Sunday, December 02, 2007

Waarom de foto's van Sooreh Hera tentoongesteld moeten worden.



Bovenstaande foto is nu eens geen illustratie bij een weblogstukje maar een statement. De foto is afkomstig van de website van Sooreh Hera, een pas afgestudeerde Iraanse kunstenares, die sinds zeven jaar in Nederland woont en die de KABK heeft gedaan. Wim van Krimpen, directeur van het Haags Gemeentemuseum, koos het werk van een aantal afgestudeerden uit voor een tentoonstelling, waaronder dat van Hera. So far so good.

Totdat ophef ontstond, in eerste instantie vanwege een filmpje, maar ook vanwege enkele foto's. Hera's werk gaat over de verhouding tussen religie en sexualiteit. Hera zelf licht toe op haar website: "Religie wil altijd controle over de sexualiteit van de mens uitoefenen, met als meest dwingende verbod het taboe op homosexualiteit. De drie grote godsdiensten zijn altijd fel gekant geweest tegen elke afwijkende vorm van sexuele beleving: binnen de islamitische wereld staat op homosexualiteit nog steeds de doodstraf. Ik heb geprobeerd om herkenbare schoonheid van homosexuelen te verbeelden, maar ook vervreemde schoonheid die voor vele mensen ongekend, of oneerbaar is."

Interessant is nu om te kijken hoe de berichtgeving is vanuit christelijke hoek. Trouw bericht: "Op een van de foto's is profeet Mohammed afgebeeld als homo."Dat is te kort door de bocht. Hera heeft expliciet homosexuele mannen afgebeeld, en niet de profeet Mohammed. Daar gaat de tentoonstelling over. In De Pers vertelt Hera over één van de homostellen, afkomstig uit Iran: "Zij wilden niet herkenbaar in beeld en dragen dus maskers. Om de hypocrisie in de moslimwereld aan de kaak te stellen, heb ik de gezichten van Mohammed en Ali gebruikt. De foto’s van Mohammed en Ali worden normaal gebruikt in processies van sjiitische moslims." Door deze maskers te gebruiken, voegt Hera dus een statement toe aan de foto. Dat wordt versterkt door de context waarin de twee mannen zich laten afbeelden. Op één foto draagt een man met zo’n masker een leren broek die open is bij zijn billen. Op een andere foto zit hij in een houding alsof zijn vriend gaat pijpen.

De foto’s zijn verwerkt in een videoclip waarin behalve islamitische ook christelijke en joodse religieuze symbolen worden gebruikt. Het filmpje is inmiddels verwijderd, zowel van Hera's website als van YouTube. En intussen zijn de betreffende foto's ook verwijderd van de geplande expositie. Directeur Van Krimpen van het Haags Gemeentemuseum geeft in een interview met de NOS aan waarom. Hij vindt dat de foto's zo gemaakt zijn met de opzet om te kwetsen. Hij "vertrouwt de intentie niet" en vindt dat de foto's "bedoeld zijn om aandacht te trekken".

Nu is kunst natuurlijk wel vaker bedoeld om aandacht te trekken. De vraag is of deze foto's enkel bedoeld zijn om ijdele ophef te creeeren of dat ze bedoeld zijn om een misstand aan de kaak te stellen. De kunstenares zelf is daar zeer duidelijk in. In het al genoemde Pers-artikel stelde ze: ‘Rond homoseksualiteit blijkt het duidelijkst de hypocriete houding in de islamitische wereld tegenover seks. Homo’s worden in landen als Iran en Saoedi-Arabië keihard aangepakt, terwijl het daar heel gewoon is voor getrouwde mannen om seks te hebben met andere mannen. Maar dat blijft verborgen.’ Wat mij betreft is hier sprake van kunst-met-een-boodschapo en geen aandachttrekkerij.

Aandachttrekkerij? Ijdele ophef? Dan moeten we onmiddelijk denken aan Ehsan Jami. Die gaat namelijk ook een film maken: over "hoe gewelddadig en tiranniek Mohammed wel niet was. Deze man heeft drie Joodse stammen vermoord, afvalligen gedood en is met een 6-jarig meisje getrouwd, met wie hij seks had toen ze 9 was". En ook Geert Wilders doet een duit in het zakje: ook hij maakt een 'provocerende' film over de Islam.

