Friday, May 22, 2009

Publiek en bedrijven bewegen, kabinet nog niet.


De verkoop van Essent is de laatste stuiptrekking van de uitverkoop van publieke goederen aan de private sector, en die sleept al maanden. Zelfs VNO/NCW pleitte in een brief voor uitstel van de verkoop. Hun argument was het nationaal belang van energievoorziening. En nu blijkt dat al het verzet in Brabant onnodig was, omdat RWE Essent tóch wel zou hebben overgenomen - of Brabant haar aandelen nu verkocht had of niet.

De SP riep Balkenende, als laatste redmiddel naar de kamer om de verkoop tegen te houden. Balkenende, toch al geen grote ster op gebied van leiderschap, weigerde. Privatisering is immers kabinetsbeleid: Maria van der Hoeven schreef onlangs nog dat levering juist zekerder en energie goedkoper was, omdat stroomlevering en het transport van stroom immers gesplitst waren.
Van der Hoeven geeft daarmee blijk van weinig realiteitszin. Haar betoog wordt tegengesproken vanuit wel heel onverwachte hoek. In een interview met RWE-topman Jürgen Grossman geeft deze zelf aan dat hij géén leveringsplicht heeft en dat de prijzen omhoog gaan. Grossman is zoals bekend, ook een groot voorstander van kernenergie.

Duurzame energie wordt natuurlijk veel moeilijker te bewerkstelligen als energievoorziening in private handen is. Een fatsoenlijk energiebeleid kun je dan niet meer voeren: je beleidsinstrumentarium beperkt zich tot krachteloze zaken als convenanten afsluiten of dringende beroepen doen op de maatschappelijke verantwoordelijkheid. Om als overheid duurzaamheid maar over te laten aan de markt is een visieloos zwaktebod.
En precies dat probleem: het niet meer kunnen voeren van energiepolitiek, waren voor de stad Hamburg reden om zelf maar weer een energiebedrijf op te gaan zetten, Hamburg Energie. De stad wil weer werk maken van duurzame energie. De verkoop van het stadsenergiebedrijf aan Vattenfall was een grote fout, zegt de CDU-burgemeester -partijgenoot van Van der Hoeven en Balkenende. Marktwerking, waar van der Hoeven zo'n voorstander van is, kun je wel vergeten: zo blijkt. Vattenfall is zo groot dat het in wezen een bijna-monopolie heeft. En leveringszekerheid is er niet.



De nieuwe topman van Schiphol, Jos Nijhuis, las de tekenen en besluit het over een andere boeg te gooien. Niks beursgang, Nijhuis zegt juist blij te zijn met de overheid als grootste aandeelhouder. Schiphol heeft een publieke functie, erkent Nijhuis, en winst mag niet meer het hoogste doel zijn. Natuurlijk kan, móet hij dat wellicht wel zeggen: Schiphol maakt vanwege de crisis veel minder winst en Nijhuis móet wel in de kosten gaan snijden.
Tussen de regels door krijg je bevestigd wat je al vermoedde, namelijk wat een enorme blaaskaak zijn voorganger Cerfontaine was: wel dreigen over de beursgang van Schiphol, en megalomane plannen presenteren over de wereldwijde export van het Schipholconcept, maar zoals we nu weten ook liegen over de geluidsnormen en nalaten Schiphol wat efficiënter te maken. Maar dat soort dingen waren nu eenmaal gebruikelijk voor CEO's in die tijd.


De waarde van goed onderhouden publiek ruimte bijvoorbeeld.
In een paar maanden tijd is het maatschappelijk klimaat enorm veranderd. En Nijhuis kijkt goed om zich heen, maar ik vrees dat het Ministerie van Economische zaken nog niet helemaal op dat spoor zit - en het CDA en het kabinet ook niet. Het minste dat zou moeten gebeuren, is het formuleren van een zorgvuldige visie op het maatschappelijke impact van publieke goederen, zoals energievoorziening, infrastructuur, maar misschien ook wel meteen van voorzieningen als openbaar vervoer, gezondheidszorg en welzijn -al die zaken die zo nodig vermarkt of aanbesteed moesten worden. De afgelopen jaren keek men vooral naar de economische waarde - of wel wat het opbracht voor de schatkist. Maar onderhuids beweegt er veel op het moment. Langzamerhand wordt duidelijk dat mensen de nadruk op economisch denken zat zijn: de maatschappij is meer dan haar economische opbrengst; en gevoelens van veiligheid en vertrouwen, de waarde van sociaal gedrag en solidariteit zijn niet in geld uit te drukken. Maar een visie op het maatschappelijke belang van voorzieningen? De grote spelers in het kabinet zijn het, vrees ik, geheel en al verleerd.