte aan een nieuwe Hirsi Ali die als een ongeleid projectiel schiet op wat voor moslims belangrijk is en weet dat daarmee bedreigingen uitgelokt worden. bedreigingen die ab-so-luut niet goed te keuren zijn maar er zijn altijd mensen die zich niet weten te beheersen. En die dan vervolgens weer leiden tot een persoonlijkheidscultus. Natuurlijk, Ehsan Jami moet beveiliging krijgen. Hij moet alles kunnen zeggen wat hij wil. Maar we hebben nu meer behoefte aan inhoudelijke discussie over de zaak zelf die de zaak verder brengt dan aan escalatie en polarisatie. De PvdA hoeft zich dus niet te laten gijzelen door de standpunten en de manier van communiceren van Jami: er staat simpelweg teveel op het spel.
Bovendien: Nederland is een beetje Islam- en polarisatie-moe. Niet voor niets komt Wilders met steeds excentriekere voorstellen; Nederlanders reageren weer een stukje laconieker op de hoge toon van het debat. Het tij is aan het veranderen. Nee, Jami gaat het niet redden als de nieuwe Hirsi Ali.

Met een beetje geluk is een ander scenario mogelijk. Enkele grote debatten over grondrechten en de Islam. Irshad Manji? Shirin Ehbadi? In ieder geval niet die eeuwige Ellian, en dan ook niet Tariq Ramadan. Het Comité treedt gedurende de debattenreeks een keer met zijn driehonderden naar buiten en krijgt een wijs bestuur. Jami gaat het opnemen voor de niet-gelovigen in plaats van beledigingen te adresseren aan wel-gelovigen. Met zijn allen veroordelen we de mishandeling van Jami, en hopelijk kan-die dan over een paar maanden weer naar huis. Klaar.

PS. Lees de column van Nausicaa Marbe vandaag in de Volkskrant (nog niet online). Perfect.

Wednesday, August 08, 2007

Ehsan Jami en Jonas Staal


Ehsan Jami

Nou daar gaat hij dan, Ehsan Jami, richting safehouses, geheimhouding en beveiliging. Er is nog enig gesteggel over wat nu precies de houding was van zijn eigen PvdA. Volgens Afsin Ellian, die tot Jami's grote dankbaarheid de beveiliging in een gesprek met onze coördinator terrorismebestrijding Tjibbe Joustra, geregeld lijkt te hebben, was het NCTb zelf al tot de conclusie gekomen dat het tijd werd. Niet te vroeg, maar ook niet te laat: in principe komt beveiliging voor plaatselijke politici voor rekening van het regionale korps, in dit geval Haaglanden.
Wat nu de toekomst is voor het centraal comité van ex-moslims, is nog even onzeker. Er schijnen zich al honderden mensen te hebben aangemeld, maar daarmee ook in de openbaarheid treden, dat is nu even wat anders. Toch valt te hopen dat dat op een gegeven moment gaat gebeuren: dat zou een doorbraak betekenen die wat broodnodige relativiteit zou brengen tegenover de al te fundamentalistische aanhangers. Als men inziet dat mensen het geloof ook kunnen verlaten, zullen kritische geluiden waarschijnlijk meer ruimte krijgen.

Jami zelf vindt in ieder geval dat zijn PvdA geen poot voor hem heeft uitgestoken. Bovendien heeft zijn partij, in de persoon van filmer Eddy Terstal, er bij hem op aangedrongen zijn toon te matigen. Jami noemde bepalingen in de koran „achterlijk”, de profeet Mohammed was volgens hem een „crimineel” en een „verschrikkelijke man”. Vaak zei hij erbij dat hij „bereid was te sterven” voor zijn ideaal: dat niet-belijdende moslims zich vrij gaan voelen om zich ex-moslim te noemen.

Misschien is dat inderdaad wat kort door de bocht geformuleerd - maar dat neemt niet weg dat de kracht van Jami erin lijkt te liggen dat hij als jonge ex-moslim de moed heeft te doen wat velen niet durven. Dat hij daarbij soms de hoge toon bezigt zoals die die zowel fundamentalistische moslims zelf gebruiken, als ook hun rechtse bestrijders (Wilders die vandaag als laastte stunt de Koran maar wil verbieden), dat lijkt bijna onvermijdelijk. Het lijkt wel alsof het debat niet anders gevoerd kàn worden dan op heel emotionele wijze en met grote woorden. Of het uiteindelijk helpt?



Iemand die dat issue van die hoge toon trouwens prachtig weergeeft is Jonas Staal, de kunstenaar die door Wilders voor het gerecht is gedaagd. Bekijk bijvoorbeeld eens zijn werken "de kunst van het wantrouwen". Sinds Pim Fortuijn bezigen sommige, met name rechtse, politici -Wilders vaak, Hirsi Ali eveneens, Verdonk soms en Jami nu ook- een emotionele taal met als elementen rechtlijnigheid en harde oordelen over anderen. Tegelijk wordt uitgesproken zich op te willen offeren en zelfs indien nodig het ultieme slachtoffer te worden Haat en slachtoffersschap vormt van oudsher een krachtige maar destructieve combinatie in de politiek. Het slachtoffersschap ontaardt vervolgens in persoonsverheerlijking. Van iemand als Wouter Bos kun je je niet voorstellen dat er bij zijn overlijden ooit zo'n tableau als hieronder zou komen te staan, van Wilders en Verdonk wel.



