kamervragen over de toestand in het land en vooral waar het gaat om leidersschap
Ik complimenteer mijnheer de Bie graag met de kamervragen die hij bedacht heeft. Ze doen qua kwaliteit niet onder voor de vragen die gesteld worden door de echte professionals.
Ik citeer meneer de Bie hieronder even:
Premier Balkenende krijgt ernstige kritiek te verduren op zijn leiderschap. Hij is ‘onzichtbaar’ en geeft ’te weinig leiding aan het kabinet’, zegt PvdA-leider Bos. De premier verdedigt zich en noemt de kritiek ‘zorgelijk, teleurstellend en onterecht’. Reeds tweemaal heeft hij binnen een week in het openbaar gesproken, waarbij hij onder andere heeft gezegd: ‘Nederland is altijd een mooi land geweest.’
Vandaag is er weer een vragenuurtje in de Tweede Kamer. Welke partij neemt de volgende suggesties over?
1) Bedoelt de premier met zijn uitspraak te zeggen dat het wat hem betreft mooi is GEWEEST met Nederland en dat het mooi nimmer terug zal keren?
2) Of is de strekking van zijn boodschap dat het mooie van Nederland er weliswaar af is, maar dat hij alles in het werk zal stellen om Nederland weer mooi te maken?
3) Als hij vraag 2) positief beantwoordt, waarom vervolgt hij zijn uitspraak dan niet met ‘en dat moet het vooral blijven!’, of ‘en dat moet het zo snel mogelijk weer worden!’?
4) Heeft de premier aanwijzingen dat zijn uitspraak effect heeft gesorteerd? Zijn er plekken in Nederland mooier geworden? Deelt hij de inschatting dat de toestand in Uden ‘niet zo mooi’ is?
5) Heeft de premier meer gepeperde uitspraken in petto, die de toenemende spanningen in het land kunnen bezweren?
Ik heb maar vast een conceptantwoord gemaakt:
Antwoorden van de Regering op kamervragen, ingediend door het lid ....(....) d.d. 10 november 2004 (kamerstuknummer ....)
1. Neen, als 't gaat om mooi, is het nadrukkelijk zo dat je als land een zelfstandige afweging maakt voor wat betreft mooi geweest alsmede als het gaat om altijd. Als ik hoor dat er gesproken wordt over mooi is het van belang te stellen dat mensen waar mogelijk ook hun eigen verantwoordelijkheid moeten nemen.
2. Waar we het hebben over mooi, en vooral als het gaat om een waardeoordeel over Nederland in het algemeen en Uden in het bijzonder, en daarbij kijkend naar de toekomst alsmede het verleden in ogenschouw nemend, wil ik vooropstellen dat ieder individu daarbij natuurlijk een eigen afweging maakt. Daarbij moet het volstrekt helder zijn dat we niet de neiging hebben om van elkaar te zeggen: die partij is niet te vertrouwen.
3. Daar waar het gaat om Nederland in de toekomst, en met name daar waar de discussie gaat over het aspect 'mooi', mag nadrukkelijk worden gesteld dat we de zaken met daadkracht en duidelijkheid moeten aanpakken.
4. Als er een discussie ontstaat over of Nederland al dan niet mooi is en het herstel daarvan dan wel wederopbouw in het kader van een mooier Nederland is het in beginsel zo dat ik op geen enkel moment de regie ben verloren. Voor wat betreft de toestand zoals die zich momenteel aandient is het natuurlijk zo dat de vertegenwoordigende democratie hier de verantwoordelijkheid hoort op te pakken.
5. Ja.
(met dank aan David Rietveld's Balkenendetaalgenerator).
|