Wat is dan het verschil tussen de films van Jami en Wilders, en de foto's en film van Hera? De films van beide 'heren' zijn een aanklacht tegen de islam an sich en ook zo bedoeld. Hera stelt de houding van de islam ten aanzien van homosexualiteit aan de orde. Dat lijkt me een aanzienlijk verschil. Zij komt op -zij het op provocerende wijze- voor mensenrechten van homosexuelen. Mensenrechten staan wat mij betreft boven de eventuele gekwetstheid van gelovigen.

Mensenrechten zijn universeel, en niet cultuurgebonden of afhankelijk van religieuze of politieke voorkeur. Zij bepalen juist de regels van het intermenselijk verkeer - en daarmee ook waar aanhangers van religies, culturen en politieke partijen zich aan dienen te houden. Vooral ook omdat religies zijn gebaseerd op subjectieve gegevens: preken, en de interpretatie daarvan. Hoe veel claims ook over 'Openbaringen' en 'Goddelijke Waarheden', religies zijn mensenwerk. (De verhouding tussen Goddelijke Waarheid en menselijke wetten is overigens door Jezus zelf al gedefinieerd toen hij zei: Geef de keizer wat des keizers is, en Gode wat Gods is.(Matth. 22: 15-22.). Maar deze is voor religieuze doordenkers).

En dat is maar goed ook. Ik kan bij wijze van spreken morgen de profeet worden van de Grote Vuurvos, en op basis daarvan een religie oprichten. Mijn aanhangers kan ik vertellen dat iedereen die niet surft met de Grote Vuurvos, laagwaardig is en erger dan een dief. Dat mag ik zeggen want dat valt onder de vrijheid van meningsuiting waaronder ook godsdienstvrijheid valt. Ik mag echter niet mijn aanhangers ertoe zetten, om mensen die niet met de Grote Vuurvos surfen van flatgebouwen af te gooien. Een dergelijke subjectieve basis (mijn profetieën over de Grote Vuurvos) mag dus nooit leiden tot zeggenschap over levens van anderen, of hun mensenrechten aantasten.

Anderzijds is het niet aardig als aanhangers van de Grote InternetOntdekker de grote Vuurvos in compromitterende context gaan afbeelden. Maar dat heeft meer te maken met fatsoen. Mijn aanhangers mogen ook niet op hun beurt weer de musea gaan bedreigen die die foto's ophangen - en in Hera's geval lijkt dat wel gebeurd te zijn. Dan hebben we het over strafbare gedragingen die de vrijheid van meningsuiting bedreigen en dat is een serieuze zaak. We kunnen niet ontkennen dat het geweld of de dreiging met geweld waarmee moslims hun religieuze gekwetstheid kenbaar maken, intimiderend is, en daarmee vaak een reden om de vrijheid van meningsuiting dan maar 'vrijwillig' te beperken. Dat lijkt hier gebeurd te zijn.

Ik vind echter dat Directeur Van Krimpen ernaast zit als hij zegt dat Hera's werk erop gericht is om te provoceren. Dat blijkt totnogtoe uit geen van haar uitlatingen, noch uit haar gedrag. Jami verscheen tot vervelens toe in de pers, liet breeduit door anderen verklaren hoe zeer hij bedreigd werd en hoe zeer hij in de steek gelaten werd door de PvdA-bobo's, en laadde daarmee de verdenking op zich dat hij bouwde aan een persoonlijkheidscultus. En over Wilders hoeven wij het niet te hebben. Ik zie Sooreh Hera dit gedrag nog niet vertonen. Zij lijkt nog steeds de zaak te stellen boven haar eigen persoon. En overigens, al ben ik het niet met de heren Wilders en Jami eens, zij hebben het recht deze films te maken.

Voorts ben ik het eens met David, die schrijft: "Wat mij betreft is die bezorgdheid over eventuele beveiliging van het gemeentemuseum en de kunstenaar trouwens een zaak van politie en justitie, niet van betrokkenen zelf. Van Krimpen bepaald wat er tentoongesteld wordt, als dat aanleiding geeft voor 'aanvullende maatregelen' moet het lokale bestuur er in springen."