Sunday, August 01, 2004

Hef die partij maar op, Boris.

Kom je terug van vakantie, probeer je even de kranten van de afgelopen tijd in te halen, heeft Boris Dittrich weer een ideetje geopperd. Hij vindt dat partijen passe zijn, en dat het beter zou zijn voortaan een tien-punten-programma op te stellen en daar een "krachtige persoonlijkheid" bij te zoeken als lijsttrekker.

Hij is trouwens niet de eerste - Wouter Bos wilde in zijn begindagen als partijleider al de PvdA opheffen. Niemand die protesteerde. Mevrouw Halsema zegt op suggesties om GL te laten opgaan in een 'linkse volkspartij' altijd ferm nee. Ik zou anders gaan twijfelen aan haar leidersschap. Als je eigen partijleider je club wil opheffen? Maar Wouter Bos kon dat ongestraft doen. Dat zegt iets over de media en over PvdA-ers.

Maar goed. Nu ben ik niet zo'n partijtijger -al lijkt het op dit logje wel eens anders- maar wat mij betreft papagaait Dittrich teveel Amerikaanse ideen na. Daar blijft de invloed van leden beperkt tot eens in de vier jaar campagne voeren voor de presidentsverkiezingen. Schijnt trouwens heel leuk te staan op je cv.
Toegegeven, de rol van partijen als ideologische organisatie is verzwakt. Ze schrijven niet meer voor hoe we moeten denken en leven - gelukkig maar. Sommmigen betreuren dat. In een onbewaakt ogenblik heeft Bart Tromp al eens geklaagd dat de PvdA niet meer was dan "een uitzendburo voor kamerleden en een campagneburo voor de lijst Kok". Zeker, als de de Amerikanen achterna gaat, wordt dat ook zo. De koers wordt bepaald door een klein groepje, de partijtop -makkelijk beinvloedbaar door multinationals die gul in de partijkas storten.

De media-vaardigheden van de lijsttrekker worden steeds belangrijker. Een tijdje terug signaleerden Dick Pels en Liesbeth van Zoonen (in Pluche, lente 2003) zelfs het ontstaan van politiek fandom: politici verworden tot kristallisatieschermen, of projectiepunten voor politieke emoties. En dat vonden Pels en Van Zoonen niet alleen maar negatief: politici kunnen daarmee ook inspireren tot politieke en maatschappelijke betrokkenheid. Overigens zie ik dat Boris Dittrich nog niet zo gauw lukken.

Maar de vraag is of het achterliggend concept van politieke partijen niet eens zou moeten veranderen. Mark Bovens schreef in 1995 (in: "De Verplaatsing van de Politiek") al dat politieke partijen niet meer het alleenrecht hadden op de politiek. Het politieke, zo signaleerde hij, had zich verplaatst - naar multinationals, ZBO's, regio's, etcetera. Waarden-toedeling, beslismacht, expertise etcetera ligt nu grotendeels daar, en is veel minder dan vroeger aanwezig bij partijen.


Partijen als amendementenmachines en verzamelingen ledenvergaderingen met agenda's van punt 1a (opening) tot en met 10f (sluiting en rondvraag), die zijn daarmee inderdaad passe. Maar partijen als gemeenschappen, als netwerken en discussiefora hebben meer dan ooit bestaansrecht. Misschien moeten partijen zich wel heel anders organiseren. Immers, de leden zitten nu juist daar waar de politiek zich heen verplaatst heeft: media, ZBO's, bedrijven, wetenschap. Als het politieke zich verplaatst, moet de partij daar achteraan. Waarom niet ervoor zorgen dat die leden zich kunnen bundelen op professie (bijvoorbeeld op ambtenaar-zijn) en hun ervaring mee terugnemen, de partij in? Waarom scheppen leden niet meer hun eigen podium (websites, nieuwsbrieven, essaybundels) in plaats van zich enkel te richten op en tweede kamer fractie, die zich moet houden aan de politieke agenda en dus wel enigszins doof moet zijn voor alle op dat moment irrelevante ideeen uit het land?

Ik noem maar wat.

Maar ja, ik denk niet dat meneer Dittrich op zo'n assertieve partij zit te wachten. Dat is wellicht te lastig als je weer eens zo'n radicale koerswijziging moet maken...