Saturday, January 29, 2011

Missie Kunduz: de dilemma's voor GroenLinks


Kunduz

Donderdagnacht ging de kamer, met steun van D66 en GroenLinks, akkoord met de missie in Kunduz. Daar ging een heftige parlementaire discussie aan vooraf, waarbij het Kabinet grif toezeggingen deed, die misschien niet allemaal even realistisch waren.

Want de context in Afghanistan zit zacht gezegd niet mee voor deze missie. Afghanistan staat volgens Transparency International in de top-3 van de meest corrupte landen ter wereld. Karzai heeft zijn herverkiezing te danken aan bedrog. En de mogelijkheid van de internationale gemeenschap goed bestuur af te dwingen is vergeleken met een paar jaar geleden beperkt geworden. In 2014 zullen de meeste buitenlandse troepen zijn vertrokken en President Karzai trekt zich nu al weinig meer van de internationale gemeenschap. Nu er lucratieve grondstoffen zijn gevonden, staan Afghaanse machthebbers voorgesorteerd om een graantje mee te pikken. Dit is, kortom, geen regering die er belang bij heeft corruptie en rechteloosheid met kracht te bestrijden. Zelfs onder zware internationale druk boekt de corruptiebestrijding maar schoorvoetend resultaat.

Daarbij komt dat we in Kunduz niet lead nation zijn. Dankzij die positie kon Nederland in Uruzgan sterke invloed uitoefenen op hoe het bestuur functioneerde. In de jaren dat Nederland de leiding had, hadden de verschillende ethnische groepen inspraak in bestuursbesluiten en verbeterde de democratie en het bestuur. Het relatief lage geweldsniveau dat Nederland hanteerde droeg bij aan stabiliteit. In Kunduz zijn we afhankelijk van de Duitsers. Die zijn overigens wel beduidend ontvankelijker voor onze positie dan de Amerikanen.

Maar er is ook een andere kant. GroenLinks-leider Jolande Sap heeft, conform de motie Peters-Pechtold en het verkiezingsprogramma, gevochten om de politiemissie zo civiel mogelijk te maken. De training van agenten is langer geworden en meer gericht op civiele taken. Er ligt een toezegging dat het huidige hoofd van de politie in Kunduz vervangen wordt – al moeten we nog zien wat daarvan terecht komt en wie er voor in de plaats komt. Er is toegezegd dat Nederland invloed zal krijgen op de recrutering -al zal het politieke druk vergen om dit daadwerkelijk af te dwingen. En er is de toezegging dat de agenten niet zullen worden ingezet voor paramilitaire acties – al moet daarvoor bedongen worden dat er meer Afghaanse legereenheden zullen worden ingezet in Kunduz. De gemiddelde Afghaan zal het overigens worst zijn of agenten al dan niet paramilitair worden ingezet, als het maar rustig blijft.

De meest cruciale vraag is wat mij betreft: kun je de gemiddelde Afghaan in Kunduz recht in de ogen kijken en zeggen dat de missie verschil zal maken voor hun veiligheid, hun toegang tot rechtspraak en de handhaving van recht en orde? Ik denk dat je die vraag eerlijk met ja kunt beantwoorden. De extra training, de monitoring en de extra aandacht voor het functioneren van de politie zullen vruchten afwerpen. Maar er staan ook fikse investeringen gepland in de rechtsstaat. Op dorpsniveau wordt flink ingezet: deze missie zal juist community justice in Kunduz helpen opbouwen. Dat is belangrijk, want het is vaak de dagelijkse onveiligheid die dorpelingen uiteindelijk doet zeggen: geef ons dan maar de Taliban. Tegelijk investeren de Duitsers miljarden in ontwikkelingssamenwerking: gezondheidszorg, scholen, basisvoorzieningen. Het leven van de gemiddelde Afghaan in Kunduz zal dus wel degelijk verbeteren. We moeten ons ook niet verliezen in cynisme, dat is te makkelijk.

Is dat bescheiden resultaat voldoende voor ons? Er zal grote en constante druk nodig zijn om dat resultaat te kunnen borgen. Maar er ligt nog een ethische vraag onder. Als wij meedraaien in dit systeem – een door de Amerikanen gedomineerde missie in Afghanistan, een door corruptie geteisterd land- steunen we dan niet tegelijkertijd dat systeem? Wegen de resultaten op tegen de nadelen? Door mee te doen verwerf je het recht om met gezag te spreken op podia die je anders nooit zou betreden. Wie nee zegt, verliest die mogelijkheid. In Uruzgan hebben we een visitekaartje afgegeven met een missie die beduidend minder gewelddadig was dan in de omringende provincies en toch betere resultaten boekte. Dat is niet onopgemerkt gebleven. In Kunduz krijgen we de mogelijkheid dat voort te zetten: kwaliteit van politie boven kwantiteit. Maar als we te gemakkelijk meedraaien verlenen we een corrupt systeem en een te gewelddadige NAVO-missie legitimiteit.

Dit zijn de dilemma's waar het GroenLinks-congres zal zich komende zaterdag gesteld ziet. Er liggen al ettelijke moties klaar, waaronder een die -nu nog- geformuleerd is als een motie van afkeuring. Dat zou onterecht zijn. Partijleider Jolande Sap heeft niet alleen leiderschap getoond, maar de gehele fractie is gewetensvol en integer te werk gegaan bij een besluit waarmee zij uiteindelijk ook het GroenLinks verkiezingsprogramma hebben uitgevoerd.

(Dit stuk verscheen vandaag als opiniestuk in Trouw)