Nieuw beleid: tolerantie voor chaos, rafels en tegenstrijdigheden.
Het Hembrugterrein: tussenland.
Ingeklemd tussen stad en kanaal, tussen knooppunten van rijkswegen, bedrijventerreinen, industrie, akkerbouw, weilanden en kleine bosjes liggen vaak onbestemde gebieden. Zij markeren de ernstige vervaging van het onderscheid tussen stad en land: zij zijn geen van beide, maar tussenland. Omdat tussenland zich onttrekt aan planning wordt het vaak afgedaan als ongewenst. Toch is het een belangrijk en ook positief verschijnsel waarvan het beleid kan leren. Tussenland, dat zich vaker ondanks dan dankzij ruimtelijke regelgeving ontwikkelt, is een voorbeeld van wat wél goed gaat wanneer een strakke ordeningshand ontbreekt. Het biedt kansen aan mensen en bedrijven, die tot nu toe onvoldoende zijn benut. Het Ruimtelijk Planbureau schreef een rapport over vruchtbaar gebruik van tussenland,
Beleid werkt soms beter als het niet alles dichtgooit met regeltjes. Marleen Stikker, directeur van de Waag, beschouwt de stad in belangrijke mate als een emancipatiemachine. “Mensen trekken naar de stad om zich te ontplooien” stelt ze. Daartoe moeten mensen zich een stuk van de stad kunnen toe-eigenen. Maar een te strak geregisseerde stad laat dat niet meer toe. “De rafels zijn verdwenen,” zegt Stikker over Amsterdam: ”Het denken in termen van economisch rendement sluit degene die nog niets is maar bezig is iets te worden, helemaal buiten.”(Volkskrant Magazine, 17 juni).
Vraag voor het beleid van de toekomst: hoe creeer je plaats voor het onvoorspelbare?
|