Omgaan met complotten
De afgelopen tijd ben ik gefascineerd geraakt door complottheorieën. Rondom COVID kwamen er heel veel langs. Soms met de vreemdste conclusies, zoals bijvoorbeeld dat de Verenigde Naties de wereld overnemen. Nu heb ik in mijn werk al 20 jaar te maken met de Verenigde Naties, en ik kan je vertellen dat je daar nog niet een gummetje kunt krijgen zonder drie formulieren in te vullen, dus de wereld overnemen, nee dat zit er niet in.
Maar ik werd dus nogal door geraakt, alle complottheorieën die langs kwamen op de social media. En ik begon er een beetje op te studeren, en ook een beetje op te voelen. Ik bespreek eerst even de samenzweringstheorie rondom COVID, maar ga zo even door op de situatie in Rusland.
De samenzweringstheorieën rondom Covid dan. Er zijn boeken volgeschreven over de kwalijke rol van de farmaceutische industrie, die de medische wetenschap verregaand gecorrumpeerd heeft. Maar dat was niet het punt, dat de aanhangers van samenzweringstheorieënbrachten. Wat in een samenzweringstheorie gebeurt, is dat er een ‘ander’ wordt aangewezen die vervolgens zeer negatieve motieven wordt toegeschreven. Er wordt verondersteld dat er een groep mensen is die door en door slecht is, en die tot doel heeft om de wereld, of een groep mensen, ten val te brengen en te vernietigen. Dat gebeurde hier: het World Economic Forum, een op zich vrij nietszeggende organisatie, werd grote macht toegeschreven en de ambitie tot wereldheerschappij. En als het het WEF niet was, was het Bill Gates. Of de WHO.
De gevolgtrekking is dan dat het gerechtvaardigd is om zich met alle mogelijke manieren te verzetten tegen de veronderstelde samenzweerders.
Een ander aspect van samenzweringstheorieën is slachtofferschap. De ander is door en door slecht, en je eigen groep is het slachtoffer. De ander wordt in wezen ontmenselijkt. Er is geen oog meer voor het eigen geweld, en als men wordt gewezen op het feit dat men toch geweld gebruikt, wordt het goed gepraat. Want “wij” zijn toch slachtoffer en “hullie” hebben zulke verschrikkelijke bedoelingen. Terwijl de aanhangers ze die bedoelingen in samenzweringstheorieën eerst zelf hebben toegedicht.
Het effect daarvan is inmiddels te merken. Het online geweld is sterk toegenomen. Het idee van tribunalen heeft inmiddels postgevat, wat weer leidt tot bedreigingen: jíj gaat straks door een tribunaal veroordeeld worden, dus ik mag je nu alvast in elkaar meppen. Of online bedreigen. Of met een fakkel intimiderend voor je huis staan zwaaien, foto’s van je nemen, je adres publiceren met allerlei vervelende suggesties er bij.
Trauma’s.
Maar het raakte me ook ergens. We hebben er zelden oog voor, maar in heftige politieke en maatschappelijke controverses spelen vaak collectieve psychische dynamieken. Je kunt dat herkennen aan de fikse emotionele lading die er aan hangt. Dat gebeurde ook bij mij. Ik merkte dat ik me regelmatig enorm opwond over mensen die samenzweringstheorieën verspreidden. Ik kon er zo boos over worden, dat het met me op de loop ging. Totdat ik er een keer in ging zakken, en voelde, dat het bij mij een behoorlijk trauma zat over niet geloofd worden. Niet geloofd worden terwijl er echt iets ergs aan de hand was. Pas toen ik dat voelde, met alle emoties erbij, zakte de lading daarop weg. En toen kon ik weer redelijk rustig omgaan met alle samenzweringstheorieën op internet.
Misschien verklaart dat wel de (emotionele) aantrekkingskracht van samenzweringstheorieën, en waarom mensen zich er zo in vast kunnen bijten. Dat er ergens oude trauma’s geraakt worden. En dan is denk ik het werk wat ons te doen staat: voelen wanneer je typisch heftig reageert, en dan daarmee liefdevol aan de slag gaan. Je afweer tegen mensen, of groepen mensen, bijvoorbeeld kan simpelweg afweer zijn tegen iets dat in jezèlf leeft.
