Sunday, February 19, 2006

de Toekomst van Vrijheid- deel 1 (bijdrage in het kader van het zondagmiddagintellectualisme)


Eerst heb ik vanmiddag -na het lezen van sargasso- Last.fm geïnstalleerd. Simpel! Je kunt de naam van je favoriete artiest intikken, waarop je gelijksoortige nummers krijgt. De hele middag heb ik dus naar Loreena McKennit-achtigen zitten luisteren met mijn na een bezoek aan Cockie aangeschafte aaipod- koptelefoontje.


Toen moest ik kiezen tussen Fareed Zakaria's "The Future of Freedom"en "Vrijheid verplicht" van Menno Hurenkamp en Monique Kremer. Het werd de toekomst van de vrijheid - een ouwetje al, uit 2003, maar nog steeds erg relevant.
Zakaria was de jongste managing editor ooit van Foreign Affairs, en is nu buitenlandredacteur van Newsweek. Zijn boek is een lang betoog voor constitutioneel liberalisme, als onderligger voor democratie. Democratie in de zin van vrije verkiezingen op zich is niet voldoende, betoogt Zakaria. Je hebt heel democratisch gekozen dictators gehad, denk aan Franco, Hitler, Mussolini, Salazar: allen democratisch gekozen. En zij waren echt wel duidelijk in hun agenda. Het punt is: de democratische wil van het volk wil nog wel eens uitschieten en kan gemanipuleerd worden in de richting van bijvoorbeeld ethnische haat - denk aanMilosevic, denk aan de Indiase hindoe-funadamentalistische BJP. En zeker in verse democratieën, die nog geen traditie op het gebied van tolerantie en grondrechten hebben opgebouwd, is dat makkelijk. Op haat en onvrede werken is een gemakkelijk recept. Wat nodig is, is een stelsel van instellingen: een sterk parlement, een onafhankelijke rechtelijke macht, een vrije pers, die te grote uitschieters in toom houdt. Een stelsel van tegenmachten dus. Het boek werd vanwege deze rode draad bij verschijnen opgevat als een kritiek op de regering Bush, die er simpelweg van uitging dat ze democratie zou hebben gebracht in Irak op het moment dat daar maar eerlijke verkiezingen zouden zijn geweest.

Macht en tegenmacht.
Na een verhelderend hoofdstuk over democratie en vrijheid -stelt Zakaria een aantal voorwaarden voor het goed functioneren van democratie. Een goed ontwikkelde middenklasse, stelt Zakaria, die onafhankelijk kan zijn, een economie die niet gebonden is aan de overheid, waardoor kongsi's zouden kunnen ontstaan, maar een tegenkracht kan vormen. Een groeiende economie heeft baat bij sterke wetten, bijvoorbeeld om eigendom te beschermen. En waar burgers onafhankelijk kunen zijn, zijn zij ook in staat om tegenmachten te steunen. Zakaria wijst bovendien op het verschijnsel dat landen die economisch sterk afhankelijk zijn van grondstoffen, en die grondstoffen in handen hebben van de staat, meestal niet erg democratisch zijn. De staat hoeft dan namelijk voor haar bestaansrecht en haar inkomsten geen belasting te heffen. Ze heeft immers inkomsten uit de grondstoffen. Een voorbeeld is Nigeria met haar olie, maar ook veel landen in het Midden-Oosten, waar wel goed onderwijs is en goede gezondheidszorg, maar weinig vrijheid van meningsuitng. Pas als een overheid voor haar voortbestaan afhankeljik wordt van belastingen, zal zij zich ook iets aan haar burgers gelegen laten liggen - omdat ze immers een tegenprestatie zal moeten leveren. In die zin moet ook ontwikkelingshulp niet een al te groot deel uitmaken van het budget van een overheid. Zakaria is zo overtuigd van deze redenering, dat hij zelfs een gemiddeld inkomen-per-hoofd-van-de-bevolking noemt waarop een land succesvol de overgang naar democratie kan maken: boven de 6000 dollar.

Grenzen aan de democratie.
Maar wat als het nog niet zo ver is? Interessante case is China. Zakaria betoogt dat de Chinese leiders gelijk hebben als zij zeggen: het is nu nog geen tijd om absolute vrijheden toe te staan.Het is belangrijk om eerst stabiliteit te brengen en langzaam maar zeker constitutionele instellingen op te bouwen. de omgekeerde weg volgde Poetin: die brak, nadat Jeltsin hem daarin was vorgegaan, dat soort instellingen juist af. democratisch gekozen, maar toch mer en meer ene soort van dictator. Chavez, Putin, Khadafi en andere dictators doen een beroep op de behoefte van mensen aan een soort messiaanse dictator, die de boel eens even goed zal opruimen. Meestal worden dit soort leiders lang gesteund door de bevolking. En juist door die steun ('de wil van het volk'), voelt een leider zich gelegtimeerd in zijn beslissingen. Ook als die bijvoorbeeld de rechten schenden van minderheidsgroepen, de rechtsspraak corrumperen of de vrijheid van meningsuiting aantasten. Met dat verschijnsel in het achterhoofd, kun je stellen dat er grenzen gesteld moeten worden aan de democratie - of liever, aan de macht van leiders, ook al zijn zij gekozen.