Staal laat dat met beelden veel beter zien dan ik met woorden ooit zou kunnen. Het is ironisch dat Wilders dat zelf niet herkent, maar de kunstwerken interpreteert als bedreigingen. Staal bedreigt Wilders niet; hij ontmaskert hem en neemt hem wind uit de zeilen.

Hoe dan ook, Jami verdient natuurlijk absoluut alle steun bij zijn strijd voor grondwettelijke rechten van ex-moslims. Net zoals Staal steun verdient bij zijn werk, maar ik vermoed zo dat díe zich wel redt.

Thursday, January 18, 2007

Leve de humanisten en de heidenen


Sint eh.... dinges predikt de heidenen.

Het valt op hoe agressief georganiseerde religie zich momenteel presenteert in het publieke debat. Opeens klinkt overal luid de roep om herwaardering van onze joods-christelijke wortels en het Christelijk denken wordt de hemel in geprezen. Onlangs presenteerde de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid haar nieuwste pil, getiteld: “Geloven in het Publieke Domein”. De meeste aandacht gaat uit naar het er in opgenomen Motivaction-onderzoek. Na decennia van religie-bashing door liberalen en links lijken de Christelijke kerken te zijn begonnen aan een wonderlijke wederopstanding – aldus WRR-voorzitter Wim van der Donk.

Maar wie de cijfers uit het Motivaction-onderzoek nader beschouwt, ziet iets anders. De georganiseerde religie maakt nog steeds pas op de plaats. Ongeveer een kwart van de Nederlanders beschouwt zich als behorend tot de christelijke levensbeschouwelijke groepering - de traditionele (protestantse en katholieke) kerken, maar ook nieuwe migrantenkerken. Een grotere groep, namelijk 28 procent is niet religieus, maar koestert wel in mindere of meerdere mate waardepatroon dat de WRR aanduidt als 'humanistisch' en dat voorbijgaat aan hedonisme, eigenbelang en materialisme. En ruim een kwart van de Nederlanders valt onder een categorie die vroeger wellicht 'New Age' zou hebben geheten maar die de WRR aanduidt als 'ongebonden spirituelen.

Wie net als ik had gedacht dat “New Age” indertijd een voorbijgaand verschijnsel was, zal verrast zijn. Het blijkt een fikse categorie (26%) te zijn die “breder en ook meer van deze tijd is dan de (...) term New Age doet vermoeden. Het zijn mensen met een bepaalde leefstijl die zich niet gebonden acht aan een bepaalde groep, organisatie of geestelijk leider, zoals dat dikwijls wel het geval was bij het begin van de New Age beweging in de jaren zeventig van de vorige eeuw.”(p. 185) maar op eclectische wijze een eigen spiritueel wereldbeeld samenstelt uit bronnen variërend van een boeddhistische retraite tot en met de nieuwste Happinez. Men deelt met de christenen en andere 'gebonden' religieuzen de hang naar transcendentie, maar tegelijk zijn 'ongebonden spirituelen' de eersten om toe te geven dat deze spiritualiteit enorm modegevoelig is en dat maakt ze ook relativistisch. 'Ongebonden spiritualiteit' lijkt een soort religieuze proeftuin waarin mensen uitgebreid kunnen experimenteren met religie en zingeving.

Het beeld dat momenteel breed geschetst wordt, dat kerken weer bezig zijn aan een opmars, is dus onjuist. Het zijn niet de kerken – het is zingeving in het algemeen, mèt of zonder geloof. Men kan daarvoor terecht bij een zeer uiteenlopend gezelschap van humanisten, new-agers, iets-isten, progressieve christenen, etcetera. Religie blijkt ook heel goed zonder georganiseerde kerk te kunnen. De consequenties zijn niet te onderschatten – niet voor niets bestrijdt de Amerikaanse televisiedominee Pat Robertson de “nieuwe heidenen” nog harstochtelijker dan de agnosten. Kerken claimen dan wel met hernieuwde ijver moreel gezag maar dat kunnen zij alleen doen omdat zij het best georganiseerd zijn en daardoor het meest zichtbaar.

Het is wonderlijk; ontwikkelingen gaan toch elke keer weer anders dan voorspeld. Hadden we eerst gedacht dat de modernisering een soort eindpunt was en dat mensen uiteindelijk geen behoefte meer zouden hebben aan religie, blijkt het toch weer anders te zitten. Wat het WRR-rapport blootlegt, is de tendens dat zingeving weer aan betekenis wint, zowel in haar religieuze als in haar niet-religieuze vormen. Maar anders dan vroeger toont religie zich niet alleen meer als georganiseerd of fundamentalistisch, maar ook als individualistisch, als maakbaar, maar desondanks niet minder inspirerend. Van der Donk krijgt in zoverre gelijk dat mensen zich niet zozeer meer blijken te emanciperen vàn religie, maar ìn religie. Het is nu aan links om de tijdgeest te verstaan en de aandacht te vestigen op de diversiteit van zowel religieuze als niet-religieuze zingeving.



Deze column verscheen eerder in Waterstof, de krant van wakker Waterland)