Vanmorgen las ik een stuk over de samenzweringstheorieën die al jaren door Poetin en consorten de Russische samenleving in worden gepompt. En het effect daarvan zie je nu in de Oekraïne. Het is een prachtig stuk.
To do.
Dus ik heb een beetje zitten nadenken, over hoe als simpel individu, als krantenlezer zal ik maar zeggen, maar ook als deelnemer op de social media, om te gaan met samenzweringstheorieën. En ik vond een aantal dingen in mijn psychologie opleiding, die hielpen. Ze zijn niet makkelijk. Ze creëren spanning in jezelf. Want je kunt niet meer je ongenoegen naar buiten projecteren, maar je moet het aangaan.
Ten eerste: benoem zo specifiek mogelijk gedrag, en ook wat het emotioneel met je doet in plaats van de hele mens negatief te beoordelen. Dus nog niet dat iemand een… Is, maar precies wat hij doet, en wat dat met jou doet. En niet de schuld dan bij iemand anders leggen, maar de verantwoordelijkheid nemen voor je eigen emotie. En dan kom ik er achter, dat het bully-gedrag van Poetin mij eigenlijk bang maakt, en geneigd om van alles te doen om hem maar te pacificeren. En ik heb daar geen oordeel over. Ik trek er ook nog geen conclusies uit over wat dan de politieke lijn moet zijn. Ik ben er alleen maar bij.
Ten tweede: dicht mensen geen motieven toe. Nooit. Ik heb in mijn opleiding geleerd, dat je nooit in moet vullen voor mensen. Je moet juist vragen: waarom doe je dit, wat ligt er achter? En dan komt een dialoog op gang, en merk je dat je eigen aannames niet klopten. Je hoeft het niet met die ander eens te zijn, maar je begrijpt het wel beter. Het vereist een bepaalde kwetsbaarheid en bereidheid je eigen aannames ter discussie te stellen. Maar je komt wel verder. Irshad Manji heeft hier een heel boek over geschreven: “Don’t label me”.
En ten derde, gebruik het woord “en”, in plaats van “maar”. Neem bijvoorbeeld Willem Engel, en zijn recente arrestatie. Hij werd opgepakt met een vermoeden dat hij over de grens was gegaan van vrijheid van meningsuiting, richting opruiing en aanzetten tot geweld. Daarachter lag dat het in dit gepolariseerde politieke klimaat, goed is als een rechter zich uitspreekt over wat precies de grenzen zijn van vrijheid van meningsuiting, en daarvoor is een proces nodig. Bovendien repen Engels uitspraken veel maatschappelijke onrust op, te oordelen aan de vele malen ondertekende aangifte tegen hem. Tegelijk zagen we dat niet alles in het proces rondom Willem Engel klopte. De eis bijvoorbeeld, dat hij zich zou onthouden van uitingen op de social media, is ongrondwettelijk, want mag iemand de vrijheid van meningsuiting niet ontzeggen. Dus dat hij met die vereiste vrijgelaten werd, klopt niet. Nu ontstaat hier vaak een polariteit in de discussie. Die uit zich vaak in het woordje “maar”. Willem Engel wordt verkeerd behandeld, máár hij heeft ook mensen aangezet tot geweld. Met het woordje “maar” ontken je meteen wat daarvoor gezegd is. Eigenlijk zou je hier het woordje “en” moeten gebruiken. En dat is soms moeilijk. Twee verschillende waarheden accepteren die elkaar tegen lijken tegen te spreken, brengt altijd iets van spanning met zich mee. En toch is het hier nodig, omdat anders de waarheid geweld wordt aangedaan.
Nou ja, en ten vierde dus: als ik merk, dat ik erg geraakt wordt door iets dat in de wereld, politiek of maatschappelijk, of militair gebeurd, ga ik dus voelen waarom het me zo raakt. Het maakt me geen beter mens, maar ik geloof wel dat er op deze manier emotionele ruimte komt, ontbeten met de conflicten en crisissen in deze wereld om te gaan. Mijn kleine bijdrage.